Jaarlijkse A.N.W.B.-Prijs elen maakten op 20 januari gebruik van de gelegen heid om afscheid te nemen van de overledene, wiens stof felijk overschot daartoe was opgebaard in de hal van het Rembrandt Theater, omringd door tientallen bloemstuk ken. Leden van het personeel hielden de dodenwacht. Ook bij de teraardebestelling, des middags om drie uur op de Algemene Begraafplaats Moscowa te Arnhem waren verscheidene figuren uit het openbare leven, bedrijfsge- noten en het personeel van de zaken van de heer Van Biene aanwezig. De overheid was vertegenwoordigd door het Hoofd van de afdeling Film van het Departement van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, de heer J. C. Schuller, en namens het gemeentebestuur was aanwezig de loco-burgemeester, wethouder J. Bronkhorst. Tevens waren aanwezig vele Hoofdbestuursleden, Bestuursleden van de Afdeling Het Oosten en van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bos man, en de adjunct-directeur, de heer H. W. Hagenberg. Ook de toneelwereld was vertegenwoordigd. Aan de groeve werd het woord gevoerd door wethouder Bronkhorst, Bondsvoorzitter Joh. Miedema, de heer D. A. J. Baars namens de Stichting Schoolbioscoop, de heer W. F. Rentmeester namens Mevrouw Van Biene en de overige familieleden, alsmede de heer B. Püttman namens het per soneel der ondernemingen Astra en Rembrandt. De heer P. Nassette bad tenslotte het Onze Vader en dankte voor de belangstelling van de honderden aanwezigen. Op 19 januari ontviel ons de heer Jos van Bommel te Delft, oud 78 jaar, exploitant van de Doelen Kino en het City Theater, aldaar. De heer Van Bommel vestigde zijn eerste bioscoopexploilatie te Delft in de Stadsdoelen om streeks 1927. In hetzelfde complex opende hij een tweede bioscoop in 1936. Na de oorlog werd de exploitatie in de grote zaal vervangen door een nieuwe zaak, namelijk het City Theater. Brand verwoestte in 1956 de kleine zaal, welke echter kon worden heropend in Augustus 1958. Bij de oprichting van de Afdeling het Westen van de \ederlandsche Bioscoop-Bond werd de heer Van Bommel Voorzitter. Vervolgens werd hij lid van de Afdelingsraad en enige jaren later bij de instelling van de Ledenraad, ook lid van dat college. De vervulling van deze functies word door de oorlogs jaren onderbroken, doch na de oorlog bekleedde de heer Van Bommel deze wederom tot 1949, met dien verstande dat hij in het laatste jaar gewoon lid van het Afdelings bestuur was. De heer Van Bommel was een zeer verdienstelijk lid, niet alleen van de Bond maar ook van kerk en maatschap pij, hetgeen blijkt uit het feit, dat hij werd begiftigd met de Pauselijke onderscheiding „Pro Ecclesia et Pontifice" en drager was van de erepenning in zilver der gemeente Delft. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot ge schiedde op 22 januari in het Familiegraf op de R.K. Begraafplaats aan de Kerkhoflaan te 's-Gravenhage na de plechtig gezongen H. Mis van Requiem. De baar was be dekt met tal van bloemstukken. Ook hier waren vele vooraanstaande stads- en bedrijfs- genoten aanwezig om de overledene een laatste groet te brengen. Namens de Bond waren onder andere aanwezig, de heer C. S. Roem, als vertegenwoordiger van het Hoofd bestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de heer C. van Liere, als Voorzitter van de Afdeling Het Westen en de heer H. W. Hagenberg. adjunct-directeur, namens het Bondsbureau. Aan de groeve werd niet gesproken. Op 9 januari overleed na een smartelijk lijden in de leeftijd van 63 jaar, de heer W. J. Peters, exploitant van het Grand Theater te Ubach over Worms (Waubach), welke zaak hij daar omstreeks 1934 vestigde. Niet lang geleden onderging de bioscoop een grondige verbouwing, waardoor haar aanzien sterk verbeterde. Hoewel de heer Peters geen functies bekleedde in de Bond, was hij bij zijn collega's in het algemeen en in het Zuiden van Limburg in het bijzonder goed bekend en gezien. ij bewaren in onze herinnering aan hem het beeld van een eenvoudig en hartelijk man. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot vond plaats op 1 januari na de plechtige uitvaartdienst in de Parochiekerk van de H. Jozef te Ubach over Worms. Namens de Bond was een bloemstuk gezonden. Hoofd bestuur en Afdeling Het Zuiden waren vertegenwoordigd door de heer drs. J. A. M. Bouts. Op 6 maart overleed in de leeftijd van 55 jaar te Rot terdam, de heer S. P. van der Helm, firmant van de Firma Samson Van der Helm, exploitante van bioscoopreclame aldaar. De heer Van der Helm genoot de achting van zijn collega's en relaties vanwege zijn joviale en openhartige manier van optreden. Hij was lid van de Nieuwe Leden commissie van de Vereeniging van Bioscoopreclame- Exploitanten. De bijzetting van het stoffelijk overschot geschiedde na de plechtige H. Mis van Requiem in de R.K. Kerk aan de Provenierssingel op zaterdag 10 maart in het familiegraf op het R.K. Kerkhof aan de Nieuwe Crooswijkseweg te Rotterdam. Verscheidene bedrij f sgenoten waren daar aan wezig om de overledene een laatste groet te brengen. Het Bestuur der Vereeniging was vertegenwoordigd door de Secretaris, de heer H. W. Hagenberg, die de familie Van der Helm en de heer Samson condoleerde met het verlies dat zij hebben geleden. Mogen zij allen in vrede rusten. Voor de vijfde maal zullen in 1962 drie A.N.W.B.-prij zen worden toegekend voor opvallend goede publicisti- sche prestaties van Nederlandse hand op toeristisch ge bied, prestaties die zowel omvatten de letteren en de jour nalistiek als de film, radio en televisie. De A.N.\K .B.-prijzen, ingesteld in 1958 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, bestaan thans elk uit een speciale penning en een bedrag van 1.000,Er worden er ieder jaar ten hoogste drie toegekend. In de vorige jaren werden zowel literair en journalistiek werk bekroond, als ook films, radio- en televisie werkstukken. De toekenning zal ditmaal plaats vinden voor in 1961 in de openbaarheid gekomen werk, eventueel tegen de achtergrond van reeds eerder verschenen oeuvre. De voorzitter van de adviescommissie, die de inzendin gen beoordeelt, is prof. dr H. J. Prakke, leden zijn de heren H. J. van Balen, B. J. Bertina, mr E. Elias, D. Verel, W. Vogt en J. Winkler. Zowel de makers als hun uitgevers, respectievelijk op drachtgevers kunnen werk inzenden bij de adviescommis sie, of de aandacht van de commissie op bepaald werk vestigen. Ook kan de commissie op eigen initiatief werk beoordelen. 235

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 12