Dr Glastra van Loon over keuringsnormen N.V. Groninger Bioscooptheater Luxor zaken werden ge daan. Zij volgde jaren geleden de heer Rust op, die des tijds directeur was van genoemde bioscoop. Zij overleed op donderdag 29 juni j.1. tijdens een tradeshow te 's-Her- togenbosch ten gevolge van een hartaanval. Haar begrafenis geschiedde op zaterdag 1 juli in aan wezigheid van de heer H. Zondervan, voorzitter van de Afdeling Het Noorden, de heer G. Schepel, secretaris, als mede de Groninger exploitanten en collega's. Door de heer Ploeger, directeur van Luxor, en de heer N. E. Kamper- dijk, leider van de Palace te Groningen, werd aan de groeve gesproken. Kort voor het ter perse gaan van dit nummer bereikte ons het bericht, dat de stichter van het bekende Nieuw Weekblad voor de Cinematografie, Pier Westerbaan, op 8 juli onverwacht overleed in de leeftijd van 76 jaar. De heer Westerbaan was een der oudste donateurs, zo niet de oudste, van de Bond. Hij was dit al, voorzover valt na te gaan, in 1927. Zelden of nooit ontbrak hij op leden vergaderingen van de Bond en hij was geregeld te vinden op de Filmbeurs te Amsterdam. Uit hoofde van zijn onmiskenbare verdiensten past ons een eerbiedig saluut aan de nagedachtenis van deze over leden figuur, die zozeer met ons bedrijf was vergroeid. De crematie vond plaats op woensdag 12 juli te Wes- terveld. Namens het Hoofdbestuur heeft de heer R. Uges bij die gelegenheid de betekenis van de heer Westerbaan voor het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf in het licht gesteld. Tevens gaven van hun belangstelling blijk de secre taris van de Afdelingsraad, de heer W. F. Dubbeldeman, en de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman. Van het Hoofdbestuur was er een fraaie grafkrans. Op 30 juni 1961 is na een langdurige ziekte in de ouderdom van 67 jaar overleden de heer Walter Smith. filmproducent te 's-Gravenhage. De overledene behoorde tot de nestoren van het Ne derlandse filmproductiebedrijf en heeft, alhoewel hij maar weinig in de openbaarheid trad, talrijke Nederlandse films direct of indirect op zijn naam staan. De crematie vond op 4 juli op esterveld plaats en geschiedde op verzoek van de nabestaanden in alle stilte. Het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten heeft de echtgenote van de overlede ne schriftelijk van zijn deelneming doen blijken. Op 16 juli 1961 overleed geheel onverwacht op 60- jarige leeftijd de heer C. H. C. Hooft, eigenaar van een licht- en electrotechnisch bureau te Amsterdam en dona teur van de Bond. Het Hoofdbestuur van de Bond heeft aan de nabe staanden van de overledene zijn condoleances doen toe komen. Eveneens na een langdurige ziekte overleed in de leef tijd van 59 jaar op 20 juli 1961 de heer Rudi Hornecker. die tot voor kort in het kader van het Bondsiidmaatschap een filmproductiezaak te Voorburg exploiteerde. Hij beëindigde het lidmaatschap van de Bond wegens vertrek naar het buitenland, doch zijn ziekte verhinderde hem de uitvoering van dit voornemen. Van Bondswege is aan de nabestaanden deelneming betuigd. In een brochure van de Groninger Studenten Filmliga, die onlangs is verschenen, wordt fors, en in nogal „stu dentikoze" taal, te keer gegaan tegen het besluit van de Centrale commissie voor de filmkeuring, de film Les Amants niet voor openbare vertoning toe te laten, en ook in het algemeen tegen deze Filmkeuringscommissie zelf. Wel zegt prof. dr J. Th. Snijders: „Immers ligt de sek suele daad in een zo intiem vlak, dat ze, vertoond voor een groot publiek, geprostitueerd wordt", maar over het alge meen is men ook de studenten van mening, dat met dit verbod voor openbare vertoning, „een commissie zich alleen maar belachelijk maakt" (prof dr E. H. P. Baudet). Een voorzichtiger woordenkeus en beoordeling gaf de studente mejuffrouw Krijgsveld, die o.m. schrijft: „Wel gaat er intimiteit van deze liefdesscènes uit, die ongetwij feld gêne zal opwekken bij een groot gedeelte van het pu bliek. Het is dit zich gegeneerd voelen, dat volgens mij de eigenlijke oorzaak is van het niet door de censuur komen van deze film". Het komt mij voor dat deze jonge vrouw juist heeft aangevoeld waarom deze coitus-scènes niet publiekelijk kunnen worden vertoond. Haar mening nu komt ongeveer overeen met een van de hoofdargumenten der Herkeurings commissie „Overwegende, dat bovendien de weergave in een film van de meest intieme relatie en van het grootste mysterie dat tussen een man een een vrouw op aarde mogelijk is, voor een deel van het Nederlandse volk aanstootgevend en profanerend zal zijn, en dat de film in vele bijzonderheden telkens in strijd komt met de goede zeden". De (normale) mens zoekt voor de climax van zijn lief desuitingen en seksuele daden de intimiteit, het „alléén met-de-ander-één-zijn", dit in tegenstelling met vele dieren; het straathondenpaar voelt niet de minste gêne jegens het aanschouwend publiek. Nu verdween de onnatuurlijke valse schaamte, maar dit is iets geheel anders dan die natuurlijke gevoelens, welke de primitieve mens reeds ertoe brachten, zijn liefdesleven te beschouwen als iets persoonlijks, van hem en haar al léén waaruit later gevoelens van een hogere orde, van intimiteit en tederheid konden ontstaan. Bestaat niet het gevaar, dat wij door onze „nuchter- wetenschappelijke" benadering en ontleding van de Liefde, door een te ver gaande blootlegging van de samenstellende delen, het geheel ontsluieren en omlaag halen tot iets „ge woons", dat immers dagelijks zich afspeelt, en dat dus even natuurlijk is als eten en drinken met zijn honger en dorst en de lust der bevrediging hiervan? Niet vergelijkbaar Dit gevaar bestaat ongetwijfeld en de film Les Amants is er een tekenend voorbeeld van dat wij, ons 135

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 33