Twee maten? Gelukkige keuze stimulerende activiteiten, waarmede ook een nationaal be lang is gediend op het spel zetten. Vandaar dat dezerzijds voortdurend wordt gepleit voor voorwaarden, die een faire concurrentie tussen de verschillende media mogelijk ma ken. Men kan niet zeggen, dat de minister van Binnen landse Zaken wien de voorbereiding competeert van het Koninklijk Besluit, waarbij de voorzitter van de Centrale Commissie voor de Keuring van Films wordt be noemd, met de samenstelling van zijn voordracht die ge leid heeft tot het eervol ontslag van mr D. Bijdendijk met ingang van 1 mei a.s. en tot de benoeming van de heer J. C. Schuller op dezelfde datum ingaande, haast heeft gemaakt. De huidige voorzitter immers wordt op 15 juni a.s. 71 jaar. Getuigt deze aarzeling van tevreden heid over de wijze, waarop de thans scheidende voorzitter zijn taak heeft vervuld, zij verraadt toch ook iets van de voorzichtigheid, waarmede men in overheidskringen bij benoemingen als deze, die geacht worden in het beleidsvlak te liggen, te werk gaat. De moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, onttrekken zich gemeenlijk aan het oog van de buitenstaander. Bij het ontstaan van dergelijke vacatures zijn er altijd kapers op de kust en dient ervoor gewaakt te worden dat politieke invloed wordt uitgeoefend. Men moet dan verheugd zijn, dat er geen verrassing tevoor schijn komt, waarbij meer met deze laatste dan met de op het spel staande belangen rekening wordt gehouden. Naar onze mening heeft de Kroon met de benoeming van de heer Schuller een gelukkige hand gehad. Kritiek is hierbij niet ondervonden; integendeel. Ook onzerzijds wordt zij met bijzondere voldoening begroet. De heer Schuller is een man met een brede culturele belangstelling, die bij voorkeur naar de film uitgaat. Via de film heeft hij de activiteiten en de belangen leren schatten van hen, die bij de produktie, de vertoning en de distributie betrokken zijn. Hij kent dus ons bedrijf en velen van de bedrijfsgenoten. Het omgekeerde is eveneens het geval waardoor de heer Schuller ieders hoogachting geniet. Bij deze benoeming heerst de algemene overtuiging, dat in de zo gevoelige materie van de filmkeuring onder zijn leiding een mate van continuïteit zal worden gehandhaafd, die zowel uit een oogpunt van publiek- als van bedrijfsbelang en meer in het bijzonder terzake van de rechtszekerheid van grote betekenis is. De heer Schuller zij van harte gelukgewenst met deze belangrijke en hoogst eervolle benoeming die een waardige bekroning is van zijn departementale carrière. Wij zijn ervan overtuigd, dat hij bij de uitoefening van zijn taak de daaraan verbonden vraagstukken en moeilijkheden tot algemeen welzijn zal weten te benaderen en zo mogelijk zal weten op te lossen. Moge het hem gegeven zijn zijn nieuwe taak te verrichten tot zijn persoonlijke voldoening en moge ons nationaal filmwezen er wel bij varen. Het conflict, dat enige tijd geleden tussen de re gering en de Katholieke Radio-Omroep is ont staan over de plannen van de K.R.O. om een interview met de Franse O.A.S.-leider via de televisie uit te zenden, heeft in het bijzonder in de pers veel stof doen opwaaien. Het dreigement van de regering om, wanneer de K.R.O. de uitzending mocht laten doorgaan, maatregelen te ne men met andere woorden de knop om te draaien, waardoor de uitzending onmogelijk zou worden heeft ernstige protesten uitgelokt. De Volkskrant heeft in een commentaar er zijn be zorgdheid over uitgesproken, dat bij de behandeling van deze aangelegenheid in de Tweede Kamer het parlement met de geringe meerderheid van slechts drie stemmen (51 tegen 48) heeft verklaard, dat televisiekeuring voor af ongeoorloofd is. De Volkskrant gelooft, dat deze stem uitslag niet helemaal zuiver is; er is ook veel wrevel in verwerkt, die tal van Kamerleden tegen de K.R.O. koes terden, omdat hij het vraaggesprek op het programma heeft gezet en tegen de wens van de regering in toch wilde uitzenden. Het was misschien beter geweest, aldus de Volkskrant, als de Kamer zich tweemaal had uitge- gesproken. Eenmaal over de (on) wenselijkheid van het interview en eenmaal over geoorloofdheid van preven tieve keuring in de televisie. Misschien dat die tweede stemming dan een fraaiere meerderheid had opgeleverd. Het is duidelijk, gezien de strekking van dit commen taar, dat de Volkskrant t.v.-keuring vooraf ongeoorloofd vindt. Dat is op zichzelf uiteraard een eerbaar standpunt. Maar is dit dan ook niet van toepassing op het bioscoop journaal? In onze bioscopen mag, zoals de Volkskrant terecht vaststelt, geen journaal worden vertoond, als dat niet eerst de Centrale Commissie voor de Keuring van Films is gepasseerd. Meer dan eens is het voorgekomen, dat een deel van een bioscoopjournaal door de filmkeu ring niet toelaatbaar werd verklaard. In die gevallen lagen de zaken beslist niet ernstiger dan in de affaire-Bidault. Evenzeer als men zich verzet tegen keuring van het televisiejournaal zal men dat moeten doen tegen keuring van het bioscoopjournaal, die zich veel geruislozer en daardoor veel effectiever voltrekt. De bedreiging van de terecht zo hoog aangeslagen persvrijheid is in beide ge vallen even ernstig. Wijst men de keuring van het tele visiejournaal van de hand zonder zich over de keuring van het bioscoopjournaal druk te maken, dan meet men met twee maten. Dat kan bij een zo hoog goed als de persvrijheid bepaaldelijk niet door de beugel. Een feit is echter, dat bij de behandeling in de Kamer zowel bij vorige gelegenheden als nog onlangs van een eventuele wijziging van de Bioscoopwet geen hand is uit gestoken voor de persvrijheid van het filmjournaal en het is tevens een feit, dat beelden, die bij de keuring van het journaal niet werden toegelaten, 's avonds op het televisie journaal in de huiskamer te zien waren

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 4