ervan kan maken en zijn directe gerichtheid op een zo populair bestedingsmiddel als de bioscoop wel is, zeker zal leiden tot bijval op brede schaal met een duidelijke voorkeur voor dit nieuwe systeem boven de zovele andere indirecte reclamemedia of rechtstreekse kortingen, waar voor het publiek steeds minder waardering toont. Aan de andere kant zal dit initiatief, dat voor de exploitanten generlei lasten met zich brengt, naar het Italiaanse film bedrijf verwacht, een van de krachtigste en doeltreffendste middelen kunnen zijn, die ooit ter activering van het bioscoopbezoek werden toegepast. Om deze bijzondere redenen en gezien het zo specifieke doel hebben de AGIS en de SIAE gemeend hun instem ming te moeten betuigen met de uitgifte van de bioscoop bonnen, die, doordat ze millioenen consumenten in staat zullen stellen gratis naar de bioscoop te gaan, zullen bij dragen tot het geven van een krachtige stoot aan de pro paganda voor het bioscoopbezoek, waartoe reeds lang de noodzaak werd gevoeld als gevolg van de economische marktontwikkeling en het welbekende optreden van con currerende factoren. Zoals reeds vermeld, zullen deze bonnen, die slechts in waarden van 10 Lire zullen voorkomen, geld vertegen woordigen, dat besteed kan worden in alle bioscopen, welke op hun beurt zich voor de tegenwaarde kunnen doen crediteren bij de Italiaanse Bond van Schrijvers en Uit gevers, die als ontvanger optreedt van de belastingen en bijkomende kosten. Om de bioscoopbonnen te verwerven, dient de koper die producten te kopen waarin ze bij ge pakt zijn, en om ze te kunnen besteden moet hij de bonnen op de daartoe bestemde kaart plakken, die hij vervolgens aan de kassa van de bioscoop kan afgeven en wel een hoe veelheid bonnen a 10 Lire, die overeenkomt met het aantal tientallen Lires dat verschuldigd is om één of meerdere toegangskaartjes te verkrijgen. Als het kaartje bijvoorbeeld driehonderd Lire kost, dan moet de bezoeker 30 bonnen aan de kassa afdragen; beschikt hij over 10 bonnen (gelijk aan 100 Lire), dan dient hij, bij gelijke prijs van het entreebiljet, tweehonderd Lire in contanten bij te betalen. Het zal de bioscoopkassa's namelijk toegestaan zijn om ook een bepaald aantal bonnen in te nemen, wanneer de waarde daarvan minder bedraagt dan het bedrag dat de gekochte entreebewijzen kosten, mits echter het verschil in geld wordt bijbetaald. De bonnen zijn slechts inwissel baar tot een bedrag dat niet hoger is dan de waarde van het biljet of de biljetten, hetgeen betekent dat een even tuele overwaarde aan bonnen niet in geld kan worden gerestitueerd. Wat de distributie betreft, de bonnen zullen door in dustrie en handel gratis aan de consumenten worden ver strekt en wel uitsluitend door één firma per groep pro ducten. Er zal derhalve maar één merk benzine zijn dat zijn klanten het voordeel van de bioscoopbonnen zal ver schaffen en zo zal er ook slechts één merk likeur, één merk tandpasta, één merk kleding, één merk voedingsmid delen, enz. dergelijke bonnen ten geschenke geven en wel door ze rechtstreeks in de producten bij te pakken. Het gaat uiteraard om niet duurzame consumptiegoederen, want die zullen de koper in staat stellen snel in het bezit te komen van een voldoende hoeveelheid bonnen, waarmee zij in de bioscoop toegang verkrijgen. Anderzijds ziet het er naar uit, dat het initiatief zowel door de industrie als door de handel gunstig zal worden ontvangen, aangezien het hen in staat zal stellen hun klanten onmiddellijk een reële premie te verschaffen in plaats van de uitermate kostbare prijsvragen en verlotingen, die toch al niet meer in de smaak vielen bij het grote publiek; dit ook door de in flatie waaraan het de laatste jaren is blootgesteld. De organisatie van de exploitanten is van oordeel, dat er voor haar leden geen enkele last zal voortvloeien uit het accepteren van de bioscoopbonnen, want het gaat im mers om geld dat zonder bijzondere formaliteit eenvoudig bij de SIAE kan worden besteed. Integendeel, men ver wacht, dat dit systeem een stimulans zal betekenen voor de toeneming van het bioscoopbezoek; dit is nog steeds het voornaamste doel dat wordt nagestreefd en het is, zonder enig onderscheid, in het belang van allen die bij het filmbedrijf betrokken zijn. Scène uit Theo van Haren Nomans film „GISTEREN KOMT NOOIT WEEROM".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 17