Huldiging Bondsvoorzitter Jaarvergadering Afdelingsraad Ledenvergadering Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten Het vertrouwen, dat de Bondsvoorzitter bij gelegenheid van zijn zestigste verjaardag vele blijken van sympathie zouden toestromen, is niet beschaamd. Hoewel deze ver jaardag geen aanleiding tot een bijzondere viering in Bondskringen is geweest, hebben zeer velen schriftelijk, telefonisch, telegrafisch of door het zenden van een atten tie blijk gegeven van hun waardering voor de figuur van de Bondsvoorzitter en de heer Miedema daarmede een grote mate van voldoening geschonken. Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de Bondsvoorzitter heeft het Hoofdbestuur van de Nederland- sche Bioscoop-Bond de heer en mevrouw Miedema op 6 februari een diner aangeboden, waaraan door alle leden van het Hoofdbestuur met hun dames, alsook door de ereleden van de Bond. de afdelingsvoorzitters en de Direc teur en de Adjunct-Directeur met hun dames, werd deel genomen. Aan tafel werd het woord gevoerd door de heren H. S. Boekman. Vice-Voorzitter van het Hoofdbestuur en Voor zitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, C. van Willigen, Voorzitter van de Afdelingsraad, J. Nijland Jr., lid van het Hoofdbestuur en Voorzitter van de Afdeling Het Oosten, W. F. Dubbeldeman, Voorzitter van de Afde ling Amsterdam, R. Uges, Secretaris van het Hoofdbestuur en Voorzitter van de Afdeling 's-Gravenhage en J. G. J. Bosman, Bondsdirecteur, die in hartelijke bewoordingen hun respect hebben betuigd voor de verdiensten, die de heer Miedema zich in een reeks van jaren in tal van func ties heeft verworven. Namens de deelnemers aan het diner is de heer Miedema een stoffelijk blijk van waardering overhandigd. Zeer onder de indruk van de hem bewezen hartelijkheid heeft de heer Miedema mede namens zijn echtgenote uit voerig dank gebracht aan degenen, die deze zestigste ver jaardag voor hem tot een onvergetelijke dag hebben ge maakt. Op 20 maart hield de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten haar jaarlijkse ledenvergadering te Amsterdam. De jaarstukken werden ongewijzigd vastge steld en de periodiek aftredende Bestuursleden de heren C. S. Roem, Voorzitter. L. W. R. Meyer, Vice-Voorzitter en M. de Haas, Penningmeester werden in hun respectieve functies herkozen. Overigens is uitvoerig van gedachten gewisseld over de Bestuursvoorstellen om in het kader van de komende filmweek in Arnhem, bij voorkeur in de foyers van het Rembrandt Theater aldaar, een foto-expositie in te rich ten betreffende het werk van de Nederlandse filmprodu centen in de afgelopen jaren. Bij die gelegenheid zal dan tevens een keur van de door Nederlandse cineasten tijdens buitenlandse filmfestivals verworven prijzen, worden ten toongesteld. Verder bestaat het voornemen om tijdens de filmweek een eenvoudig boekwerkje uit te geven waarin een overzicht wordt geboden van de films die de gezamen lijke Nederlandse producenten gedurende de laatste 5 jaren hebben vervaardigd. De Bestuursvoorstellen werden goedgekeurd zodat thans met de uitvoering van genoemde plannen kan worden begonnen. Tenslotte kwamen nog diverse onderwerpen aan de orde die tot discussie aanleiding gaven. In dit kader noemen wij hiervande consequenties van de komende commerciële televisie voor het filmproductie- en -fabricagebedrijfde verhouding film/televisie; de gang van zaken bij de Stichting Productiefonds voor Ne derlandse Films; de verhouding R.V.D./productiebedrijf, met name voor wat betreft de rijksopdrachtcontracten; verzekeringskwesties en modelcontracten voor diverse me dewerkenden aan de filmproductie. Tijdens de vergadering werd aan de reeds enige tijd geleden afgetreden administrateur van de Afdeling, de heer H. G. C. Bergman, een blijvend aandenken ter hand gesteld, als bewijs van erkentelijkheid voor de vele en ge wichtige diensten welke hij de Afdeling in zijn functie heeft bewezen. De Afdelingsraad heeft op dinsdag, 7 maart op het Bondsbureau zijn jaarlijkse ledenvergadering gehouden onder leiding van de Voorzitter, de heer C. van Willigen, die begon met de nieuwe leden van de Raad, de heren Drs. J. A. M. Bouts uit Geleen en A. A. Moser uit Naald wijk, alsmede de eregasten, de heren J. van Bentum uit Wassenaar en J. E. F. de Nijs uit Breda, in het bijzonder welkom te heten. Onder dankzegging aan de betrokken functionarissen werd vervolgens het jaarverslag van de Secretaris, de heer W. F. Dubbeldeman, alsmede de rekening en verantwoor ding over 1960 van de inmiddels afgetreden penning meester, de heer J. van Bentum, goedgekeurd. De concept begroting van het Bestuur voor 1961 werd eveneens aan genomen. Periodiek aftredend als leden van het Dagelijks Bestuur van de Raad waren de heren J. van Bentum, L. van Dom melen en W. F. Dubbeldeman. De heer Van Bentum had medegedeeld, dat hij niet meer herkiesbaar was als lid van de Afdelingsraad, daar hij zijn bedrijf kort tevoren had overgedaan en dus geen zitting meer kon hebben in Bondscolleges. Op voorstel van de heer J. Nijland werd in zijn plaats tot lid van het Dagelijks Bestuur benoemd de heer K. W Elverding uit Nijmegen. De heren Van Dommelen en Dubbeldeman werden herkozen. Op voor stel van de Voorzitter werd accoord gegaan met de benoe ming van de heer L. van Dommelen tot dan toe gewoon bestuurslid tot lid-penningmeester van de Raad. Hierna stelde de Afdelingsraad de jaarlijkse aanbeve lingen vast aan het Hoofdbestuur van de Bond voor de benoeming van leden en plaatsvervangende leden in de nieuwe zakencommissies. de arbitragecolleges en de Socia le Commissie. Aangezien ter vervulling van de Hoofdbe- stuursvacatures, ontstaan door het periodiek aftreden van de Hoofdbestuursleden Joh. Miedema, Voorzitter, R. Uges, Secretaris en W. J. F. van Ewijk, lid, geen andere candi- daten waren gesteld, dan de periodiek aftredende leden, leverde dit punt van de agenda geen stof tot discussie. Na de behandeling van een aantal organisatorische- en bedrijfsaangelegenheden huldigde de Voorzitter tijdens de lunchpauze de afgetreden leden van de Raad, de heren J. van Bentum en J. E. F. de Nijs. Laatstgenoemde had zijn zetel ter beschikking gesteld om de benoeming van het Hoofdbestuurslid, de heer J. A. M. Bouts in de Afde lingsraad mogelijk te maken. De Voorzitter stipuleerde, 39

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 9