Bestuursverkiezing
De stemming
die hij van verschillende zijden te verduren heeft, te kun
nen doorstaan. Zorg er daarom voor, dat de juiste mannen
aan de Hoofdbestuurstafel komen, want dat is uw barri
cade" zo zei de heer Groen tot de leden van de Bond.
De heer H. S. Boekman, Vice-Voorzitter van de Bond
en Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
sprak vervolgens de heer Groen toe en ging daarbij uit
van de gedachte dat een afscheid nooit prettig is. In de
wetenschap, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen
bood hij de heer Groen namens het Hoofdbestuur een
geschenk van de leden aan en hij verbond daaraan de
hoop, dat de heer Groen daarvan in goede gezondheid ge
bruik zal kunnen maken.
Na de benoeming van de heer Groen tot erelid van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond kwam als tweede belang
rijke punt aan de orde de voorziening in de twee vacatures
in het Hoofdbestuur. Voor de vacature van de heer Smul
ders was als enige kandidaat gesteld de heer W. J. F. van
Ewijk, directeur van de N.V. Netherlands Fox Film Cor
poration te Amsterdam, die dus bij enkele kandidaatstel
ling werd verkozen. De Bondsvoorzitter heette de heer
Van Ewijk met enkele woorden welkom achter de bestuurs
tafel. „Door uw vele contacten", aldus de heer Miedema,
„bent u goed op de hoogte met de betekenis van de functie
van Hoofdbestuurslid. U weet, dat de taak van het Hoofd
bestuur geen sinecure is en veel aan talent en kracht
vraagt. U zult uw talenten en krachten zonder twijfel aan
de Bond willen geven".
De heer Van Ewijk dankte vervolgens de vergadering
voor het in hem gestelde vertrouwen. Hij verklaarde, zich
de omvang van de taak, die hij op zich had genomen,
volledig te realiseren en zegde de vergadering toe, te zul
len trachten zijn bijdrage te leveren in de belangenbeharti
ging van de leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond.
Bij de voorziening in de tweede vacature die van de
heer Groen lagen de zaken veel minder eenvoudig. Er
waren voor deze plaats twee kandidaten gesteld: de heer
W. Hemelraad, directeur van Universal International
Films Nederland N.V. te Amsterdam en de heer C. S.
Roem, directeur van de N.V. Filmfabriek Polygoon en
van de N.V. Filmfabriek Profilti te Hilversum. De Vice-
Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, de
heer J. L. Paerl, legde namens de afdeling een verklaring
af, waaruit bleek, dat de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
in een algemene vergadering de heer Roem officieel als
kandidaat heeft aangewezen. Hij betreurde het, dat daar
naast nog een andere kandidaat is gesteld, omdat daar
mede de bestaande afspraken ten aanzien van de verkie
zing van Hoofdbestuursleden zijn geschonden.
De Bedrijfsafdeling Filmverhuurders distanciëert zich
nadrukkelijk van de andere kandidaat, aldus de heer Paerl.
In verband met de structuur van de Bond bestaat de af
spraak, dat de Afdelingsraad de officiële kandidaten van
de Bedrijfsafdeling steunt en omgekeerd. Men zal er thans
goed aan doen deze zaak in dit organisatorische vlak te
zien. De heer Paerl zag er daarom van af, de persoonlijke
aspecten in de discussie te betrekken.
De Vice-Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabri
kanten en Filmproducenten, de heer L. W. R. Meyer, be
pleitte eveneens de kandidatuur van de heer Roem. Hij
meende, dat men zich aan de bestaande afspraken moest
houden en dat men terwille van een evenwichtige vertegen
woordiging van de verschillende groepen uit de Bond in
het Hoofdbestuur zijn steun behoorde te geven aan de
officiële kandidaat van de Bedrijfsafdeling Filmverhuur
ders. Ook de heer E. Alter bleek deze opvatting te zijn
toegedaan; hij bond de vergadering op het hart om zich
toch vooral te houden aan de officiële kandidaat van de
Bedrijfsafdeling Filmverhuurders.
De heer P. Kijzer, die nadrukkelijk verklaarde, niet als
theaterexploitant doch als filmverhuurder te spreken, was
van mening, dat het stellen van een derde kandidaat inder
daad een afwijking betekende van een gentleman's agree-
ment. In de Nederlandsche Bioscoop-Bond is het afwijken
van gewoonten de laatste jaren echter meer voorgekomen.
De jongere bedrij f sgenoten wensen een andere geest in
het bedrijf, onder meer door jongeren een plaats te geven
in de verschillende besturen en colleges. De algemene ver
gadering bevindt zich nu voor een moeilijke keuze, omdat
beide kandidaten zeer capabele bedrij f sgenoten zijn. De
heer Kijzer meende echter toch de voorkeur aan een
jongere te moeten geven en verdedigde uit dien hoofde
de kandidatuur van de heer Hemelraad.
De heer Paerl voerde vervolgens voor de tweede keer
het woord om het standpunt van de Bedrijfsafdeling Film
verhuurders nog wat te verduidelijken. Hij zei, het te be
treuren, dat het standpunt van de Afdelingsraad in de ge-
dachtenwisseling niet naar voren was gebracht. De heer
K. Bloemraad gaf nog als zijn mening te kennen, dat een
uitspraak van de Afdelingsraad niet noodzakelijk was:
hij wilde het aan de leden overlaten om zelfstandig hun
keuze te bepalen.
De Bondsvoorzitter ging vervolgens over tot de stem
ming. Er werden 339 stemmen uitgebracht, waarvan zestien
blanco, 152 op de heer Hemelraad en 171 op de heer
Roem, zodat de laatste bij eenvoudige meerderheid van
stemmen werd verkozen.
De heer Miedema richtte zich daarop tot de heer Roem.
die hij als nieuw Hoofdbestuurslid verwelkomde en ge
lukwenste. Zijn staat van dienst is er waarborg voor, aldus
de Bondsvoorzitter, dat de heer Roem zijn taak op de
juiste wijze zal uitvoeren. „Wij hebben het volste ver
trouwen, dat u met uw goede verleden een eervolle plaats
in het Hoofdbestuur zult innemen". Zich richtend tot de
heer Hemelraad sprak de Bondsvoorzitter als zijn over
tuiging uit, dat ook deze de beslissing van de vergadering
zal aanvaarden, temeer, daar uit het aantal op hem uit
gebrachte stemmen blijkt, dat ook hij in grote mate het
vertrouwen van de Bond geniet.
Aan het adres van de heer Smulders, die voor het laatst
achter de tafel van het Hoofdbestuur zat, richtte de
Bondsvoorzitter vervolgens woorden van dank voor het
vele werk, dat deze ten bate van de Bond heeft verricht.
„Het Hoofdbestuur zal de prettigste herinneringen bewa
ren aan de wijze, waarop u uw taak heeft vervuld: met
ambitie, kennis van zaken en veel talent", aldus de heer
Miedema.
De heer Roem dankte tenslotte de Bondsvoorzitter voor
de vriendelijke woorden, die deze tot hem had gericht en
de vergadering voor het in hem gestelde vertrouwen. Hij
toonde zich verheugd, dat de evenredige vertegenwoordi
ging in het Hoofdbestuur blijft gehandhaafd. Dat is meer
dan ooit nodig. De heer Roem verklaarde, zijn taak als
lid van het Hoofdbestuur zo goed mogelijk te zullen ver
richten, waarbij hem slechts het algemeen belang voor
ogen zal staan.
Na een korte rondvraag sloot de Voorzitter daarop de
vergadering.