Amerikaanse exploitanten tegen filmcensuur Festival van San Sebastian Premies voor Westduitse speelfilms Festival voor industriële films te Turijn Herlijn se bioseopen sluiten één dag hun deuren In de Amerikaanse film- en bioscoopwereld is enige ongerustheid ontstaan over de toenemende kritiek, die in vele sectoren van het openbare leven wordt uitgeoefend met betrekking tot het morele peil van een aantal films en de plannen, die in een aantal Amerikaanse staten be slaan om naar aanleiding daarvan over te gaan tot de in voering van de een of andere vorm van filmcensuur. Een van de grote Amerikaanse organisaties van bio scoopexploitanten de Theatre Owners of America heeft met het oog op deze ontwikkeling thans het initia tief genomen tot het treffen van maatregelen, die de ver toning van films in zodanige banen moeten leiden, dat aan deze censuurdreiging voldoende weerstand kan worden geboden. De T.O.A. heeft te dien einde een commissie ingesteld, die op korte termijn voorstellen zal moeten doen om tot een effectieve „zelfregulering" van de zijde van het bio scoopbedrijf te komen teneinde ingrijpen van de overheid te voorkomen. Het ligt in de bedoeling om een soort van classificatie stelsel voor films in het leven te roepen, dat de mogelijk heid schept om films, die niet geschikt zijn voor verto ningen aan kinderen, als zodanig aan te duiden. Voorts wil men bevorderen, dat de Amerikaanse bioscoopexploi tanten uitsluitend films vertonen, die de goedkeuring heb ben verkregen van de Production Code Administration. Zoals men weet heeft de Amerikaanse filmindustrie des tijds een productiecode opgesteld, waarin vergaande voor schriften met betrekking tot filmvorm en filminhoud zijn gegeven om aldus een aanvaardbaar moreel peil van de films te waarborgen. In het reglement van het internationale filmfestival, dat van 8 tot 17 juli in San Sebastiaan zal worden gehou den, is bepaald, dat slechts één film uit elk land tot het festival zal worden toegelaten en dat in totaal niet meer dan tien films aan het festival mogen deelnemen. Elk land, dat een hoofdfilm inzendt, mag tevens een korte film voor het festival inzenden. De vertoning van de korte films mag niet meer dan twintig minuten in beslag nemen. Het festivalcomité heeft het recht om ten hoogste vier hoofdfilms en vier korte films boven het reeds genoemde tiental voor het festival uit te nodigen. Aan het festival wordt tevens de vertoning verbonden van een aantal Spaans-Amerikaanse films, teneinde de be trekkingen tussen de Spaanssprekende landen te bevor deren. Inschrijvingen voor deelneming aan het festival moeten uiterlijk 15 mei aan de leiding van het festival worden gezonden. De tot het festival toegelaten films moeten voor 1 juli ter beschikking van de organisatoren zijn gesteld. De Westduitse minister van Binnenlandse Zaken heeft een regeling in voorbereiding, die de Bondsregering de middelen zal moeten verschaffen om door middel van een premiestelsel de productie van speelfilms, die een culturele ambitie hebben, te bevorderen. Volgens deze regeling zal uit de overheidskas ieder jaar een bedrag van vier miljoen mark beschikbaar komen, waaruit premies voor de beste twintig films uit dat jaar zullen kunnen worden uitgekeerd. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de premies voor de eerste keer worden toegekend aan de films, die in 1961 worden geproduceerd. De minister van Binnenlandse Zaken zal een selectie commissie aanwijzen, bestaande uit een kleine groep van onafhankelijke personen, die met de toekenning van de premies zal worden belast. In deze commissie zullen zes vooraanstaande personen, uit het culturele leven, waar onder enkele hoogleraren, zitting nemen. Van verschillende zijden is er reeds voor gepleit om een grotere commissie in te stellen, waarin ook vertegenwoor digers van het film- en bioscoopbedrijf zouden worden opgenomen. Aan de samenstelling van de selectiecommis sie hecht men in filmkingen namelijk bijzondere waarde, omdat de ter beschikking staande gelden zullen worden verdeeld naar maatstaven, die deze commissie zelf zal moeten opstellen. Bij de toepassing van culturele maatsta ven zijn nog zeer verschillende waarderingsgrondslagen denkbaar, die ieder hun eigen filmeconomische conse quenties hebben. Met het oog hierop acht men een verte genwoordiging van het filmbedrijf in de selectiecommissie ten zeerste gewenst. Aangezien de Westduitse speelfilmproductie per jaar ongeveer honderd films beloopt, zal in beginsel één op de vijf films voor een premie in aanmerking kunnen komen. De commissie is evenwel bevoegd om, wanneer naar baai- oordeel geen twintig films van voldoend cultureel niveau zijn vervaardigd, minder dan twintig premies toe te kennen. Te Turijn zal van 25 tot 28 juni een internationaal festival voor industriële films worden gehouden. Dit festi val wordt georganiseerd door de Confederazione Generale deH'Industria Italiana. Elk land kan aan het festival deel nemen met ten hoogste vijftien films. Voorts is bepaald, dat alleen films zullen worden toegelaten, die na 1 januari 1960 zijn vervaardigd. De films, die op het festival zullen worden vertoond, worden ingedeeld in zeven groepen, namelijk algemene informatie over de industrie ten behoeve van een groot publiek; industriële techniek en productiviteit; markt onderzoek en verkooptechniek; wetenschappelijk onder zoek ten behoeve van de industrie; beroepsopleiding; in dustriële veiligheid en hygiène en tenslotte maatschappe lijk werk. Het Verband der Berliner Filmtheater heeft tijdens een algemene ledenvergadering besloten tot het houden van een actie ter verkrijging van verlaging van de vermake- lijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen. De vergade ring was van mening, dat de bioscoopondernemingen reeds iedere mogelijke vorm van bedrijfsrationalisering hadden toegepast, zodat een verdere kostenverlaging niet mogelijk is. Verlaging van de vermakelijkheidsbelasting is daarom de enige mogelijkheid om het bioscoopbedrijf in West- Berlijn, dat zich in zijn bestaansmogelijkheden bedreigd ziet. te kunnen handhaven. De bioscoopexploitanten ach ten een volledige afschaffing van de vermakelijkheidsbe lasting noodzakelijk. 54

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 23