Namens het Hoofdbestuur JOH. MIEDEMA, Voorzitter R. UGES, Secretaris 6. Voorstel van het Hoofdbestuur om de contributie voor het jaar 1960 vast te stellen op 1 van de omzet als bedoeld in het Contributiebesluit 1945, waarvan 0.3 c/c ten behoeve van de Weerstandskas. met de bepaling, dat de contributie over het jaar 1960 voor de leden-filmfabrikanten en -filmproducenten ten minste 200,bedraagt. 7. Begroting van Ontvangsten en Uitgaven voor 1960, waarbij voorstel van het Hoofdbestuur om het eventueel batig saldo over 1960 toe te voegen aan de reserve voor aanloopkosten van een actie tot stimulering van het bioscoop bezoek. 8. Voorstel van het Hoofdbestuur om gedurende een tijdvak van drie jaren uit het kapitaal van de Weerstandskas jaarlijks een bedrag van 300.000,te bestemmen voor een actie tot stimulering van het bioscoopbezoek. Toelichting van het Hoofdbestuur In aanmerking genomen het advies terzake van de Studiecommissie Publiciteit heeft het Hoofdbestuur de moge lijkheden onderzocht tot het treffen van collectieve maatregelen ter stimulering van het bioscoopbezoek, die. willen zij resultaten afwerpen, zich over enige jaren zouden moeten uitstrekken. Hoewel dit onderzoek nog niet is afgesloten, acht het Hoofdbestuur het noodzakelijk reeds thans over te gaan tot vorming van een fonds, waar uit men de kosten zou kunnen bestrijden voortvloeiende uit eventuele maatregelen als bovenbedoeld. 9. Voorstel van het Hoofdbestuur om uit het kapitaal van de Weerstandskas een bedrag van 100.000,te bestemmen als een reservefonds tot egalisatie van de jaarrekeningen. Toelichting van hei Hoofdbestuur Naar de zienswijze van het Hoofdbestuur moet met het oog op het stelsel van contributieheffing veiligheidshalve rekening worden gehouden met de mogelijkheid van begrotingstekorten in de eerstvolgende jaren. Teneinde de zekerheid te hebben, dat de Bond, indien zich onverhoopt een zodanige situatie mocht gaan voordoen, zijn taken op richtige wijze zal kunnen blijven vervullen, oordeelt het Hoofdbestuur het gewenst om hiervoor een reserve te vormen. 10. Verkiezing overeenkomstig artikel 12 der Statuten en artikel 12 van het Algemeen Bondsreglement van drie leden van het Hoofdbestuur in de vacatures, ontstaan door het periodieke aftreden van de heren H. S. Boekman te Amsterdam, M. Desmet te Eindhoven en A. F. Wolf f te Utrecht. Voor de vacature ontstaan door het periodieke aftreden van de heer H. S. Boekman is candidaat gesteld de heer H. S. Boekman voornoemd, directeur van de N.V. Filmtrust en de N.V. Filmproductie Maatschappij „Amster dam", beide te Amsterdam. Voor de vacature ontstaan door het periodieke aftreden van de heer M. Desmet is candidaat gesteld Drs. J. A. M. Bouts, firmant van de Firma Bouts Putzeist, exploiterende het Roxy Theater te Geleen en andere bioscopen. Voor de vacature ontstaan door het periodieke aftreden van de heer A. F. Wolff is candidaat gesteld de heer A. F. Wolff voornoemd, exploitant van het City Theater te Utrecht en andere bioscopen en directeur van de N.V. Utrechtse Filmonderneming Ufio. 11. Benoeming ingevolge artikel 8 van het Filmbeursreglement van twee leden van de Filmbeurscommissie met het oog op het periodieke aftreden van de heren G. H. Groenewegen te Leiden en H. Timmer te Amsterdam. 12. Vaststelling van de plaats waar de jaarvergadering in 1961 zal worden gehouden. 13. Rondvraag en sluiting.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 4