Italië
Toenemende activiteit van de
organisaties
Invoering van bioscoopbonnen
ernst en zakelijkheid ik mag hier namens mijn fractie
zeggen, dat wij aan de beraadslagingen in de commissie
met deze ernst en deze zakelijkheid deel zullen nemen
te bezinnen over hetgeen wij, wanneer de omroepkwesties
geregeld zijn, voor de film kunnen doen. Ik denk er vooral
aan, dat filmvertoningen aan vermakelijkheidsbelasting
onderhevig zijn. Het is onbegrijpelijk, waarom voor een
vertoning op het witte doek vermakelijkheidsbelasting ge
heven wordt, terwijl daarentegen geen vermakelijkheki1-:-
belasting verplicht is, wanneer een ding, mogelijkerwijze
hetzelfde ding, op het beeldscherm verschijnt. Da: is een
voudigweg niet te verdedigen. In elk geval zou iemand op
de gedachte kunnen komen, dat daardoor het beginsel van
de gelijkheid voor de wet wordt geschonden en zich daar
om tot het Constitutionele Hof van de Bond (Bundesver-
fassungsgericht) kunnen wenden, omdat hij zegt: Dat kan
ik maar niet zo langer laten doorgaan."
In aansluiting op deze opmerking liet ook de afgevaar
digde Kühn zich in dezelfde geest uit, terwijl de voorzitter
van de Bondsdagcommissie voor Kultuurpolitiek en Pu
bliciteit, de afgevaardigde Dr. Heek (CDU) verklaarde,
dat deze commissie zich bij de beraadslagingen over een
tweede televisieprogramma tegelijkertijd bezig zou houden
met het vraagstuk van de vermakelijkheidsbelastingheffin-
gen op filmvoorstellingen. ,,Want", zo zeide hij, ,,ik zie
in, dat hier nu eindelijk eens iets gebeuren moet."
Uit deze discussies in de Bondsdag heeft de pers de
conclusie getrokken, dat men in parlementaire kringen
streeft naar oplossingen in de vorm van compromissen,
maar de organisaties van de bioscoopexploitanten zitten
intussen niet stil. Zo heeft bijvoorbeeld de Lichtspielthea-
terverband Nordrhein-Westfalen zich tot de regering van
Nordrheinen-Westfalen gewend met het verzoek aan de
landdag een voorstel te doen tot wijziging van de wet op
de heffing van de vermakelijkheidsbelasting in dier voege,
dat alle filmvertoningen van deze heffingen worden vrij
gesteld. In de motivering van dit verzoek wordt er op
gewezen, dat de televisiedichtheid in dit gebied reeds zo
groot is, dat elk derde gezin al in het bezit is van televisie
en 's avonds meer dan 5 millioen mensen de uitzendingen
volgen. De grote terugloop in het filmbezoek en de omzet
kan door de exploitanten, ondanks alle inspanning, niet
worden opgevangen. Een stabilisering van de filmecono-
mische verhoudingen is eerst mogelijk na het bereiken van
bepaalde verzadigingsgraad, welke waarschijnlijk eerst na
vier of vijf jaar zal worden bereikt.
In het bijzonder beklemtoont het request de ongelijke
concurrentieverhouding van film en televisie. Door deze
discriminerende fiscale behandeling van de film wordt
de in artikel 3 van de grondwet vastgelegde gelijkheid
voor de wet geschonden en mogelijkerwijze ook het in
artikel 2 gewaarborgde recht van de vrije persoonlijkheids-
ontwikkeling. Er bestaat tussen film en televisie een echte
concurrentieverhouding, maar krachtens de wettelijke be
palingen inzake de concurrentie mag de ontwikkeling van
het ene noch die van het andere medium door een speciale
belasting belemmerd worden. De film wordt evenwel niet
alleen ten opzichte van de televisie, maar ook ten over
staan van andere ontspanningsmedia op ongelijke wijze
behandeld, wat op wettelijke gronden niet te verdedigen is.
Op het ogenblik is in de Bondsrepubliek Duitsland de
merkwaardige situatie ontstaan, dat bij de Bondsregering,
de Bondsdag en de Regeringen van de Bondslanden meer
begrip bestaat voor de moeilijke situatie van het filmbe
drijf en de ongelijke rechtsbedeling van de film dan in
de zogenaamde „Landdagen" de volksvertegenwoordi
gingen in de Duitse landen met het één-kamerstelsel
waar de burgemeesters en de gemeentelijke belasting
ambtenaren de meerderheid vormen. Niettemin is de pers
voor het overgrote deel vóór een volledige afschaffing van
de discriminatieheffingen en het scheppen van gelijke
concurrentieverhoudingen, welk standpunt dezer dagen
nog eens in het bijzonder beklemtoond werd op het ver
nemen van het bericht, dat de filmimport voor de Duitse
televisie de facto geliberaliseerd is geworden, terwijl de
filmimport voor het filmbedrijf nog onderworpen is aan
bilaterale verdragen.
Intussen heeft de vorengenoemde organisatie in Nord
rhein-Westfalen besloten om in overleg met de S.P.I.O.
(Spitzenorganisation der Deutschen Filmwirtschaft), het
overkoepelende orgaan van het Duitse filmbedrijf, over te
gaan tot het indienen van een klacht bij het Constitutionele
Hof van de Bond te Karlsruhe, welk besluit door de ge
hele Duitse pers met vette koppen is vermeld. Met het in
dienen van een dergelijke klacht wordt beoogd de uitspraak
van het Hof uit te lokken, dat het opleggen van discrimi
nerende belastingen een ongelijke concurrentieverhouding
schept, hetgeen in strijd zou zijn met de grondwet.
In de concurrentiestrijd tegen de televisie zal binnen
kort in Italië een initiatief tot uitvoering komen, dat niet
na zal laten in alle filmkringen, bij industrie en handel en
bij millioenen filmliefhebbers belangstelling te wekken.
Dit initiatief heeft een dezer dagen een vaste vorm aan
genomen in een overeenkomst, welke tot stand gekomen is
tussen de maatschappij APIS (de Italiaanse Vereniging
voor Theaterreclame), de AGIS (Associazione Generale
Italiano dello Spettacolo), waarbij ruim 6.000 bioscoop
exploitanten zijn aangesloten, en de Italiaanse Bond van
Schrijvers en Uitgevers (Societa Italiana Autori e Editori:
SIAE). De overeenkomst heeft betrekking op de uitgifte
van speciale „bioscoopbonnen" met een geldswaarde van
tien Lire, die bij de aankoop van toegangsbiljetten voor
bioscoopzalen als gewoon geld zullen dienen. Deze bon
nen, die met bijzondere waarborgen op postzegelformaat
gedrukt zullen worden, zullen door de Maatschappij die
het initiatief hiertoe heeft genomen, worden uitgegeven
aan industriële- en handelsondernemingen, die ze op hun
beurt weer zullen distribueren onder de kopers van hun
diverse producten, in plaats van de tot nu toe gebruikelijke
media zoals cadeaubonnen, prijsvragen, verlotingen, enz.
Zij, die door aankoop van de producten der desbetreffende
firma's in het bezit van deze bonnen komen, kunnen die
op speciale daartoe bestemde vellen opplakken, welke door
ze aan de kassa van een bioscoop aan te bieden kunnen
worden aangewend tot gehele of gedeeltelijke betaling van
de prijs van een entreebiljet. De exploitanten kunnen ter
zake van elke betaling die zij aan de SIAE moeten doen
uit hoofde van verschuldigde rechten en bijkomende
kosten, de zegels overhandigen, waarvan de betreffende
waarde in geld wordt verrekend.
Het is wel duidelijk, dat het publiek via dit door
de APIS uitgedachte systeem inhetbezitzalkomen
van geld dat uitsluitend voor aankoop
van bioscoopkaartjes aangewend kan
worden. Een begunstiging van de klant van koopman
of industrie derhalve, hetwelk, gezien het gebruik dat men
15