maar ook ver daarbuiten grote waardering heeft weten te verwerven. Onze documentaire filmers hebben internatio naal grote successen geboekt en verschillende onder hen hebben reeds de stap naar de speelfilm gedaan. Neen, wat artistieke instelling betreft behoeven wij, aldus de staats secretaris, voor de toekomst van de Nederlandse film niet bevreesd te zijn. Dat ik van een moeilijk stadium sprak, zo ging de staats secretaris verder, heeft een andere reden. Terwijl de Ne derlandse speelfilmproductie op gang begint te komen en al enkele zeer goede resultaten heeft afgeworpen, zijn er ondanks de materiële steun, die de overheid en het bio scoopwezen verlenen, toch nog financiële moeilijkheden. Men heeft haarfijn uitgerekend, dat een Nederlandse film alleen bij een ..waanzinnig" succes rendabel kan zijn. onder andere omdat ons taalgebied met zijn gering aan tal bioscopen té klein, en de druk van omzet- en verma- kelijkheidsbelasting té groot is. Een enkele criticus heeft een eenvoudige oplossing aan de hand gedaan: „vrijstelling van alle belasting". Nu, die oplossing is inderdaad radicaal, maar ik vrees, aldus de staatssecretaris, dat een dictator nodig zou zijn om haar te realiseren. Men zal wel begrijpen, dat afschaffing van alle belastingen in één sector een utopie is. Dit zou weer tal van nieuwe problemen, in het bijzonder tal van niet te rechtvaardigen ongelijkheden, oproepen. Het probleem is ernstig, want het zou én voor het Ne derlandse publiek én voor de Nederlandse filmkunst én Dr H. Reinink reikt de Filmprijs van de Raad van Europa uit aan Marianne Oswald voor haar film ..La Parole est au Fleuve". De heer .4. Delorm spreekt een kort noord ter inleiding van de staatssecretaris, die de Internationale Filmtveek Arnhem 1961 oi>ende. voor de filmers bijzonder jammer zijn. als weer teloor zou gaan. wat in enkele jaren is opgebouwd en wat een goede toekomst tegemoet scheen te gaan. U zult niet zo naief zijn, zo besloot de staatssecretaris, dat u een mededeling van mij verwacht, dat ik het pro bleem in één handomdraai heb opgelost. \lat ik u kan zeggen, is. dat ik de gevaren, die hier dreigen, zie. dat ik ze niet onderschat, en dat ik een open oog heb voor het belang, dat in een bloeiende Nederlandse filmkunst en in een gezonde regelmatige produktie van speelfilms gelegen is. Voorzover het in mijn vermogen ligt. deze bloei te be vorderen, wil ik dat gaarne van harte toezeggen. Moge deze Film week ertoe bijdragen, dat ook in de vele andere kringen, die tot de oplossing van dit vraagstuk kunnen bij dragen, het begrip voor de betekenis van de Nederlandse filmkunst groeiende wordt. Met de wens, dat vooral uit dit oogpunt, maar ook in alle andere opzichten deze filmmanifestatie een groot succes moge worden, verklaarde de staatssecretaris de Interna tionale Filmweek Arnhem 1961 voor geopend. De openingsavond kreeg een bijzonder accent door de uitreiking van de filmprijzen van de Raad van Europa, die geschiedde door dr H. J. Reinink, directeur-generaal voor de Kunsten en de Buitenlandse Culturele Betrekkin gen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. De filmprijs en de filmjournaalprijs van de Raad van Europa worden eenmaal per jaar toegekend bij gelegen heid van een in een der bij de Raad aangesloten landen georganiseerd filmfestival. Zowel de filmprijs als de film- 110

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 8