De internationale filmmarkt Vermakelijkheidsbelasting zal in Zweden worden afgeschaft Frans bioscoopbezoek Bioscopen Zitplaatsen Bezoekers (in miljoenen) Aantal gepro duceerde films Land 1957 1961 1957 1961 1957 1961 1957 1961 Frankrijk West-Duitsland Italië België Luxemburg Nederland 5.732 6.577 10.497 1.585 48 541 5.802 6.666 10.503 1.445 52 562 2.758.892 2.740.000 4.600.000 792.500 19.000 257.000 2.772.330 2.764.609 4.600.000 722.500 21.000 266.250 411,6 801 758,3 106,7 4,6 65,6 328,1 518 741 70,9 50,9 111 107 93 2 3 105 79 165 2 3 E.E.G. 24.980 25.035 11.167.392 11.146.689 2.147,8 1.708,9 316 354 Groot-Brittannië Spanje Zwitserland Oostenrijk 4.145 5.255 583 1.240 2.711 5.844 653 1.250 3.225.400 2.733.000 207.000 304.000 2.649.900 3.039.000 235.000 307.000 915 360 40 120 460 38 100,4 77 72 5 26 65 91 8 23 Verenigde Staten Canada 16.300 1.945 17.300 1.619 10.800.000 1.145.000 11.500.000 975.000 2.030 156,7 2.290 112 331 2 200 3 Zuid-Amerika 6.650 6.973 4200.000 4.520.000 600 55 60 Japan 6.865 7.280 3 021.000 3.200.000 1.098,9 863,4 433 535 Sovj et-Rusland 39.600 70.000 6.000.000 10.500.000 3.065 4.000 144 140 Bovenstaande gegevens zijn afkomstig van het Franse Centre National de la Cinématographie. Na langdurige onderhandelingen met de verschillende sectoren van het film- en bioscoopbedrijf heeft de Zweedse minis ter van Financiën aan de Rijksdag voor gesteld over te gaan tot de afschaffing van de vermakelijksheidsbelasting op bio scoopvoorstellingen. Tot nu toe wordt in Zweden over bioscoopvoorstellingen vijf entwintig procent aan vermakelijkheids belasting geheven. Per jaar bracht deze belasting ongeveer zestien miljoen kronen (ruim elf miljoen gulden) op. Een ge deelte daarvan werd in de vorm van sub sidies voor nationale films aan de film producenten teruggegeven. De afschaffing van de vermakelijkheids belasting zal geschieden onder de voor waarde, dat in Stockholm een stichting in het leven wordt geroepen, die door het Zweedse film- en bioscoopbedrijf wordt gefinancierd. Deze stichting zal in de toe komst verantwoordelijk zijn voor de ont wikkeling en de bevordering van de filmkunst in Zweden. Deze stichting, het Zweedse Filminsti tuut, dat reeds op 1 juli 1963 zijn werk zaamheden zal aanvangen, zal worden gefinancierd door een bijdrage van de zijde van het film- en bioscoopbedrijf, die zal bestaan uit tien procent van de ver- koopsprijs van de toegangsbiljetten voor de Zweedse bioscopen. De verdeling van het aldus gevormde fonds is als volgt geregeld: dertig procent van de inkomsten van het Filminstituut zal worden uitgekeerd aan de Zweedse filmproducenten, in ver houding tot de bruto-recettes in de bin nenlandse bioscopen; twintig procent zal worden gebruikt voor het toekennen van premies aan bij zonder waardevolle films; vijftien procent zal kunnen worden aangewend voor de dekking van verliezen bij de produktie van bijzonder waarde volle films ontstaan; dertig procent is bestemd voor de op leiding en vorming van artistiek en tech nisch talent; vijf procent zal worden gebruikt voor de bevordering van de Zweedse filmuit- voer. Uiteraard heeft de aankondiging van deze maatregelen in het Zweedse film- en bioscoopbedrijf grote voldoening gewekt. Ook in Zweden heerste in de filmindustrie een vrij ernstige crisis, die vooral door de sterke verbreiding van de televisie was ontstaan. Men is van mening, dat de af schaffing van de vermakelijkheidsbelasting in samenhang met de ontworpen steun maatregelen een belangrijke bijdrage zal leveren ter overwinning van de crisis. Het Franse Centre National de la Ciné matographie heeft zojuist een aantal sta tistische gegevens gepubliceerd over het Franse bioscoopbedrijf. Uit de gepubliceer de gegevens blijkt, dat het bioscoopbezoek in 1962 met 5,22 procent is gedaald. Het aantal bioscoopbezoekers bedroeg 309,4 miljoen tegen 328,4 miljoen een jaar te voren. Het bioscoopbezoek in Frankrijk be droeg in 1962 gemiddeld 5,9 miljoen. In 1956 bedroeg dit weekgemiddelde 7,7 mil joen, in 1957 7,9 miljoen, in 1958 7,1 mil joen, in 1959 6,8 miljoen, in 1960 6,7 mil joen en in 1961 6,3 miljoen. Sedert 1957 is het jaarlijkse bioscoopbezoek in Frank rijk met iets meer dan honderd miljoen gedaald. De bruto-recettes van het Franse bio scoopbedrijf zijn niettegenstaande de be- zoekdaling nog met ruim zeven procent ge stegen. Dat is te danken aan een toeneming van de gemiddelde entreeprijs met bijna dertien procent in vergelijking met 1961. De gemiddelde entreeprijs bedroeg in 1962 2,22 frank. 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 22