Bedrogen uitgekomen Filmrecensies in Christelijk dagblad Nauwelijks was de eerste advertentie van de reclame campagne ..Samen naar de film ja, gezellig" versche nen of haar viel reeds een onderscheiding te beurt. In het reclamevakblad „Revue der Reclame", dat tevens het officiële orgaan is van het Genootschap voor Reclame, worden elke maand de drie „favoriete reclamefoto's" ge publiceerd. Uit alle reclamefoto's, die in de afgelopen maand in de pers zijn verschenen, worden deze als de beste gekozen. Uit de oogst van de maand September heeft de „Re vue der Reclame" de foto uit de advertentie van de Neder- landsche Bioscoop-Bond „De man, die zijn vrouw be grijpt waarop een roos met twee bioscoopkaartjes is afgebeeld, als één van de drie beste gekozen. In het Oc- tobernummer van dit reclamevakblad zal deze foto met een toelichting worden gepubliceerd. De foto werd gemaakt door Paul Huf. Ook bij onze leden heeft de ontworpen campagne een goede ontvangst gehad. Indien zij op dezelfde wijze aan slaat bij de vele duizenden die, blijkens een onlangs inge steld psychologisch onderzoek naar de betekenis van de bioscoop in ons land, graag wat meer naar de film zou den willen gaan, dan is er driemaal in de roos geschoten en op de derde keer komt het aan. In Nijmegen is ons bedrijf een teleurstellende ervaring rijker geworden op het stuk van de bioscoopbelasting. De exploitanten ter plaatse hadden, toen Burgemeester en Wethouders een herziening van de verordening in kwestie voorbereidden, welke een tegemoetkoming moest sugge reren, maar alleen een grotere differentiatie inhield waaraan niemand iets had zelfs niet de belastingdienst die er meer werk door kreeg hun gemeentebestuur ge vraagd om een betere en nuttiger oplossing dan de voor gestelde. Licht geheel dit systeem van ontheffingen er uit, luidde hun dringende bede en maak er een iets lager ta rief van dat uniform geldt voor alle bioscopen. Zij heb ben gezamenlijk en met steun van hun organisatie ge tracht in ieder geval te voorkomen, dat wat als een ver betering werd aangekondigd een verslechtering zou gaan betekenen, omdat niet allen gelijkelijk zoals in het ver leden van de gestelde normen zou profiteren, maar slechts één hunner. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders had namelijk tot strekking, dat een film die waar dan ook in Nijmegen gelopen had alleen dan belastingverlaging zou kunnen erlangen, wanneer zij in een bepaalde met name gerubriceerde bioscoop werd vertoond. De exploitanten voerden sterke argumenten aan, want het na-oorlogse Nijmegen was dank zij hun offers en hun initiatieven verrijkt met een aantal prachtige bioscopen, waarvan iedereen profiteert behalve zij zelf, omdat het rendement vooralsnog op zich laat wachten. Het gemeente bestuur moet aanvankelijk onder de indruk gekomen zijn van hun betoog, omdat het, hoewel niets toezeggende, toch graag aan de hand van een boekenonderzoek wilde weten of het werkelijk allemaal zo ernstig was. Nu bestaan er bij het Bestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, dooi de ervaring wijs geworden, grote bezwaren tegen zulk een boekenonderzoek. Hier is slechts in één geval aan mee gewerkt, toen namelijk het Ministerie van Economische Zaken enige jaren geleden in verband met de ministeriële belangstelling voor het probleem van de vermakelijkheids- belasting een landelijk onderzoek naar de bedrijfssituatie heeft ingesteld. Ondanks dat heeft het Hoofdbestuur bij uitzondering in Nijmegen zijn fiat aan zulk een boeken onderzoek gegeven. Het resultaat was geheel in overeen stemming met hetgeen de exploitanten hadden betoogd. Burgemeester en Wethouders moesten zelfs erkennen, dat de situatie allerminst rooskleurig kon worden genoemd. Het lag dus in de lijn van de verwachting, dat het ge meentebestuur dat deel van zijn ingezetenen, dat boven dien door extra plaatselijke lasten getroffen werd, tege moetkwam nu het minder goed ging, vooral omdat zulk een tegemoetkoming aan de kwaliteit van de programme ring en de standing van de exploitaties dienstig kon zijn, derhalve ook aan een algemeen gemeentelijk belang. De exploitanten van Nijmegen zijn echter bedrogen uit gekomen. Het gemeentebestuur veegde hun papieren van de tafel met de opmerking: „Als het zo met jullie gesteld is, helpen die paar procenten ook niet", en ging over tot de orde van de dag, dat wil zeggen speelde, alsof er niets gebeurd was, zijn eenmaal begonnen differentiatiespelletje uit, natuurlijk om niemendal, maar d»ar was het uiter aard om begonnen. Het gemeentebestuur spele rustig zijn spel. Wanneer het met de mores van hen die over de be langen van anderen hebben te waken zo gesteld is, kan men bezwaarlijk egards verwachten. Het geval Nijmegen heeft eens temeer aangetoond, dat het totaal verouderde systeem waarop de bioscoopbelasting rust de weg tot wille keur openlaat in evenveel schakeringen als er gemeenten in den lande zijn. Het worde zo gauw mogelijk van de tafel geveegd. Het is een verheugend verschijnsel, dat ook in orthodox protestantse kringen steeds meer het inzicht groeit, dat film en bioscoop instituten zijn, die men niet zonder meer kan verwaarlozen. Thans heeft na uitvoerige overwegingen de redactie van het (Christelijk) „Zeeuwsen Dagblad" besloten een begin te maken met het schrijven van film recensies, aldus een aankondiging in de editie van 1 Sep tember. De aankondiging ging vergezeld van een uitvoe rige toelichting, die wij hier gaarne overnemen: „Wij willen onze lezers deze rubriek niet opdringen en menen", zo schrijft de redactie, „dat men er recht op heeft te weten, welke motieven ons hebben geleid tot het nemen van deze beslissing. De berichtgeving over de film dient, naar onze mening, te worden gezien als een uitvloeisel van het verantwoor delijkheidsbesef voor de dienst aan de lezer. De christelijke krant heeft evenals overigens alle persorganen een belangrijke voorlichtende taak. Wij hebben tot op heden slechts sporadisch aandacht besteed aan de films, die in ons gewest worden vertoond. Het is echter gebleken, dat meer dan vroeger velen in Zeeland belangstelling tonen voor film en bioscoop en ook ge regeld films gaan zien. Wij menen daar de ogen niet voor te mogen sluiten. Is het dan niet onze plicht juist op dit terrein voorlichting te geven vanuit de christelijke visie? Het mag naar onze mening niet langer Driemaal in de roos

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1960 | | pagina 3