Jaarvergadering Afdelingsraad In Memoriam Jaarvergadering Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten P. Klabou De vergadering besloot derhalve het Hoofdbestuur in overweging te geven alsnog de mogelijkhden van een be perkte contributieverhoging te bezien, teneinde daaruit al thans een gedeelte van de kosten der actie te bestrijden. Bij de rondvraag werd tenslotte o.a. gesproken over de wenselijkheid om regelmatig rode kaarten te verzenden aan leden-exploitanten die meer en meer in gebreke blij ven met het tijdig inzenden van recettestaten respectieve lijk het tijdig betalen van do verschuldigde filmhuur. Op Vrijdag 11 Maart j.1. heeft de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten van de Nederland- sche Bioscoop-Bond een goed bezochte jaarvergadering gehouden. Deze bijeenkomst stond onder leiding van de Voorzit ter, de heer C. S. Roem, die er in zijn korte openingstoe spraak op wees, dat het Nederlandse filmfabricage- en filmproductiebedrij f niet te klagen heeft over gebrek aan activiteit. Het jaarverslag over 1959 werd met algemene stemmen vastgesteld onder dankzegging aan de secretaris, Mr. H. B. F. J. A. Peters, voor de samenstelling. De Rekening en Verantwoording over het financieel beheer over 1959 werd eveneens met algemene stemmen goedgekeurd, waarmede de Penningmeester, de heer M. de Haas, décharge werd verleend voor het door hem gevoer de financiële beleid. De begroting voor 1960 werd even eens door de vergadering aanvaard. Het periodiek aftredende bestuurslid, Mr. H. B. F. J. A. Peters, werd bij enkele candidaatstelling in zijn functie van Secretaris van het Afdelingsbestuur herkozen. In de vacature, die sedert de jaarvergadering van 1959 bestond in het Afdelingsbestuur, werd voorzien door de benoe ming van de heer T. de Wit, die volgens besluit van de vergadering gedurende het afgelopen jaar de bestuursver gaderingen als waarnemer had bijgewoond. Nadat de vergadering de agenda van de op Maandag 28 Maart te houden jaarlijkse ledenvergadering van de Ne- derlandsche Bioscoop-Bond had besproken, kwamen on derscheiden, voor het filmproductiebedrijf belangrijke aangelegenheden aan de orde. Door het Afdelingsbestuur werd mededeling gedaan van het ontwerpen van een reeks van modelcontracten, welke ter beschikking van de leden zijn gesteld. Een ander belangrijk punt betrof de onder scheiden verzekeringen, die in verband met een filmpro ductie worden afgesloten en die volgens besluit van de Afdeling collectief verzekerd worden bij het Bureau voor Filmverzekeringen. Tenslotte deelde de Voorzitter mede, dat het Hoofdbe stuur het verzoek van het Afdelingsbestuur heeft ingewil ligd om aan de Ledenraad voor te stellen het Algemeen Bedrij f sreglement met betrekking tot de filmproductieza ken te wijzigen in dier voege, dat de opdrachtfilms in één afzonderlijke bedrijfstak worden ondergebracht. De jaarvergadering van de Afdelingsraad werd onder leiding van de Voorzitter, de heer C. van Willigen uit Wassenaar, gehouden op 1 Maart en voortgezet op 15 Maart. In deze vergadering werden het jaarverslag van de Secretaris, de heer W. F. Dubbeldeman, alsmede de reke ning en verantwoording van de Penningmeester, de heer J. van Bentum, over het financieel beheer in 1959 onder dankzegging aan genoemde functionarissen goedgekeurd. De concept-begroting voor het jaar 1960 werd eveneens aangenomen. De periodiek aftredende leden van het Dagelijks Bestuur van de Raad, de heren C. van Willigen, Voorzitter en M. J. W. Peters, Vice-Voorzitter, werden in hun respec tieve functies herbenoemd. Verder stelde de Raad in haar vergadering de jaarlijkse aanbevelingen vast aan het Hoofdbestuur van de Bond met betrekking tot de benoeming van leden- en plaatsver vangende leden-exploitanten in de nieuwe zakencommis- sies, leden-werkgevers in de Sociale Commissie, alsmede een plaatsvervangend Voorzitter van de Commissie van Geschillen en leden-exploitanten van deze Commissie en de Raad van Beroep. Met belangstelling werd kennis genomen van de schrif telijke uiteenzetting, welke het Hoofdbestuur naar aan leiding van enige tijd geleden door de Raad gevraagde inlichtingen aangaande het financieel beleid had gegeven, welk uitvoerig stuk in de notulen werd opgenomen, opdat de leden van de Raad hun afdelingsleden te zijner tijd kunnen voorlichten. Behalve aan nationale en internationale organisato rische- en bedrij f sproblemen werd tenslotte aandacht ge wijd aan de agenda met bijbehorende stukken voor de Bondsjaarvergadering, welke op 28 Maart a.s. te Utrecht zal worden gehouden en waarbij de Afdeling Het Centrum als gastvrouwe van de Bondsleden zal optreden. De Raad kon zich in het algemeen in meerderheid met de voorstellen van het Hoofdbestuur verenigen. Alleen ten aanzien van punt 9 kwam een formeel bezwaar naar voren, dat de Bondspenningmeester onder de aandacht van het Hoofd bestuur zou brengen. Geheel onverwacht overleed op 22 Februari te Aerden- hout de heer P. Klabou, die de Cinema Parisien te Amster dam exploiteerde, in welk theater hij zijn activiteiten al vanaf de opening met Pasen 1910 aanving. In latere jaren werd hij zelfstandig exploitant in deze zaak, welke werd opgericht door wijlen de heer Jean Desmet. De heer Klabou bereikte de leeftijd van 70 jaar. Namens het Hoofdbestuur heeft de Bondsdirecteur mevrouw E. F. Klabou-Jansen te haren huize innig deel neming betuigd met het overlijden van haar echtgenoot. Bij de teraardebestelling, die plaats vond op 26 Februari op de begraafplaats Westerveld, namen verscheidene be- drijfsgenoten afscheid van hun sympathieke collega. De Afdeling Amsterdam was vertegenwoordigd door haar Voorzitter, de heer W. F. Dubbeldeman en haar Vice- Voorzitter, de heer W. K. G. van Royen. Namens het Bondsbureau was aanwezig de heer H. W. Hagenberg, Ad j unct-Directeur. De heer Klabou ruste in vrede. 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 11