Europese Commissie doet filmmarktonderzoek Zesde Internationale dagen van de korte film Het inzicht van de te Brussel gevestigde Europese Com missie van de Europese Economische Gemeenschap met betrekking tot de verhoudingen op de filmmarkt in de zes landen van de Gemeenschap Frankrijk, Italië, West-Duitsland en de Beneluxlanden is nog maar ge ring, zo hebben vooraanstaande ambtenaren in Brussel volgens het Westduitse weekblad Filmwoche openlijk toe gegeven. De Europese Commissie is nog niet veel verder gekomen dan een voorlopig onderzoek naar het probleem van de subsidiepolitiek in een aantal landen. Een uit gesproken oordeel over de ingewikkelde situatie op dit gebied en de verenigbaarheid daarvan met het EEG-ver- drag heeft de commissie nog niet. Het ontbreekt in Brussel aan detailkennis over de con- currentieverschillen tussen de drie belangrijkste filmlan den in de EEG: Frankrijk, Italië en West-Duitsland. In het bijzonder van Italiaanse zijde wordt de laatste tijd grote activiteit ontwikkeld om het stelsel van filmsubsidië- ring, dat in Frankrijk en Italië bestaat, ook in de toekomst te handhaven. De Europese Commissie is thans bezig met het opstel len van een marktanalyse van de Westeuropose filmeco- nomie. Het is de bedoeling, dat in dit marktonderzoek alle gegevens over de filmmarkt, zoals bezoekersaantal len, zetelcapaciteit, ontvangsten van bioscopen en film verhuurders en gegevens over de produktie en de invoer van speelfilms, worden betrokken. Het kan echter nog wel enkele maanden duren, voordat het nodige materiaal ver zameld is en de Europese Commissie ten aanzien van de te voeren filmpolitiek een standpunt kan innemen. Niettemin zijn er al tekenen, die erop wijzen, dat men in Brussel voornemens is om zo spoedig mogelijk op een aantal gebieden uniforme voorwaarden in de landen van de EEG in het leven te roepen. Als zodanig heeft men het oog gericht op gelijke concurrentievoorwaarden (namelijk beëindiging van de subsidiepolitiek en van de discrimatie op het gebied van de belastingen), beëindi ging van de discrimatie ten opzichte van buitenlanders in handels-, beroeps- en belastingrecht in het bijzonder bij immigratie en voorts opstelling van uniforme regels voor de invoer van speelfilms uit derde landen (in het bijzon der uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Oosten rijk). In Filmwoche is inmiddels een interessante serie ge gevens met betrekking tot de Westeuropese filmmarkt in 1959 gepubliceerd. Het staatje, dat overigens voor zich zelf spreekt, nemen wij hier gaarne over: EEG-landen Inwoners (millioen) Bioscopen Zitplaatsen (duizend) Bezoekers (millioen) Bezoek per hoofd Film productie Filminvoer Televisie toestellen (duizend) België 9,1 1.580 820 95,0 10.4 1 448 330 Frankrijk 45,2 5.834 2.800 352,3 7,8 135 380 1.368 Italië 50,6 10.580 4.600 747,9 14,8 167 340 1.500 Luxemburg 0,3 50 20 4,5 14,0 i 450 5 Nederland 11,4 559 263 55,5 4.9 2 455 585 West-Duitsland 54,2 6.884 2.844 659,0 12,1 107 409 3.375 (Festival van Tours). Van 1 tot 5 December a.s. zal in de Franse stad Tours het zesde Internationale Festival voor korte films plaats vinden. De Internationale dagen voor de korte film hebben ten doel een overzicht te geven van hetgeen op dit terrein in de wereld is vervaardigd, waarbij voor de beste film door een deskundige jury de grote prijs van Tours 1960 zal worden uitgeloofd. Deze prijs bestaat uit een speciaal voor dit doel door Max Ernst ontworpen beeldje. De jury kan voorts nog drie andere prijzen toekennen. De te vertonen films zullen niet geacht worden een land te vertegenwoordigen, zodat het gaat om persoonlijke presentaties van de makers. Door een selectiecommissie zal een keuze worden gemaakt uit het ingezonden mate riaal en deze commissie beslist welke films aan de com petitie zullen deelnemen. Onder korte film wordt hier verstaan een 35 mm. film met een maximale lengte van 1000 m., die na 1 December 1958 is gemaakt en uitzonderingen voorbehouden in Frankrijk nog niet in exploitatie is geweest. Films, welke op enig Internationaal Festival reeds een eerste prijs hebben behaald, zijn van deelneming uitge sloten. Producenten of hun vertegenwoordigers kunnen hun deelname vóór 15 October a.s. kenbaar maken, onder op gave van de titels en verdere bijzonderheden der in te zen den films. De aanmelding kan worden gericht aan 1'Asso- ciation Frangaise pour la Diffusion du Cinéma, 21 Rue de La Tour d'Auvergne, Paris 9e. Een 35 mm. copie van de te vertonen film dient vóór 15 November op genoemd adres beschikbaar te zijn. Een bijzondere bepaling uit het reglement is tenslotte nog dat, behoudens tegenbericht van de producent, de or ganisatoren vrij zijn om gedeelten uit de ingeschreven films door de Franse televisie te laten uitzenden in het kader van de aan het Festival gewijde programma's. Nadere inlichtingen, benevens een exemplaar van het volledige reglement zijn op schriftelijke aanvrage bij bo vengenoemd adres verkrijgbaar. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 18