Het Amerikaanse theaterpark Nieuwe Amerikaanse fiilmproductiemaatsehappij Amerikaanse recettes omhoog Het Amerikaanse Bureau voor de Statistiek heeft de ge gevens bekendgemaakt van een telling van het Amerikaan se bioscooppark in 1958. Volgens deze telling waren in 1958 in de Verenigde Staten nog 16.354 bioscooptheaters werkzaam, waarvan 12.291 gewone bioscopen en 4046 autobioscopen (drive-ins). Deze cijfers gelden als de meest betrouwbare, die in de Verenigde Staten ter beschikking staan. Tot nu toe werkte men in de Amerikaanse filmwereld nog steeds met een aantal van omstreeks 18.000 biosco pen, waarvan ongeveer zesduizend autobioscopen zouden zijn. Men ging vaak van de veronderstelling uit, dat voor elke gesloten gewone bioscoop een autobioscoop kon wor den geopend. Deze cijfers zijn dus te hoog gebleken. De nieuwe ambtelijke cijfers tonen aan, dat de afgelo pen moeilijke jaren toch diepere wonden in het Ameri kaanse theaterpark hebben geslagen dan men tot nu toe aannam. Sinds de laatste telling zijn inmiddels alweer twee jaar verlopen en men kan er wel zeker van zijn, dat in de genoemde cijfers nog een verdere ongunstige ver schuiving is opgetreden. Het wordt zelfs mogelijk geacht, dat het totaal aantal van de Amerikaanse bioscooptheaters inmiddels beneden de zestienduizend gedaald is. Daarbij blijft het onwaarschijnlijk, dat de voortgaande oprichting van nieuwe autobioscopen dit verlies geheel kan goedma ken. Verdere cijfers, die als resultaat van de telling naar vo ren zijn gekomen: bij de filmproduktie en de filmverhuur waren in de Verenigde Staten in 1958 omstreeks 54.000 personen betrokken. De bioscopen telden 143.000 man personeel. Daarvan werkten 118.000 in de gewone biosco pen en 25.000 in de autobioscopen. Uit deze cijfers blijkt, dat voor de drive-ins gemiddeld minder personeel nodig is dan voor de normale theaters. Deze factor, tezamen met het feit, dat ook de overige bedrijfskosten bij de auto bioscopen lager zijn, geeft er een duidelijke verklaring voor, dat de autobioscopen in de Verenigde Staten nog steeds in aantal toenemen. Een van de belangrijkste organisaties van Amerikaanse bioscoopexploitanten, The American Congress of Exhibi- tors, werkt op het ogenblik aan plannen tot vorming van een nieuwe maatschappij voor de productie van speel films. Vijf vooraanstaande Amerikaanse bioscoopconcerns Warner, RKO Theatres, Loew's, National en AB-PT hebben elk reeds 40.000 dollar gestort voor de vor ming van een beginkapitaal van de nieuwe filmmaatschap pij. Men verwacht, dat nog een aantal andere bioscoop concerns gezamenlijk een millioen dollar bijeen zullen brengen, waardoor het aanvangskapitaal zal worden ge bracht op drie millioen dollar. Wanneer dit bedrag is be reikt zal waarschijnlijk worden getracht om via een beroep op de Amerikaanse kapitaalmarkt de fondsen van de pro ductiemaatschappij, die de naam ACE Productions zal krijgen, nog te vergroten. De definitieve oprichting van de maatschappij zal ove rigens nog wel met enkele moeilijkheden gepaard gaan. Zoals men weet is deze vorm van activiteit, die in de Ver enigde Staten verticale integratie wordt genoemd en waar bij men zich zowel met productie als distributie bezig houdt, door de antitrustwetgeving verboden. In kringen In de nieuwe Bert Haanstra film „De zaak M.P." treden onder meer de Belgische acteur Jaques Germain en Ko van Dijk op, die men in deze scène samen ziet. van de American Congress of Exhibitors is men evenwel de mening toegedaan, dat het Amerikaanse ministerie van Justitie bereid zal zijn om deze vorm van samenwerking niet te beschouwen als strijdig met de geest van de anti- trustwetten, gezien de moeilijke situatie, waarin het bio scoopbedrijf in de Verenigde Saten zich bevindt. De plannen tot de oprichting van een nieuwe film maatschappij zijn voortgevloeid uit de moeilijke siuatie, waarin zeer veel Amerikaanse bioscoopbedrijven zijn ko men te verkeren door een chronisch tekort aan speelfilms. In het eerste halfjaar van 1960 waren van de 120 speel films, die in de Verenigde Staten werden uitgebracht, niet minder dan 57 van buitenlandse oorsprong. De recettes van het Amerikaanse bioscoopbedrijf zullen naar alle waarschijnlijkheid in 1960 een flinke stij ging vertonen, zo meent de heer Alben E. Sindlinger, president van de Sindlinger Company, die zich bezighoudt met marktonderzoek op het gebied van de film. Op het ogenblik hebben de bruto-ontvangsten van de Amerikaan se bioscopen reeds de omvang van 1946 bereikt, toen er 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 16