Jaarlijkse ledenvergadering
Organisatorische bedrijvigheid
In de Congreszaal van Hotel Krasnapolsky te Amster
dam vond op maandag 9 april de jaarlijkse algemene
ledenvergadering van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
plaats. Er bestond voor deze vergadering een grote be
langstelling: 310 zaken waren vertegenwoordigd. De zaal
was dan ook vrijwel geheel gevuld toen de Bondsvoor
zitter, de heer Joh. Miedema uit Sneek, om kwart over
twee zijn openingsrede aanving.
Nadat de heer Miedema de aanwezigen had welkom ge
heten, waarbij hij zich in het bijzonder richtte tot de ere-
leden van de Bond, de heren G. J. Milius, L. Groen en M.
Desmet, herdacht hij, een goede traditie getrouw, degenen,
die de Bond sedert de laatste bijeenkomst zijn ontvallen:
de heer B. Branbergen. exploitant van de bioscooponder
neming Okaphone te Groningen, de heer W. C. van de
Paverd, exploitant van de Centraal Bioscoop te Amsterdam,
mevrouw A. M. M. Heuvers-van de Wouw, firmante van
de Firma Royal Theater te Oss, mevrouw C. J. Sprenger-
Boon, leidster van het Luxor Theater te Groningen, de
heer A. W. Smith, filmproducent te 's-Gravenhage, de
heer P. Westerbaan, uitgever van het Nieuw Weekblad
voor de Cinematografie, donateur van de Bond. de heer G.
Hooft, eigenaar van een elektrotechnisch bureau, donateur
van de Bond, de heer H. M. Polak, filmagcnt. donateur
van de Bond, de heer R. Hornecker, oud-lid-filmproducent
van de Bond, de heer C. van Biene, directeur van de N.V.
Astra Filmmaatschappij en van de N.V. Rembrandt The
ater te Arnhem, de heer J. van Bommel, lid van de Maat
schap Jos van Bommel te Delft en de heer W. J. Peters,
exploitant van het Grand Theater te Ubach over Worms.
Zonder wie ook te kort te willen doen stond de Bonds
voorzitter speciaal stil bij het verlies, dat de film- en
bioscoopwereld heeft getroffen door het heengaan van
het erelid van de Bond, de heer Van Biene. „In hem ge
denken wij een van de werkers van de eerste ure, die voor
de ontplooiing van het Nederlandse film- en bioscoopbe
drijf en de organisatie grote verdiensten heeft gehad en
zijn krachten heeft gegeven aan het Bondswerk in tal van
bestuursfuncties. Uit de vertegenwoordigingen van allerlei
instanties bij zijn begrafenis is wel gebleken, hoeveel
aanzien hij zich in betrekkelijk korte tijd heeft verworven
in de gemeente, waar hij zijn zaken exploiteerde."
Op verzoek van de heer Miedema nam de vergadering
staande enige ogenblikken stilte in acht.
De terreinen, waarover de organisatorische bedrijvigheid
zich uitstrekt, zijn in het afgelopen jaar van zeer uiteen
lopende aard geweest als gevolg van de structuur van de
Bond, zo ging de heer Miedema verder. Het Hoofdbestuur
heeft gelijkelijk de belangen te behartigen van de drie
grote groeperingen in het bedrijf en heeft evenzeer reke
ning te houden met de toenemende problematiek rond de
bioscoopexploitatie als met aangelegenheden, die verband
houden met de verhuur en de produktie. De taak wordt
daardoor van jaar tot jaar verzwaard, waardoor niet al
leen op het Hoofdbestuur en de overige besturende colle
ges een groeiende verantwoordelijkheid komt te rusten,
maar ook van de leden geleidelijk een dieper inzicht in
de bedrijfsproblemen als geheel wordt gevraagd, een beter
begrip ook voor de onderlinge samenhang van deze pro
blemen. Men kan en dat is ons gebleken in de loop der
jaren en vooral nu de moeilijkheden toenemen de be
langen van welke groep ook niet op zichzelf zien. Deze
belangen grijpen met name in een klein land als het onze
diep in elkaar.
Verhuur en produktie, aldus de Bondsvoorzitter, hebben
belang bij een florerend bioscoopbedrijf, behoren oog te
hebben voor de amortisatiemogelijkheden van dit bedrijf,
hebben vooral te beseffen, dat hun produkten in de eerste
en de laatste plaats een markt vinden bij de bioscoop
exploitatie en dienen zich te onthouden van alles wat aan
deze exploitatie afbreuk kan doen. Wanneer er dus op
het stuk van de filmhuurcondities maatregelen moeten
worden getroffen dan dienen deze te worden bezien niet
uitsluitend in het belang van een enkele groep, maar in
het kader van het op elkaar aangewezen zijn in eenzelfde
bedrijfstak.
Hetzelfde geldt wanneer men de moeilijkheden in de
verhuur bekijkt. Wij weten maar al te goed, hoe de moei
lijkheden voor de verhuurders op de internationale markt
zijn toegenomen. Er is een stijging van aankoopprijzen,
doordat de belangstelling van het publiek zich steeds
meer concentreert op bepaalde filmprodukten. Hierdoor
brengt de verwerving daarvan bijzondere kosten, bijzon
dere activiteiten en bijzondere kennis van zaken met zich.
De kleinere onafhankelijke verhuurders hebben het vooral
niet gemakkelijk.
In de produktiesector, zo merkte de heer Miedema op,
waaronder in dit verband ook de laboratoria kunnen wor
den gerangschikt, zijn wel bepaalde uitwijkmogelijkheden
aanwezig naar terreinen buiten ons bedrijf, maar gezien
de band met andere sectoren van dit bedrijf zijn de moge
lijkheden beperkt. In het bijzonder vormt het op gang
brengen van een bescheiden nationale filmproduktie, die
wij voor onze bedrijven nodig achten als brood, een heel
speciale zorg. Hierbij zijn de belangen van ons allen ten
nauwste betrokken, want het is tenslotte de aantrekkings
kracht van wat op het witte doek wordt gebracht, waarvan
wij het moeten hebben. Het stemt tot voldoening, dat bin
nenkort een Koninklijk Besluit is te verwachten, waardoor
de film-vakopleiding van de Nederlandse Filmacademie
onder de Nijverheidsonderwijswet gaat vallen. Dit is
vooral naar wij hopen ook van betekenis voor de toekom
stige positie van het Nederlandse filmproduktiewezen.
De steeds groter wordende moeilijkheden hebben een
toeneming van de werkzaamheden teweeggebracht, zoals
uit het jaarverslag blijkt. Om alleen al bij het aantal ver
gaderingen op het Bondsbureu te blijven, dit steeg in het
afgelopen jaar tot boven de tweehonderd. Onderscheidene
gegevens wijzen op de wil en de moed tot een juiste aan
pak van de dingen in organisatorisch verband. Daarnaast
blijken er in de betrekkelijk kleine kring van leden weer
velen hun tijd, hun kracht en hun inzicht beschikbaar te
stellen ten dienste van het algemeen bedrijfsbelang. Daar
voor bracht de heer Miedema hun zeer veel dank.
De Bondsvoorzitter memoreerde de activiteiten, die zijn
ontwikkeld op het terrein van de herziening van bepaalde
onderdelen van reglementen, die weliswaar in sommige
gevallen niet tot onmiddellijke resultaten hebben geleid.
Ook wees hij op de propaganda-actie, die, hoe weinig in
zicht men ook kan hebben in de feitelijke uitkomsten,
zeer veel goodwill heeft gekweekt. De invloed van de
campagne trekt zich indirect ook uit tot de wijze van
259