Wetsontwerp tot wijziging der Bioscoopwet De regering heeft onlangs bij de Tweede Kamer een ontwerp van wet tot wijziging van de Bioscoopwet ingediend. In dit wets ontwerp zijn een aantal principiële wijzigingen en voorts een groot aantal technische verbeteringen van de huidige wetstekst voorge steld. Van deze voorstellen wordt hieronder een overzicht gegeven. In de Bioscoopwet worden onder de bioscoopvoorstellingen waar voor geen vergunning van Burgemeester en Wethouders is vereist onder meer genoemd: 2. openbare bioscoopvoorstellingen, waarbij uitsluitend films worden vertoond betreffende onderwerpen van wetenschap, nijver heid, landbouw en handel, welke als zodanig door de centrale commissie, bedoeld in artikel 15, zijn goedgekeurd. De nieuwe tekst van deze bepaling luidt: 2°. openbare bioscoopvoorstellingen, waarbij uitsluitend films werden vertoond, welker inhoud een wetenschappelijk, godsdienstig of voorlichtend karakter draagt dan wel die ten doel hebben han delsreclame te maken, mits deze films als zodanig door de Rijks commissie Filmkeuring, 'bedoeld in artikel 15, zijn aangewezen. In artikel 3 is bepaald, dat Burgemeester en Wethouders onder meer een vergunning tot het geven van bioscoopvoorstellingen kun nen weigeren, indien: 2°. de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven, niet voldoet aan de bij verordening gestelde of, bij gebreke daar van, door Burgemeester en Wethouders redelijkerwijs te stellen eischen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid; Deze bepaling is in het wetsontwerp vervangen door twee leden, namelijk 2°. de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven. niet voldoet aan de bij verordening gestelde eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid; 3°. de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven, bij gebreke van een verordening als hiervoren bedoeld, niet vol doet aan redelijkerwijs te stellen eisen van veiligheid, gezondheid zedelijkheid, en aan dit bezwaar niet door het stellen van voor waarden kan w orden tegemoet gekomen Ingevoegd is een nieuw artikel, dat luidt: Artikel 3a. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden met betrekking tot de eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid, aan welke de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven, moet voldoen. Aan het eerste lid van artikel 5, luidende ..Een besluit tot ver lening der vergunning houdt in een omschrijving van de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven" wordt het volgende toegevoegd: „alsmede de voorwaarden, waaronder de vergunning wordt verleend". Aan de bepalingen van artikel 6, waarin beroep bij Gedeputeerde Staten mogelijk is gemaakt voor het geval een vergunning wordt geweigerd, wordt in het nieuwe ontwerp uitbreiding gegeven door in tweede instantie een beroep op de Kroon mogelijk te maken, namelijk: 4. Het 'besluit van Gedeputeerde Staten kan, indien dit met de wet of het algemeen belang strijdt, door Ons worden geschorst cf vernietigd. De artikelen 169172 van de provinciale wet zijn te dezen van overeenkomstige toepassing. Wordt door Ons het besluit van Gedeputeerde Staten vernietigd, dan doen deze opnieuw uit spraak met inachtneming van Onze beslissing. Artikel 7 van de Bioscoopwet is in het nieuwe ontwerp vervallen. De bepalingen van dit artikel zijn bij andere artikelen onderge bracht. In artikel 8 is bepaald, dat de opbrengst van het vergunning- recht voor eenderde ten bate van het rijk komt en voor tweederde ten bate van de gemeente. In het ontwerp wordt voorgesteld, de opbrengst geheel ten bate van de gemeente te doen komen. Vergunningsvoorwaarden Een ingrijpende wijziging vindt men in artikel 9. In de bestaande wet luidt dit artikel: Art. 9. 1. Bij gebleken wenschelijkheid, kunnen de krachtens artikel 3, 2", gestelde eischen van veiligheid, gezondheid en zede lijkheid worden gewijzigd. Burgemeester en Wethouders zenden hiervan schriftelijk bericht aan den houder der vergunning, met bepaling van een termijn, waarbinnen door dezen aan de gewij zigde eischen zal moeten zijn voldaan. 2. Tegen eene aanschrijving <ds in het eerste lid van dit artikel bedoeld, kan de belanghebbende binnen één maand bij Gedepu teerde Staten in beroep komen. Gedeputeerde Stalen beslissen bin nen twee maanden na den dag waarop de voorziening is gevraagd. Een ingesteld beroep schorst den termijn, in het eerste lid bedoeld. De nieuwe tekst luidt: Artikel 9. 1. Burgemeester en wethouders kunnen: a. aan de verleende vergunning alsnog voorwaarden verbinden of aan een onder voorwaarden verleende vergunning nieuwe voor waarden toevoegen b. aan de vergunning verbonden voorwaarden wijzigen; c. aan de vergunning verbonden voorwaarden intrekken. 2. De raad kan bij wijziging van de in de verordening omschre ven eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid bepalen, dat deze mede voor lopende vergunningen gelden. 3. Van een besluit, als bedoeld in het eerste lid, en van een wijziging, als bedoeld in het tweede lid, zenden burgemeester en wethouders schriftelijk bericht aan de houder der vergunning, met bepaling van een termijn, waanbinnen aan dat besluit, onderschei denlijk aan de gewijzigde eisen, zal moeten zijn voldaan. 4. Ten aanzien van het instellen van beroep tegen een besluit, als in het eerste lid bedoeld, en tegen een ingevolge het derde lid bepaalde termijn is het bepaalde in artikel 6, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing. 5. Gedurende de termijn tot en de behandeling van het beroep, bedoeld in het vorige lid, blijft het besluit, bedoeld in het eerste lid, en de aanschrijving, bedoeld in het derde lid, buiten werking, tenzij burgemeester en wethouders in dringende gevallen anders bepalen. Verbetering van ieksi In de artikelen 10 tot en met 13 zijn geen ingrijpende wijzigin gen aangebracht. De wijzigingen hebben vrijwel uitsluitend 'betrek king op verbetering en verduidelijking van de tekst: Artikel 10 wordt gelezen: Artikel 10. Burgemeester en wethouders zenden een schriftelijke waarschuwing aan de houder ener vergunning, indien een inge volge deze wet gesteld voorschrift of een aan de vergunning ver bonden voorwaarde niet is nagekomen. Bij deze waarschuwing wordt een termijn bepaald, binnen welke de nakoming alsnog moet geschieden. Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt: Het eerste lid wordt gelezen: 1. Indien aan de waarschuwing, bedoeld in artikel 10, binnen de bepaalde termijn geen gevolg is gegeven of indien er na het zenden van de waarschuwing binnen een tijdsverloop van vijf jaren andermaal termen zijn voor toepassing van artikel 10, kan een vergunning door burgemeester en wethouders voor een tijd van ten hoogste zes maanden worden geschorst. b. Het derde lid wordt gelezen: 3. Gedurende de termijn tot en de behandeling van het beroep, bedoeld in artikel 13, blijft de schorsing buiten werking, tenzij burgemeester en wethouders in dringende gevallen anders 'bepalen. Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt: a. Het eerste lid wordt gelezen: 1. Een vergunning kan door burgemeester en wethouders uit sluitend worden ingetrokken, indien zich omstandigheden voor doen, op grond waarvan, indien zij vroeger bekend of te duchten waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd of indien de houder binnen vijf jaren na de waarschuwing, bedoeld in artikel 10, of de schorsing, bedoeld in artikel 11, andermaal een ingevolge of krachtens deze wet gesteld voorschrift of een aan de vergunning verbonden voorwaarde niet is nagekomen. b. Het derde lid wordt gelezen: 3. Gedurende de termijn tot en de behandeling van het beroep, bedoeld in artikel 13, blijft de intrekking buiten werking, tenzij burgemeester en wethouders in dringende gevallen anders bepalen. Het tweede en derde lid van artikel 13 worden gelezen: 2. Het bepaalde in artikel 6, derde en vierde lid, is van over eenkomstige toepassing ten aanzien van het instellen van beroep tegen een besluit, als in het vorige lid 'bedoeld. 3. Alvorens op een il gesteld beroep te beslissen, kunnen Gede puteerde Staten de bepaling, dat een besluit tot schorsing of in- 45

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 14