Operateiipsexameii 1960
Zoals reeds eerder werd gepubliceerd vond het schrif
telijk gedeelte van het operateursexamen 1960 plaats op
1 en 2 Juni j.1. De mondelinge examens zijn intussen,
met inbegrip van het examen ter verkrijging van het
Praktijk Certificaat, afgenomen op 30 en 31 Augustus.
De belangstelling voor de examens was dit jaar ge
ringer dan in de voorafgaande jaren, hetgeen overigens
gezien de benarde situatie op de arbeidsmarkt was te ver
wachten.
Toch meldden zich voor het examen ter verkrijging van
het diploma A of B nog 75 candidaten aan tegen 117 in
1959, en voor het examen ter verkrijging van het Praktijk
Certificaat 38 candidaten tegen eveneens 38 in 1959.
Van deze 75 candidaten liet ook ditmaal bij het schrif
telijk of mondeling examen een gedeelte verstek gaan,
terwijl voorts diverse examinandi na het schriftelijk
examen moesten worden afgewezen. In het examenregle
ment is namelijk bepaald, dat indien een candidaat voor
het schriftelijk werk het cijfer 4 of minder krijgt, hij niet
tot het mondelinge examen in het desbetreffende vak
wordt toegelaten.
Deze bepaling leidde ertoe, dat de volgende afwijzin
gen na het schriftelijk gedeelte plaatsvonden (de tussen
haakjes geplaatste getallen geven de corresponderende
cijfers voor 1959 aan)
Praktijk
Brandbeveiligingsvoorschriften
Lichttechniek
Electrotechniek
Voorschriften Electrotechniek
Versterkertechniek
Dit naar verhouding vrij grote aantal mislukkingen bij
het schriftelijk examen kon bepaald niet worden toege
schreven aan de opgaven, aangezien deze over het alge
meen beslist eenvoudiger waren dan die van 1959. Kenne
lijk waren dus de voorbereidingen van ettelijke candida
ten minder grondig geweest.
18%
(17%)
20
(25.%)
52%
(29%)
23%
(27%)
0%
(13%)
38%
(24%)
De verwachtingen voor het mondelinge examen waren
aldus nogal somber, temeer daar zich onder de voor dit
gedeelte toegelaten candidaten nog een vrij groot aantal
zogenaamde twijfelgevallen bevond, zijnde examinandi
met een schriftelijk cijfer tussen 41/2 en 6.
Het verheugt ons daarom te kunnen zeggen, dat het
uiteindelijke resultaat toch nog is meegevallen, behalve
voor wat betreft het onderwerp electrotechniek.
Van de candidaten die mondeling zijn geëxamineerd,
slaagde namelijk voor het onderwerp Praktijk 81
Brandbeveiligingsvoorschriften 75 Lichttechniek
85 Voorschriften Electrotechniek 93% en Versterker
techniek 70 Het vak Electrotechniek vormde met 39
een schrille tegenstelling, doch dit vak telde dan ook na
het schriftelijk de meeste „twijfelgevallen" n.1. bijna
40%.
De in de vorige alinea genoemde percentages geven
natuurlijk geen juist beeld van de eigenlijke examen
resultaten die door de vorm van de examens niet nauw
keurig in cijfers vallen uit te drukken.
Volledigheidshalve zij daarom nog eens in herinnering
gebracht dat het in verscheidene combinaties van vakken
mogelijk is het examen in gedeelten af te leggen. Een
candidaat kan aldus voor bijvoorbeeld drie vakken slagen,
maar toch geen diploma verwerven omdat daarvoor in
een gegeven geval vier vakken nodig zijn. Een andere
candidaat kan, door voor slechts één vak een voldoende
cijfer te behalen, het B-diploma verkrijgen, indien hij bij
voorgaande examens reeds voor de andere vakken is ge
slaagd. Zo zijn er talrijke combinaties mogelijk, waardoor
een opgave van het aantal in een bepaald jaar uitgereikte
diploma's qua examenresultaat zeer weinig zegt.
Dit in aanmerking nemende biedt een overzicht van de
totaaluitslagen per vak meer houvast en wij laten een dus
danig overzicht daarom hieronder volgen: (de tussen
haakjes geplaatste getallen zijn de overeenkomstige cijfers
van 1959)
Vak
Aantal
Niet
Afgewezen
candidaten
ver
na
schenen
schriftelijk
Afgewezen Geslaagde
candidaten
Praktijk
34 (57)
6 (10)
5 (13)
22 67% (60%)
Brandbeveilig.
voorschriften
36
(60)
1
7
(15)
5
(12)
Lichttechn.
31
(51)
2
15
(16)
2
5)
Electrotechn.
34
(52)
4
7
(14)
14
7)
Voorschr.
Electrotechn.
15
(22)
1
3)
1
3)
Versterkertechn.
17
(21)
1
6
5)
3
4)
23 65% (54%)
12 41% (54%)
9 30% (56%)
13 93 (71
10 63% (55%)
21