IIE ARCHITECT MI HET WOORD Inleiding De grote zaal Ir. S. van der Wal, directeur van Openbare Werken te Zwolle, over de verbouwing van het Odeon-complex te Zwolle. Concertzaal Hoewel reeds op 7 januari 1960 de bioscoopexploitatie in het Odeon-complex te Zwolle een aanvang had geno men door het gereedkomen van de daartoe bestemde zaal heeft het nadien nog ruim anderhalf jaar geduurd, voor dat het gehele Odeon-complex was voltooid en overeen komstig de bedoelingen kon worden geëxploiteerd. Zwolle is nu in het bezit van een schouwburg-bioscoopcomplex, dat aan alle te stellen eisen volledig beantwoordt. Het Odeon-gebouw werd eind 1957 door de gemeente Zwolle aangekocht, welke transactie in de loop van 1958 werd gerealiseerd. Het gebouw stamde reeds uit 1839 en was zeer verwaarloosd. De constructie liet zeer veel te wensen over: bij belasting van het balcon door het pu bliek boog dit niet minder dan zeven centimeter door, waardoor de deuren niet meer bewogen konden worden en dus geopend moesten blijven. De verwarming bestond uit een aantal in de zaal ge plaatste kachels. Eén kachel stond zelfs onder de toneel vloer en verwarmde de zaal via een rooster. Voorts was de gehele elektrische installatie door het Gemeentelijk Elektriciteits Bedrijf afgekeurd. Het was dan ook zonder meer duidelijk, dat er onmid dellijk maatregelen ter verbetering moesten worden ge troffen, toen het gebouw in handen van de gemeente was gekomen. De plannen voor de verbetering van de grote zaal wer den geheel beheerst door de omstandigheden van de jaren 190 Een blik in de grote zaal vanaf de loge. 1957 en 1958: de bestedingsbeperking gold in volle om vang en het was voor de gemeente Zwolle vrijwel on mogelijk financieringsmiddelen te verkrijgen. Dankzij een goede samenwerking met de heer J. H. Kroon, die in de grote zaal de bioscoopexploitatie ter hand zou nemen, slaagde men er echter in de plannen te verwezenlijken. Aanvankelijk lag het alleen in de bedoeling de aan het gebouw klevende gevaren weg te nemen en de aan wezige installaties te verbeteren, opdat de zaal voor de komende jaren in ieder geval zonder gevaar zou kunnen worden gebruikt. Reeds zeer spoedig na de aanvang van de werkzaam heden bleek echter, dat meer ingrijpende verbeteringen noodzakelijk waren, aangezien de fundaties van kolom men en muren onbetrouwbaar waren. Tijdens de uitvoe ring werden de plannen dan ook ingrijpend gewijzigd, waarbij het al dan niet handhaven van de aanwezige bal- cons een punt van ernstige overweging vormde. Het ge meentebestuur hakte de knoop door door te beslissen, dat het karakter van de oorspronkelijke schouwburgzaal niet mocht worden aangetast. Hierdoor is uiteindelijk een intiem theater ontstaan, dat als een verkleinde uitgave van het Tuschinski Theater in Amsterdam mag worden beschouwd. Het aan een derge lijke zaalvorm inherente nadeel, namelijk, dat een beperkt aantal plaatsen minder gunstig uitvalt, werd bewust ge accepteerd. De zaal heeft thans voor de bioscoopexploi tatie ruim driehonderd uitstekende plaatsen. De restau ratie werd uitgevoerd met eenvoudige middelen, waarbij werd gestreefd naar de toepassing van materialen, die bestand zullen zijn tegen een intensief gebruik. De opdrachtgevers waren tevreden met de behaalde resultaten: besloten werd het complex uit te breiden met een nieuwe concertzaal, twee foyers en een grote hall. Tot 1958 werd de grote zaal uitsluitend gebruikt als schouwburgzaal, maar bij de verbouwing stelde men zich in op de mogelijkheid van bioscoopexploitalie. Daartoe werd een cabine gebouwd in en boven de bestuursfoyer. In deze cabine zijn thans projectoren voor cinemascope compleet met stereofonisch geluid opgesteld. Het bepalen van de plaats van de projectiegaten leverde door de aan wezigheid van de gebogen balcons grote moeilijkheden op, waarvoor een goede oplossing kon worden getroffen. Dankzij de medewerking van het instituut T.N.0. te Delft is de goede akoestiek van de zaal geheel bewaard ge bleven. Bij de eerste verbouwing werd reeds rekening gehouden met de mogelijkheid om luchtverversing toe te passen. Bij de uitbreiding in 1959 werd een airconditioningsinstal- latie aangebracht. In de aanvang van 1959 werd opdracht ontvangen voor het ontwerpen van een plan voor de bouw van een con certzaal en enkele foyers bij de grote zaal. Onmiddellijk na de indiening van een schetsplan werd met de werk zaamheden een aanvang gemaakt. De nieuwe concertzaal kreeg 380 zitplaatsen en een eenvoudige toneelaccommo datie. Door wegschuifbare wanden kunnen de twee foyers bij de concertzaal worden gevoegd, hetgeen de bruikbaar heid van het geheel aanzienlijk heeft verhoogd. De con certzaal kan geheel onafhankelijk van de grote zaal worden geëxploiteerd. Daardoor werd het mogelijk de grote zaal overwegend voor de bioscoopexploitatie te gebruiken. Voor deze bioscoop werd vervolgens een aparte ingang gemaakt met alle voor de bioscoopexploitatie vereiste nevenruim ten. De Deventer kunstenaar Pessink heeft in één van de foyers een bijzonder fraaie wandversiering aangebracht. De grote zaal van het Odeon-complex te Zivolle, die als bio scoopzaal dienst doet heeft het karakter van de oorspronke lijke schouwburgzaal geheel behouden, zoals uit deze foto blijkt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 8