Overheidssteun aan
Franse filniproduktie
John Davis wil Engeland in
de Europese Gemeenschap
De Franse overheidssteun aan de filni
produktie, die is geregeld in een decreet
van 16 juni 1959, heeft enige wijzigingen
ondergaan. De Franse overheidshulp is,
evenals dat in sommige andere landen het
geval is, gebonden aan de recettes, die de
Franse films opleveren. In het oorspronke
lijke decreet was bepaald, dat de filmprodu
centen uit het filmproduktiefonds bedragen
zouden krijgen ter hoogte van zes procent
van de binnenlandse recettes en van vijf
entwintig procent uit de recettes in het
buitenland. Op deze wijze verleende de
overheid achteraf aanzienlijke financiële
steun aan de filmproduktie. De inkomsten
van het fonds bestaan voornamelijk uit de
opbrengst van een speciale toeslag op de
entreeprijzen.
De regeling, zoals die in het betrokken
decreet was opgenomen, was slechts voor
een beperkte tijd opgezet. Het lag in de
bedoeling, dat de beide genoemde percen
tages eens in de twee jaar zouden worden
verlaagd tot vijf respectievelijk twintig
procent in 1962 en 1963, tot vier respec
tievelijk vijftien procent in 1964 en 1965
en tenslotte tot twee respectievelijk tien
procent in 1966 en 1967, in welk jaar een
einde aan de financiële hulp zou komen.
Voor dat echter per eind juni van dit
jaar de nieuwe tarieven van vijf procent
van de binnenlandse en twintig procent
van de buitenlandse opbrengst hun toe
passing zouden gaan vinden heeft de
Franse minister van Culturele Zaken, An-
dré Malraux, toegegeven aan de druk, die
door de filmindustrie op hem was uitge
oefend en besloten de tarieven minder
sterk te verlagen dan op grond van de
oorspronkelijke regeling zou zijn geschied.
In ieder geval zullen nu voor 1962 percen
tages van respectievelijk 5,5 en 23 gelden.
Zodra deze nieuwe regeling begin juli
bekend werd kwam daar bezwaar tegen
van de zijde van de Europese Commissie in
Brussel, die van mening was, dat de wijzi
ging in strijd was met de bepalingen van
het verdrag van Rome, dat ten grondslag
ligt aan de Europese Economische Ge
meenschap. Na langdurige onderhandelin
gen tussen vertegenwoordigers van de
Europese Commissie en ambtenaren van
het Centre National de la Cinématogra-
phie is men er echter in geslaagd de goed
keuring van de Brusselse autoriteiten op
de nieuwe tarieven te verkrijgen. Voorlo
pig zullen de tarieven alleen van kracht
zijn tot 31 december van dit jaar. Het is
thans nog niet bekend, of de steunpercen-
tages met ingang van het nieuwe jaar op
het nu overeengekomen niveau zullen wor
den gehandhaafd of dat met ingang van 1
januari alsnog de lagere percentages voor
1963 zullen worden ingevoerd.
Voor de Franse bioscoopbedrijven en
met name voor de kleinere bioscopen is
intussen op 15 augustus een nieuwe rege
ling van kracht geworden, die naar men
aanneemt een gunstige invloed op de bio
scoopexploitatie zal hebben. Met ingang
van genoemde datum is natuurlijk het over
heidstoezicht op de toegangsprijzen voor
bioscoopbedrijven aanmerkelijk verzacht.
Voor tweederde van de zitplaatsen zullen
geen beperkingen meer gelden ten aanzien
van de bevoegdheid van de exploitant om
zelf de toegangsprijzen vast te stellen.
Slechts voor éénderde van de zitplaatsen
de goedkoopste in elk theater is het
toezicht gehandhaafd; de prijzen voor-
deze zitplaatsen blijven bevroren.
Tot nu toe waren in Frankrijk alleen de
toegangsprijzen van de premièretheaters
vrij. De mogelijkheid tot verhoging van de
entreeprijzen is thans dus aanzienlijk toe
genomen. Men verwacht echter niet, dat
de middelgrote theaters tot noemenswaar-
Ingebong Elzevier speelt één van de hoofd
rollen in de nieuwe Nederlandse speelfilm
„Fietsen naar de maan", die wordt gere
gisseerd door Jef van der Heijden. De film
is een produktie van Pan Film.
dige prijsverhogingen zullen overgaan. Van
belang is de maatregel in de eerste plaats
voor de kleinere theaters op het platteland
en in de kleinere steden, die door het hef
fen van hogere prijzen sneller nieuwe
films zullen kunnen huren dan thans het
geval is: het roulement van de films zal
aldus kunnen worden versneld, waarvan
een gunstige invloed op de exploitatie zal
kunnen uitgaan.
„Het is mijn vaste overtuiging, dat het
op lange termijn gezien in het belang is
van Groot-Brittannië, dat dit land toe
treedt tot de Europese Economische Ge
meenschap", zo heeft John Davis, direc
teur van de Rank Organisation, onlangs
in een lezing voor de Britse Raad van
343