Belasting op vei Haarlem Hoogwood Rotterdam Soest Venlo Vlagtwedde De Raad van de gemeente Haarlem heeft in zijn ver gadering van woensdag 24 oktober na uitvoerige discussie zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders tot verlaging van het tarief van de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoor stellingen. Het voorstel, dat na de ontvangst van de Ko ninklijke goedkeuring op 1 januari 1963 van kracht zal worden, beoogde het tarief, dat thans vijfentwintig pro cent bedraagt, terug te brengen tot twintig procent, waar door het gelijk wordt gesteld met de belasting op andere soorten van vermaak. Bij de discussies over het voorstel werd met name van socialistische zijde door de heer Voogd bepleit om de film op positieve wijze tegemoet te treden, gezien de grote sociaal-culturele betekenis, die aan de film moet worden toegeschreven. De heer Voogd sprak als zijn mening uit, dat er voor de film meer kon gebeuren dan in dit voorstel was neergelegd, bijvoorbeeld door de vermakelijkheidsbe lasting te gaan hanteren als een cultuurpolitiek instrument. In dit verband wees de heer Voogd op de mogelijkheid om een gedifferentieerd tarief in te voeren, zoals dat on langs in Amsterdam is geschied, waar drie tarieven gelden: twintig procent voor gewone voorstellingen, vijftien pro cent voor voorstellingen met artikel 1-films en tien pro cent voor voorstellingen met Nederlandse films. Het raadsvoorstel vond eveneens instemming bij me vrouw Scheltema-Conradi (V.V.D.). en de heren Van Liemt (K.V.P.) en Bovenkerk (P.S.P.). Alleen de pro- testants-christelijke fractie verzette zich bij monde van de heer Spek fel tegen een belastingverlaging; zij vroeg uit eindelijk zelfs aantekening, dat zij geacht moet worden te hebben tegengestemd. De wethouder van financiën stelde, dat de rechtvaar digheid eist, dat de discriminatie op het gebied van de vermakelijkheidsbelasting wordt beëindigd. Hij achtte het onjuist, dat men het bioscoopbedrijf met een zware belas ting blijft straffen, omdat men geen bewondering heeft voor het peil van veel films, of omdat men de verkoop methoden niet juist acht. De wethouder zegde naar aan leiding van een desbetreffende vraag van de heer Voogd toe, dat het college van Burgemeester en Wethouders zal overwegen of over de invoering van een gedifferentieerd tarief een nota aan de Raad zal worden uitgebracht. De Raad van de gemeente Hoogwoud heeft in zijn ver gadering van maandag 15 oktober zijn goedkeuring ge hecht aan een voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders, dat een verlaging van de vermakelijk heidsbelasting op bioscoopvoorstellingen inhield. Het al gemene tarief van de vermakelijkheidsbelasting, dat tot nu toe twintig procent bedraagt, zal na het in werking tre den van de nieuwe verordening worden teruggebracht tot tien procent. Het bijzondere tarief, dat in Hoogwoud van toepassing is op voorstellingen met films als bedoeld in artikel 1, lid 2 onder 2e van de Bioscoopwet en dat tot nu toe tien procent bedraagt, is eveneens gehalveerd. Zodra de ver ordening in werking is getreden zal over deze filmvoor- stell'ngen een belasting van vijf procent worden geheven Zoals reeds in het vorige nummer van het Bondsorgaan is medegedeeld, heeft de Raad van de gemeente Rotterdam op 26 juli besloten het tarief van de vermakelijkheids belasting op bioscoopvoorstellingen te verlagen van vijf- en twintig tot twintig procent. Inmiddels heeft het ge meentebestuur bericht ontvangen van de Koninklijke goed keuring op het betreffende Raadsbesluit en is de nieuwe verordening op 1 oktober in werking getreden. Op 17 oktober heeft de Raad van de gemeente Soest een voorstel van het college van Burgemeester en Wethou ders goedgekeurd tot verlaging van de tarieven voor de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen. Op het ogenblik kent de gemeentelijke verordening ten aan zien van de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoor stellingen drie mogelijkheden: een algemeen tarief van vijftien procent, een tarief van tien procent voor films als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder 2e van de Bioscoop wet en een vrijstelling van belasting voor documentaires, kinderfilms, Nederlandse films en journaals. Na het van kracht worden van de nieuwe verordening zal het algemeen tarief voor filmvoorstellingen tien pro cent gaan bedragen. Films als bedoeld in artikel 1, lid 2. onder 2e van de Biocoopwet, documentaires, kinder films. Nederlandse films en journaals zullen dan van be lasting worden vrijgesteld. Op 10 oktober heeft de Raad van de gemeente Venlo een voorstel van het college van Burgemeester en Wet houders behandeld, dat beoogde de tarieven voor de ver makelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen te ver lagen. In de gewijzigde verordening, die door de Raad werd vastgesteld, is het algemene tarief van de vermake lijkheidsbelasting op filmvoorstellingen verlaagd van vijfentwintig tot twintig procent. Het tarief voor voorstellingen met films als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder 2e van de Bioscoopwet is verlaagd van vijftien tot tien procent. De gewijzigde verordening zal in werking treden met ingang van de dag, volgende op die van ontvangst van de Koninklijke goedkeuring. De Raad van de gemeente Vlagtwedde heeft in zijn vergadering van 23 oktober een voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders aangenomen ter ver laging van het tarief van de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen. In Vlagtwedde geldt op het ogen blik een tarief van vijfentwintig procent. Wanneer het desbetreffende Raadsbesluit in werking zal zijn getreden wordt de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstel lingen verlaagd tot twintig procent. 361

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 7