IIi; ARCHITECT li\ HET WOORD... De situatie De opdracht De indeling De heer W. Hoosemans, architect te Santpoort, over de bouw van het City Theater te IJmuiden. De afwerking Technische installatie In het kader van het wederopbouwplan van de gemeente Velsen waarvan Umuiden een onderdeel vormt werd enerzijds het gedeelte, dat bekend staat als Oud- IJmuiden, grotendeels aangewezen als toekomstig indus trieterrein, terwijl anderzijds een gedeelte rondom het voormalige Kennemerplein werd bestemd voor woning bouw en winkels. In het eerstgenoemde Oud-IJmuiden exploiteerde wijlen de heer Van Opbergen Sr sedert 1921 liet Thalia Theater in een gebouw, dat volgens de tegen woordige opvattingen slechts matig voor het doel geschikt was. Tengevolge van de gewijzigde bestemming van deze wijk en de daarmede samenhangende saneringsplannen, meende het gemeentebestuur, dat op den duur het bio scoopbedrijf verplaatst moest worden. Voor dit doel werd een terrein aan de Kennemerlaan gereserveerd, waar een nieuw theater als afsluiting van een blok winkel-woon- huizen werd gedacht. Het was voor mij, als architect van deze winkels en de daarachter gelegen woningbouw, bijzonder prettig te vens opdracht te krijgen voor het ontwerpen van de be bouwing van dit terrein, die zou bestaan uit een bioscoop en een hotel-café-restaurant. Door allerlei omstandigheden kon de opdrachtgever voor het hotel-restaurant eerder tot uitvoering van de plannen komen, doch dit geschiedde op zodanige wijze, dat de bouw van de bioscoop mogelijk bleef; deze werd vervolgens in opdracht van de heer F. A. van Opbergen Jr ontworpen tussen de winkels en het hotel-restaurant. Na diverse mogelijkheden tezamen met de opdracht gever te hebben onderzocht, werd de opgave aldus gesteld: bouw een zaal uitsluitend bestemd voor filmvoorstellingen zonder balkon, plaats biedende aan ongeveer 450 bezoe kers, die een ruime zitplaats en prima uitzicht moeten hebben op een projectievlak van omstreeks vier bij tien meter. 230 De zaal van het City Theater te Umuiden geeft aan de bezoe ker een gevoel van behagelijkheid, zon der dat er van luxe sprake is. Voorts diende de uiterste economie betracht te worden met de inhoud en de stichtingskosten om een rendabele exploitatie mogelijk te maken. In het plan diende een woning voor de exploitant-eigenaar te worden opgenomen. Bovendien werd tot richtsnoer voor het plan genomen, dat het geheel zonder luxe toch een gevoel van behage- 1 ijkheid aan de „gemiddelde" bezoeker diende te geven, uitgaande van de gedachte, die in de later gelanceerde slogan: „gezellig samen naar de film" algemene bekend heid zou krijgen. Getracht is de voorgevel, die aan de Kennemerlaan is gelegen, tussen winkels en het hotel-restaurant, een „eigen gezicht" te geven. Deze gevel heeft een breedte van acht en een halve meter. Via een open portiek van omstreeks zes en een halve meter breedte komt men in de voorhal. Zowel in de por tiek als in de voorhal zijn zoveel mogelijk vitrines aan gebracht voor fotomateriaal en affiches. Boven de portiek en voorhal ligt op de eerste en twee de verdieping de woning. Aan de voorhal grenzen het kantoor en de kassa. Achter de voorhal ligt de binnenhal, tevens foyer, groot vijf bij negen meter. Op deze binnen hal komen uit een buffetruimte, een garderobe en de toi letten. Bovendien sluit op deze hal een brede lage gang aan. die leidt naar de bioscoopzaal en hierop ongeveer halverwege de lengte van de zaal aansluit. Deze gang loopt taps toe naar de zaaldeur. Het voorste deel van de zaal heeft een breedte van zestien en een halve meter en het achterste deel een ge middelde breedte van elf meter. In het voorste deel zijn aan weerszijden paden met een laag plafond gemaakt, terwijl het hoge middengedeelte één geheel vormt met het achterste deel van de zaal. In het voorste deel van de zaal bevindt zich het podium van twee en een halve meter breedte; de eerste rij stoelen staat ongeveer zes meter van de voorwand af waarop geprojecteerd wordt; vier rijen stoelen staan op een horizontale vloer, daarachter bevin den zich zeven rijen stoelen op een hellende vloer, ver volgens is er een looppad van anderhalve meter breedte en daarachter bevinden zich de loge-plaatsen in negen rijen, die trapsgewijs vijftien centimeter oplopen. Alle stoelen zijn in een gebogen lijn opgesteld. In tegenstelling tot de theoretisch geprefereerde zaal vorm, die achter breder is dan voor, leidde in dit geval de situatie tot een vorm, die achter smaller is dan aan de voorzijde. Door de zijwanden voldoende geluid-absor berend te maken heeft dit voor de akoestiek geen nade lige gevolgen gehad en geeft het optisch, vooral bij een breed beeld, een prettig effect. De totale zaallengte is vierentwintig meter. Achter de zaal ligt een dienstruimte, waarboven de cabine is ge bouwd. Onder de loge-plaatsen van de zaal is een van buitenaf bereikbare rijwielstalling aangelegd. De sfeer in een bioscoop wordt, evenals in elk ander gebouw, bepaald door de vormgeving en de wijze van afwerking, waaronder wordt verstaan de materiaalkeuze en de toegepaste kleuren en meubels. Bij het bepalen van deze laatste factoren heeft mevrouw Van Opbergen een belangrijk aandeel gehad. In de binnenhal (foyer) is met enkele meubelen en de toegepaste kleuren van vloerbedek king en plafond een rustige sfeer geschapen. Van de gang naar de zaal is één wand verlevendigd door het aan brengen van zeven bescheiden vitrines voor diverse re clames. De zaal is rondom voorzien van een lambrizering van sapeli-mahoniehout; hierboven zijn de zijwanden bekleed met leverkleurig plasticdoek, gecapitonneerd in staande ruiten. De achterwand is bekleed met Kramfors-platen, terwijl het projectievlak voorzien is van een mooi diep blauw voorgordijn met daarachter een beige gordijn, het welk het kader met zich mee voert. Het geheel vlakke plafond bestaat uit donkerrood gekleurde Dempo-houtwol- cementplaten met facetranden. Zowel in de foyer, de hal, de gang als op de looppaden van de zaal is een donker blauw vast tapijt aangebracht; onder de stoelen in de zaal grijs linoleum. De verwarming van de zaal geschiedt door een een voudig systeem van warmelucht-verwarming, dat berust op een natuurlijke luchtcirculatie. De oliegestookte bran der wordt automatisch via thermostaten geregeld. De overige ruimten en de woning zijn aangesloten op een automatische oliestook-warmwaterverwarming. De ventilatie van de zaal wordt geregeld door elec- trische ventilatoren, die afzonderlijk zowel lucht kunnen afzuigen als inblazen, naar behoefte. Mede door de prettige en intensieve samenwerking met de opdrachtgever en zijn echtgenote, zie ik met voldoe ning terug op het hierbij beschreven en afgebeelde werk. W. HOOSEMANS, Architect. In de foyer is met enkele meubelen en de toegepaste kleu ren van vloerbedek king en plafond een rustige sfeer gescha pen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 8