Bijeenkomst Stichting
Filmcentrum
Een naoorlogse ontwikkeling in de opvattingen omtrent
de speelfilm, die door spaarzame maar periodiek optre
dende verschijnselen in de vooroorlogse jaren werd voor
bereid, heeft een meer reële en levensechte visie op de
mens en op zijn samenleving gestimuleerd. En als wij die
opvattingen omschrijven als een meer documentaire aan
pak van de speelfilm dan wordt daarmee zowel de zijde,
vanwaar een beïvloeding ten goede is uitgegaan, aange
duid, alsook een uiterst gecompliceerd geheel van stijlen
en benaderingsmogelijkheden, die toch een grote mate van
samenhang vertonen. Flaherty's menselijke documentaires
vallen binnen die ontwikkeling, maar ook de Amerikaanse
sociale films uit de dertiger jaren, de naoorlogse En
gelse speelfilm met zijn documentaire inslag, natuurlijk
de hoogtepunten van het Italiaanse neorealisme en, van
meer recente datum, de verschillende resultaten van het
..nieuwe filmen", zoals daar zijn de Engelse „free cinema",
de Franse ,.Style dactylo", de Amerikaanse ..spontaneous
cinema".
Deze verschillende mengvormen van speelfilm en docu
mentaire hebben de schimmen van het witte doek dichter
bij de toeschouwer gebracht. Zij hebben gemeen het ob
serveren van de mens in zijn natuurlijke gedragingen en
reacties, de reportagestijl van het gebeuren, de zucht om
het leven te betrappen.
Daarmee heeft de mens in de film zijn herkenbaarheid
teruggekregen en is voor de toeschouwer de mogelijkheid
geopend zich intensiever dan ooit met de filmkarakters te
identificeren, niet om zich daarbij over te geven aan de op
teleurstelling uitlopende illusies van een schijnwereld,
maar om zich te sterken en te troosten met of zich te spie
gelen aan de reële verbeelding van een mens in zijn le
venslange worsteling met de waarheid.
Na de inleiding van de heer Boost werd de film „Twee
ogen, twaalf handen" van de Indische regisseur V. Shan-
taram vertoond. Voor de bijeenkomst van de Katholieke
Film Actie bestond grote belangstelling.
Eén van de aantrekkelijke kanten van de Internationale
Filmweek in Arnhem is ongetwijfeld, dat behalve het bio
scoopbedrijf ook de culturele instellingen op filmgebied
in de gelegenheid worden gesteld „acte de présence" te
geven. Tot de organisaties, die dit jaar de gelegenheid
aangrepen om in Arnhem hun activiteiten te ontplooien,
behoorde de Stichting Filmcentrum, die op woensdag
7 juni een bijeenkomst belegde in het Saskia Theater,
waar het thema „Verfilmde Ikonen" aan de orde werd
gesteld.
De bijeenkomst werd geopend door de heer P. J. van
Mullem, die omstreeks 250 aanwezigen, waaronder de
burgemeester van Arnhem, de heer Ch. G. Matser, en de
Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de heer
Joh. Miedema, welkom kon heten. De heer Van Mullem
wees er in zijn toespraak op, dat ondanks de grote poli
tieke en ideologische spanningen er toch banden van
kunst en cultuur tussen Rusland en het Westen zijn blijven
bestaan. De ikonenkunst van het verleden en de filmkunst
van het heden zijn twee grote bijdragen van Rusland tot de
Europese cultuur. Beter dan langs de glibberige paden
van de politiek zullen de Russische en de Westerse mens
tot elkaar kunnen komen langs de wegen van kunst en
religie.
De directeur van de Stichting Filmcentrum, de heer
J. A. Hes, deed vervolgens enkele mededelingen over het
werk van Filmcentrum. Hij wees op de nieuwe statuten,
die dit werk een oecumenisch karakter hebben gegeven.
Filmcentrum wil waardevolle films ondersteunen door om
de drie maanden aan tenminste een en ten hoogste drie
films het predikaat „Film van het Seizoen" toe te kennen.
Als voorfilm werd daarop vertoond „Zoals de nachte
gaal wacht op de zomer", een film van het voorlichtings
departement van de Wereldraad van Kerken, waarin een
beeld wordt gegeven van de vestiging van een groep Rus
sische oud-gelovigen in Brazilië. Deze mensen, die een
sterke gemeenschapsband kennen, zijn door de communis
tische revolutie eerst uit Rusland en later uit China ver
dreven en zo in Hongkong terecht gekomen. Interkerkelijke
hulpverlening zorgde voor de nieuwe mogelijkheden in
Brazilië.
Na de pauze hield prof. dr P. Hendrix, hoogleraar in de
cultuurgeschiedenis aan de rijksuniversiteit te Leiden, een
inleiding over de betekenis van de ikonen. Prof. Hendrix
legde er de nadruk op, dat ikonenkunst kerkelijke kunst
is. Wij kunnen het ikon nooit van de kerk losmaken. Wat
de bijbel is voor het oor is het ikon voor het oog. Woord,
ikon en sacrament stellen ieder op hun wijze Christus
tegenwoordig.
In het huidige Rusland bestaat vooral onder de jongeren
veel liefde en belangstelling voor de ikonen. Deze getui
gen van een cultureel verleden, dat men met een aureool
heeft omgeven. Ook van overheidswege is er belangstelling.
Daarbij wordt het oud-Russische aspect op de voorgrond
gesteld en het kerkelijk-godsdienstige min of meer ter
zijde gelaten. Men wil tegenover de „christelijke mytholo
gie" staan zoals het westen tegenover de Griekse mytholo
gie. Intussen is er in Sowjet-Rusland toch ook een religi
euze herleving, met name onder de jonge generatie, aldus
prof. Hendrix.
De bijeenkomst van de Stichting Filmcentrum werd af
gesloten met de vertoning van de Russische kleurenfilm
„Roebijov, schilder van het oude Rusland". De film is
geregisseerd door A. Koestov en tot stand gekomen ter
gelegenheid van Roebij ov's zeshonderdste geboortedag.
Andrej Roebljov was een orthodoxe monnik in wiens wer
ken de ikonenkunst van de dertiende en veertiende eeuw
een indrukwekkend hoogtepunt bereikte. De film geeft in
prachtige kleuren en met grote aandacht voor details een
overzicht van het oeuvre van Roebljov.
Dankzij de boeiende inleiding van prof. Hendrix heb
ben de aanwezigen ten volle kunnen genieten van dit
samengaan van filmkunst en ikonenkunst. De Stichting
Filmcentrum kan dan ook terugzien op een geslaagde bij
eenkomst; na de oecumenische filmconferentie te Drie
bergen, de internationale oecumenische filmconferentie te
Utrecht en de filmvoorlichtingsweek in Hilversum reeds de
vierde in de eerste helft van 1961.
124