Commissie van Geschillen Nederlandsche Bioscoop-Bond volkomen ongebruikelijk is, dat zij, die directeur zijn van een vennootschap, aangesloten bij de Bond, als privé persoon op filmgebied zaken doen, in haar algemeenheid niet zou willen onderschrijven dat de Raad in de tweede plaats door appellante terecht be zwaar acht aangevoerd tegen het feit, dat de Commissie van Ge schillen niet heeft weten te voorkomen, dat in strijd is gehandeld met het bepaalde in artikel 15F van het Arbitrage Bondsreglement door afschrift van haar vonnis niet binnen veertien dagen na de uitspraak van de beslissing aan partijen te zenden, aangezien hier door immers tekort is gedaan aan de reglementair vereiste zorg vuldigheid; dat op grond van het vorenstaande het vonnis van de Commissie van Geschillen moet worden vernietigd en opnieuw rechtdoende geïntimeerde in haar vorderingen niet ontvankelijk moet worden verklaard en moet worden veroordeeld tot betaling van de arbi- tragekosten in beide instanties, welke in tweede instantie worden begroot op 100,zodat zij in totaal 150,komen te bedragen OPNIEUW RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID: VERNIETIGT het vonnis van de Commissie van Geschillen, waarvan beroep; VERKLAART geïntimeerde niet ontvankelijk in haar vorde ringen VEROORDEELT geïntimeerde tot betaling van de arbitrage- kosten in beide instanties, in totaal bedragende 150,(éénhon- derdenvijftig gulden). Aldus gewezen te Amsterdam op 13 november 1961. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (EERSTE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgend arbitraal vonnis gewezen inzake: RANK PRECISION INDUSTRIES (HOLLAND) N.V., geves tigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de Brouwers gracht 124, eiseres, contra FIRMA BIOSCOOP- EN THEATERONDERNEMING „ROVO", exploitante van het Rovo Theater te Oud-Gastel en kantoor hou dende te „Boombosch" Oud-Gastel, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Nederland sche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage Bonds reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage college voor de beslechting onder meer van geschillen tussen leden en donateurs van de Nederlandsche Bioscoop-Bond onderling. IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 8 september 1961 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op maandag 9 oktober 1961 in Hotel Krasnapolsky te Amsterdam: dat aldaar is verschenen de heer H. Timmer, directeur van eise res; dat gedaagde niet is verschenen en van haar generlei bericht van verhindering is ingekomen; dat de heer H. Timmer namens eiseres in hoofdzaak heeft ver klaard, dat gedaagde herhaalde malen is aangemaand om te beta len en dat zij nimmer aanmerkingen heeft gemaakt op de bedra gen die in de verschillende facturen vermeld waren dat de heer H. Timmer namens eiseres de Commissie heeft ver zocht bij veroordeling van gedachte in het vonnis te bepalen, dat de straf van boycot ten opzichte van gedaagde wordt uitgevaardigd, in dien gedaagde niet voldoet aan de uitspraak der Commissie; OVERWEGENDE: dat eiseres donateur en gedaagde lid is van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge artikel 32 van de Statuten en ar tikel 1 van het Arbitrage Bondsreglement alle geschillen tussen leden en donateurs met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage zoals die is geregeld in dat arbitragereglement dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder havige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan de Commissie niet on rechtmatig of ongegrond voorkomt; dat mitsdien eiseres vordering moet worden toegewezen met ge- daagdes veroordeling in de geschilkosten, die zijn bepaald op ƒ50 RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijke kwijting te betalen VEROORDEELT gedaagde voorts tot betalen van de geschil- kosten, bedragende 50, VERSTAAT dat ingevolge artikel 18 van het Arbitrage Bonds reglement de straf van boycot ten opzichte van gedaagde wordt uit gevaardigd, indien gedaagde in gebreke blijft een of beide boven genoemde bedragen te betalen voor 28 oktober 1961. Aldus gewezen te Amsterdam op 9 oktober 1961. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (EERSTE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgend arbitraal vonnis gewezen inzake: RANK PRECISION INDUSTRIES (HOLLAND) N.V., geves tigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de Brouwers gracht 124, eiseres, contra de heer L. P. VROLIJK, exploitant van het Luxor Theater te Steenbergen en kantoor houdende aldaar te „Boombosch" Oud- Gastel, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Nederland sche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage Bonds reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecolle ge voor de beslechting onder meer van geschillen tussen leden en donateurs van de Nederlandsche Bioscoop-Bond onderling. IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 8 september 1961 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op maandag 9 oktober 1961 in Hotel Krasnapolsky te Amsterdam; dat aldaar is verschenen de heer H. Timmer, directeur van eise res; dat gedaagde niet is verschenen en van hem generlei bericht van verhindering is ingekomen; dat de heer H. Timmer namens eiseres in hoofdzaak heeft ver klaard, dat gedaagde herhaalde malen is aangemaand om te betalen en dat hij nimmer aanmerkingen heeft gemaakt op de bedragen die in de verschillende facturen vermeld waren; dat de heer H. Timmer namens eiseres de Commissie heeft ver zocht bij veroordeling van gedaagde in het vonnis te bepalen, dat de straf van boycot ten opzichte van gedaagde wordt uitgevaardigd, indien gedaagde niet voldoet aan de uitspraak van de Commissie; OVERWEGENDE: dat eiseres donateur en gedaagde lid is van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge artikel 32 van de Statuten en artikel 1 van het Arbitrage Bondsreglement alle geschillen tussen leden en donateurs met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage zoals die is geregeld in dat arbitragereglement dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder havige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als ar bitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan de Commissie niet on rechtmatig of ongegrond voorkomt: 210

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 26