De Nederlandse film in foto De Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducen ten van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft tijdens de Internationale Filmweek Arnhem 1961, acte de présence gegeven door het organiseren van een expositie van foto materiaal en attributen, betrekking hebbende op de Ne derlandse filmproductie in de afgelopen vijf jaren. De tentoonstelling, die de naam „De Nederlandse film in fo to" had gekregen en een plaats had gevonden in de fraaie bovenfoyer van het Rembrandt Theater trok van de zijde van de Filmweekbezoekers veel belangstelling. De expositie werd 's maandagsmiddags geopend door prof. dr Ph. J. Idenburg, voorzitter, van de sectie Film kunst van de Raad voor de Kunst, die zich op gees tige wijze van deze taak kweet. Uit de rede, die prof. Iden burg bij die gelegenheid uitsprak, nemen wij gaarne enkele passages over. Prof. Idenburg wees erop, dat de Bedrijfsafdeling zich bij de samenstelling van de expositie heeft beperkt tot de films, die in de afgelopen vijf jaar zijn vervaardigd. Een uitzondering is daarbij slechts gemaakt voor het journaal, Prof. dr Ph. J. Idenburg opende de tentoonstelling door het door knippen van een film, die de toegang afsloot. waarin beelden zijn opgenomen uit het uil het heden. verleden zowel als Het is goed, aldus prof. Idenburg. dat deze tentoonstel ling kon worden ingericht in „Het Huis", dat het centrale punt van de Internationale Filmweek vormt. Dit feit stel de de ontwerper, de heer Rob Parry voor een aantal be perkingen. Het was slechts bij uitzondering mogelijk foto panelen en dergelijke aan de wanden te bevestigen. Ook op „Glas" is dat natuurlijk bezwaarlijk. Daarom is ge werkt met speciale staalconstructies. Het is voor mij een voorrecht, deze tentoonstelling te mogen openen. In de „Dagen mijner Jaren" is mij een dergelijke taak slechts zelden ten deel gevallen. Gij ver wacht niet van mij, dat ik haar met veel „Fanfare" zal verrichten. Maar ik mag bij deze gelegenheid toch wel een enkel woord zeggen, niet over de tentoonstelling maar over haar object: de Nederlandse filmproductie als zoda nig, aldus prof. Idenburg, die zich in lovende bewoordin gen over deze bedrijfstak uitliet. Tegelijk sprak hij echter de vrees uit, dat deze activiteit in ons land niet de erken ning krijgt, die zij verdient. De achteloze critici riep prof. Idenburg daarom een „Makkers staakt uw wild geraas" toe. Maar het is niet alleen een stuk pers en publieke opi nie, dat hier tegen zit. Er zijn hier ook financiële obsta kels. Het Productiefonds verricht op dit stuk goed werk. Maar, aldus prof. Idenburg, ik ben wel onder de indruk gekomen van het feit, dat het succes van een Nederlandse speelfilm waanzinnig groot moet zijn wil deze film baten afwerpen. En ik heb begrepen, dat in deze situatie de be- lastingpolitiek een bijzonder bezwarende rol speelt. „Daarom voeg ik met overtuiging mijn stem bij die van hen,die daartegen protesteren. Dit ia een ernstige zaak. Wij hebben in deze „Lage Landen" na de oorlog gestreefd naar een actieve cultuurpolitiek. De gedachte daarvan is, dat de overheid moet doen wat in haar vermogen is om de kunsten in haar ontplooiing te steunen en een zo groot mogelijk deel van het volk toegang te geven tot haar uitin gen. Wij hebben in casu te maken met een element van afremmende, frustrerende cultuurpolitiek, waar stimule rende zorg om niet te zeggen vurige liefde „Faja Lob- bi" zou men in Suriname zeggen op haar plaats zou 55 zijn „Want hier zijn talenten en wij zijn bezig er nog meer te vormen ik noem slechts de Nederlandse Filmacade mie en de overheidssteun voor kunstzinnige films zij moeten kansen krijgen om zich ook in de grotere speelfilms te manifesteren. Voor deze zaak moet met ernst de aan dacht van de regering worden gevraagd. Het is ook een „Zaak M.P.", voor Members of Parliament. „Het Mes" moet hier spoedig ter hand worden genomen om de belem meringen voor een bloeiende speelfilmproductie weg te ruimen en de bedrijvigheid op dit stuk voor een „Stran ding" te behoeden. Ik hoop, dat het geen „Strijd zonder Einde" zal zijn". Prof. Idenburg besloot zijn toespraak als volgt: „Intussen „Hora est". Ik mag u met mijn woorden de toegang tot het tentoongestelde niet langer verhinderen. „Los de Vang"! Ik verklaar de fototentoonstelling „Vijf jaar Nederlandse filmproduktie" geopend met de wens, dat zij mag bijdragen tot de erkenning, die deze filmpro ductie verdient". Voorwat de tentoonstelling zelf betreft, kan nog wor den vermeld, dat een indeling was gemaakt in vijf hoofd- 114

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 12