De heer Jos. C. A. Schijvens, architect te Tilburg, over de bouw yan het Midi Theater te Tilburg Inleiding Het geTelfront De zaal De technische installaties Op 7 Februari 1959 werd het nieuwe „Midi" Theater te Tilburg door de Burgemeester officieel geopend. Het heeft nogal wat moeite gekost de verschillende bouwver gunningen te krijgen, doch nadat in eerste instantie ver gunning was verkregen voor de voorbouw, de theaterhal met de bovenwoning, werd later toch ook de vergunning gegeven voor de bouw van het theater zelf. Het theater dat gebouwd is voor rekening van de heer W. A. van Dun te Tilburg is tot stand gekomen met mede werking van de heer G. M. van Hest, de schoonzoon van de heer van Dun. Met hem zijn alle besprekingen gevoerd en is een zeer prettige samenwerking ontstaan, wat de bouw van dit theater, waar de Tilburgers erg trots op zijn, zeer veel ten goede is gekomen. Het gevelfront is natuurlijk zodanig ontworpen dat dit tevens dienst kan doen als imposante blikvanger. De puien en luifels daaraan verwerkt zijn van alumi nium en goud metaal, de natuursteen van gepolijst zwart Zweeds graniet. Het geheel maakt een voorname indruk. De zaal heeft een diepte van 25 m, een breedte van 22 m en biedt plaats aan 652 bezoekers. Deze ruimte is ineens overspannen zonder gebruikmaking van tussen- steunpunten en wel door 160 cm hoge spanten. De vloer met een helling van 6,5 cm per meter is zo danig, dat iedere bezoeker een onbelemmerd uitzicht heeft op het filmdoek, terwijl bovendien de stoelen nog ver- De wanden van de hal en de vóór de zaal gelegen vestibu le zijn bezet met roomgele travertin. de treden van de trappen met lever kleurige combian cien. Het plafond is oranjekleurig, terwijl de vloer met een blauw tapijt is be dekt. springend ten opzichte van elkaar en radiaalsgewijze ge plaatst zijn, hetgeen het vrije uitzicht volkomen maakt. De vijf rijen stoelen van de logeplaatsen, achter in de zaal, zijn amphitheatersgewijze opgesteld. Doordat de stoelen steunen op één poot heeft men bij het zitten geen belemmering voor het plaatsen van de voeten. Een tweede voordeel van de hier toegepaste stoel- constructie en stoelmodel is, dat er een zeer grote door loopbreedte tussen de rijen onderling wordt verkregen. Aangezien tenslotte elke stoel zijn eigen leuning heeft, behoeft men deze niet meer te delen met zijn buurman. Het gebogen filmdoek, met een grootte van 7 bij 14 m, geeft de gelegenheid tot het projecteren van elk film- systeem, zowel normaalfilm, widescreen en cinemascope als het nieuwe TODD-AO. Door het verschuiven van zwarte kaders, welke geheel automatisch vanuit de filmcabine kan geschieden, kan men het projectievlak vergroten of verkleinen. Dit film doek heeft geen naden maar is uit één stuk gespoten en is geheel onzichtbaar geperforeerd. De luidsprekers achter het projectiedoek en de vele effectluidsprekers in de zijwanden van de zaal en op de filmcabine zorgen er voor om ook met het geluid de rea liteit zo volkomen mogelijk te maken. Er zijn namelijk films, waarbij bepaalde luidsprekers door middel van een magnetische band, aangebracht op de film, automatisch worden in- of uitgeschakeld, afhankelijk van het effect dat wordt beoogd en het geluid dat moet worden gemaakt. Voor slechthorenden is bovendien in deze zaal een ring leiding opgenomen, waardoor het voor de betrokken per sonen ook mogelijk wordt om het geluid goed te kunnen horen. Teneinde de zaal zo goed mogelijk acoustisch te maken zijn onder andere de zijwanden zaagtandvormig opge steld, waardoor er geen parallelle wandvlakken in de zaal zijn. Hierdoor kunnen zaalresonanties, die vervor ming van het geluid veroorzaken, niet optreden. Om de zelfde reden heeft het vrijhangende plafond een schelp- vormig model en de cabine een gebogen vorm. Ook de mahoniehouten latbekleding in de zaal is benut om een goede geluidsabsorbtie te verkrijgen. Zo zijn de latten van de wanden bij het filmdoek tegen elkaar ge plaatst en verder naar achter gaande is er enige ruimte tussen de latten onderling gelaten, groter wordend naar achteren, terwijl de breedte van de lat kleiner wordt. De ruimten achter deze latten gaan dienst doen als resonator. Door deze variatie in latbreedte en spleetopeningen kun nen de hoge en lage tonen worden geabsorbeerd. Deze absorbtie geschiedt uiteindelijk door glaswoldekens, die, op enige ruimte, achter de latten zijn aangebracht. Het gordijn, dat het projectiedoek afsluit heeft als hoofdtint blauw. Ook het schelpvormige doorhangende gedeelte van het plafond heeft een donkerblauwe kleur en steekt prachtig af tegen het effen wit van het eigen lijke, vlakke plafond. De verwarming van de zaal geschiedt door middel van hete lucht. De warme lucht, welke boven de filmcabine de zaal wordt ingespoten en boven het filmdoek en onder langs de wanden wordt afgezogen, krijgt zijn voortstuwing door twee stuks bijna drie meter hoge ventilatoren, welke in de kelder staan opgesteld, terwijl de lucht wordt ver plaatst door kanalen met een grootte van 60 bij 260 cm, weggewerkt in plafond en onder de vloer. Dit systeem geeft niet alleen het voordeel dat de zaal goed verwarmd wordt, doch ook dat zijn steeds van verse zuivere lucht wordt voorzien. Zo is het ook mogelijk om 's zomers de zaal op een prettige frisse temperatuur te brengen. Door het mengen van de in te spuiten lucht met een of andere reukstof is eveneens de zaal van een frisse verfijnde lucht te voorzien. Het gehele systeem werkt vol komen geruisloos. Naast het filmdoek is een speciaal oproepsysteem voor artsen aangebracht. Hierdoor wordt het hinderlijke op roepen met luidsprekers overbodig. De wanden van de zaal, die plaats biedt aan 652 bezoekers, zijn bekleed met een mahoniehouten lat werk, dat ook de door een blauwgetint gordijn afgesloten doekopening omgeeft. Aan weerszijden van het filmdoek zijn de coratieve, in ijzer en bladgoud uitgevoerde, maskers aangebracht. De zaagtandvormig opgestelde wandvlak ken worden bij de „tanden" door zich achter het latwerk bevindende lichtbron nen aangestraald. DEARCHITECT AAN HET WOORD....

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 6