Commissie van Geschillen Pag. 89 H. Wassenaar Filmproductie De vermelding na leidster-proc.houdster als volgt wijzigen: Johan Braakensiekhof 19. Amsterdam (Osdorp) tel. 020 - 19 05 98. Pag. 92 Philips' Bedrij f sapparatuur Nederland N.V. Toevoegen na Ir. H. Furstner, directeur: Ir. M. H. Lubbers, adjunct-directeur. Toevoegen na B. M. van der Gaauw: Algemeen procuratie houder. Pag. 94 Commissie van Geschillen Schrappen: J. C. A. Meischke, Amsterdam. Toe voegen vacature. Pag. 95 Beroepcommissie Nieuwe Leden Schrappen: J. C. A. Meischke. Amsterdam. Toevoegen: vacature. Pag. 96 N.V. Harpo Toevoegen: (J. Anjema, leider-adjunct-direc teur) Jac. Duits Toevoegen: J. Ph. van der Linden, leider/ proc.houder) Firma Samson Van der Helm's Reclame Bureau. De gehele vermelding schrappen. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (TWEEDE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake WARNER BROTHERS FIRST NATIONAL PICTURES NV., gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de Kei zersgracht 778, eiseres, contra FIRMA BIOSCOOP- EN THEATERONDERNEMING „ROVO" exploitante van het Rovo Theater te Oud-Gastel en kantoor hou dende te „Boombosch", Oud-Gastel, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Neder landsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage- Bondsreglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbi tragecollege voor de beslechting van geschillen tussen leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 7 maart 1962 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschiltt aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 28 maart 1962 op het Bondsbureau, Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam; dat aldaar is verschenen de heer P. J. N. R. Ooms, directeur van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen en van hem generlei bericht van verhindering is ingekomen; dat de heer P. J. N. R. Ooms namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat in het request een fout is geslopen; dat ge schrapt dient te worden het bedrag van zijnde ten on rechte gevorderde filmhuur voor de film „The F.B.I. story", ver toond op 21 en 22 oktober 1961; dat derhalve het gevorderde be drag groot is; dat gedaagde herhaalde malen is aan gemaand tot betalen en dat gedaagde nimmer eiseresses vorderin gen heeft betwist dat de heer P. J. N. R. Ooms namens eiseres de Commissie heeft verzocht bij veroordeling van gedaagde in het vonnis te be palen, dat de straf van boycot ten opzichte van gedaagde wordt uitgevaardigd, indien gedaagde niet voldoet aan de uitspraak van de Commissie; dat de Voorzitter der Commissie van Geschillen heeft gesteld, dat in casu wel naar de letter, maar niet naar de geest van het arbitragereglement van een geschil sprake is, aangezien gedaagde de vorderingen niet heeft betwist en dat de Commissie van Ge schillen niet de taak heeft om als incassobureau op te treden; dat hij de heer P. J. N. R. Ooms heeft gevraagd, waarom eiseres aan gedaagde niet tijdig sommaties heeft laten zenden door de Filmhuurschuld-Commissie; dat de heer P. J. N. R. Ooms namens eiseres hierop heeft ge antwoord, dat gedaagde hem ter voldoening van de filmhuur een ongedekte postcheque heeft gezonden: OVERWEGENDE: dat partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge artikel 32 van de Statuten en artikel 1 van het Arbitrage- Bondsreglement alle geschillen tussen leden onderling met uit sluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de bonds arbitrage, zoals die is geregeld in dit arbitragereglement: dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder havige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat mitsdien eiseresses vordering moet worden toegewezen met gedaagdes veroordeling in de geschilkosten, die zijn bepaald op ƒ50,-; RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJK HEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijke kwijting te betalen VEROORDEELT gedaagde voorts tot betaling der geschilkosten, bedragende ƒ50, VERSTAAT dat ingevolge artikel 18 van het Arbitrage-Bonds reglement de straf van boycot ten opzichte van gedaagde wordt uitgevaardigd, indien gedaagde in gebreke blijft beide genoemde bedragen te betalen voor 25 april 1962. Aldus gewezen te Amsterdam op 28 maart 1962. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (TWEEDE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake WARNER BROTHERS FIRST NATIONAL PICTURES N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de Kei zersgracht 778, eiseres, contra de heer L. P. VROLIJK, exploitant van het Luxor Theater te Steenbergen en kantoor houdende te ..Boombosch" Oud-Gastel. gedaagde. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Neder landsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage- Bondsreglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbi tragecollege voor de beslechting van geschillen tussen leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 7 maart 1962 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 28 maart 1962 op het Bondsbureau, Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam; dat aldaar is verschenen de heer P. J. N. R. Ooms, directeur van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen en van hem generlei bericht van verhindering is ingekomen; 279

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 23