Filmprogramma per telefoon
Dag van de reclame der afdeling
„Het Zuiden"
Tijdens zijn bezoek aan de studio's van N.V. Joop Geesink's Film
productie .,Dollywood"dat op 3 februari plaats vond, bewonderde
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard onder meer het mate
riaal in de Paperdollafdeling, ivaarbij de heer J. L. Geesink (links)
een toelichting gaf. Rechts van de Prins de heer W. A. Geesink.
De Prins legde een levendige belangstelling aan de dag
voor de gang van zaken bij de vervaardiging van poppen-
films en nadat door de heren Joop en Wim Geesink ter
zake een uiteenzetting was gegeven, volgde een rondgang
door het bedrijf, waarbij de koninklijke gast zich met
enkele ontwerpers heeft onderhouden. Tenslotte zijn een
aantal van Geesinks produkten vertoond en werd aan
Zijne Koninklijke Hoogheid een pop, zoals die bij de film-
produktie worden gebezigd, als geschenk voor Koningin
Juliana aangeboden, terwijl aan hem een 16-mm copie
van de jongste paperdoll-film „The travelling tune" ten
geschenke werd gegeven.
Dat de heren Geesink en hun talrijke medewerkers
enthousiast waren over deze Koninklijke belangstelling
behoeft zeker geen nader betoog.
De N.V. Utrechtse Maatschappij tot Exploitatie van
Bioscooptheaters, die bioscopen exploiteert te Haarlem en
Eindhoven, heeft al weer geruime tijd geleden een zeer
interessant initiatief genomen ter verhoging van de ser
vice aan de bioscoopbezoeker, namelijk het instellen van
een telefonische filmprogramma-opgave. Door het draaien
van een telefoonnummer in Haarlem is dat 17919
wordt de telefoonabonnee aangesloten op een eenvoudig
bandapparaat, waarin een korte tekst is gesproken over de
programma's van de betrokken bioscopen. Per gesprek
kan men het programma twee keer beluisteren.
Van de zijde van het publiek bestaat voor deze pro
gramma-informatie een verheugende belangstelling. In
Haarlem maken gemiddeld meer dan twintig personen
per dag van deze gelegenheid gebruik om zich van de
filmprogramma's van de Utrechtse Maatschappij tot
Exploitatie van Bioscooptheaters op de hoogte te stellen,
zoals van de teller, die op de apparatuur is aangebracht,
valt af te lezen.
De apparatuur is op eenvoudige wijze te bedienen. De
tekst kan door de bioscoopexploitant zelf in het band
apparaat worden gesproken. In Haarlem vernieuwt men
de tekst twee keer per week, namelijk donderdagsavonds
en zondagsavonds. Dit laatste houdt verband met het feit,
dat in het tot het concern behorende Roxy Theater twee
verschillende filmprogramma's per week draaien.
De kosten, die aan deze klantenservice zijn verbonden,
zijn betrekkelijk gering. De aanschaffing van de benodig
de apparatuur, wanneer men deze tenminste in eigendom
wil hebben, vergt een bedrag van ongeveer achthonderd
gulden. Voorts heeft men een extra telefoonaansluiting
nodig, waarvoor uiteraard het gewone abonnementsgeld
in rekening wordt gebracht. De gesprekskosten komen
voor rekening van degene, die van de telefonische pro
gramma-opgave gebruik maakt.
Op de apparatuur is een tellertje aangebracht, met be
hulp waarvan men van dag tot dag kan nagaan, hoeveel
personen de programma-opgave hebben beluisterd. Bo
vendien gaat steeds een belletje over, wanneer een tele
foonabonnee verbinding met het bandapparaat heeft ge
kregen.
Bij de start van de telefonische programma-opgave
heeft men daarop de aandacht van het publiek gevestigd
door middel van advertenties in de dagbladen. Bij de
jaarwisseling is bovendien op grote schaal aan bezoekers
van de bioscopen een kalenderkaartje uitgereikt, waarop
behalve telefoonnummers van de tot het concern behoren
de bioscopen ook het telefoonnummer van het filmpro
gramma was vermeld. Op deze wijze is men erin geslaagd
aan dit telefoonnummer een vrij grote bekendheid te
geven.
De ervaringen, die men te Eindhoven en Haarlem met
de telefoonservice heeft opgedaan, hebben aangetoond,
dat het hier gaat om een zeer waardevol publiciteitsmid-
del. Het is dan ook zeker de moeite waard om in andere
plaatsen te overwegen, of men. eventueel in samenwerking
met andere bioscoopexploitanten, dit initiatief niet zou
kunnen navolgen.
Het is een verheugend verschijnsel, dat de belangstel
ling voor reclameproblemen in de kringen van het Neder
landse film- en bioscoopbedrijf groeiende is, waartoe on
getwijfeld de stoot is gegeven door de algemene publici
teitscampagne onder het motto „Samen naar de film... ja,
gezellig" en alles wat zich daaromheen afspeelt. Dat deze
belangstelling bestaat, is duideijk gebleken tijdens de op
25 januari j.1. in Eindhoven gehouden Dag der Recla
me, georganiseerd door de Afdeling Het Zuiden van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond.
De circa zeventig deelnemers aan deze dag, waaronder
de heer C. S. Roem, lid van het Hoofdbestuur, hebben in
de ochtenduren met grote belangstelling geluisterd naar
237