Photo Kina 1963 te Keulen Philips De achtste Photo Kina, die van 16 tot 24 maart 1963 in Keulen plaatsvond, werd op 16 maart door de Duitse Bondspresident Dr. Lübke officieel geopend in aanwezig heid van talrijke binnen- en buitenlandse vertegenwoordigers van fotografische, cinematografische en aanverwante be drijven uit de gehele wereld, terwijl tevens een officiële gedelegeerde van de E.E.G. de openingsplechtigheid bij woonde. Een en ander demonstreert wel duidelijk het belang, dat aan dit periodieke evenement op het onderhavige gebied allerwege wordt toegekend. Ook het bezoekcijfer spreekt hier een duidelijke taal. De eerste tentoonstelling in 1950 trok ongeveer 74.000 bezoekers en dit aantal was in 1963 gestegen tot ruim 202.000, waaronder 21.500 buitenlanders, afkomstig uit 96 landen. Op projectie-technisch gebied, waartoe wij ons in deze rubriek in hoofdzaak plegen te bepalen, waren wederom verscheidene perfectioneringen te zien van reeds bestaande systemen, verbeterde uitvoeringen van diverse apparaten en allerlei nieuwtjes op het gebied van de toebehoren. Sensatio nele nieuwe ontwikkelingen ontbraken echter, zoals overi gens wel viel te verwachten. Nochtans is voor iedere in sider een bezoek aan deze universele tentoonstelling de moeite waard indien men althans uit eigen waarneming op de hoogte wil blijven van het voortschrijden der ver schillende technieken. Hieronder zullen wij de diverse bijzonderheden die in Keulen te zien waren, per fabrikant bespreken. Gezegd moet worden, dat Philips veruit de meeste en ook de meest spectaculaire nieuwtjes exposeerde. Zo was er een verbeterde uitvoering van de pulslamp in bedrijf te zien, waarvan het vermogen was opgevoerd van 800 tot 1000 W. De voorganger van deze nieuwe lamp, de SPP 800, leverde een lichtstroom van maximaal 5000 lumen, terwijl met de nieuwe lamp een lichtstroom van 9000 lumen, overeenkomende met de lichtopbrengst van een 80 A booglamp, kan worden bereikt. Deze lichtwinst van maar liefst tachtig procent wordt verkregen door toepassing van een ontladingslampje met een nog iets korter lichtgevend gedeelte, namelijk 14,5 mm tegen 17 mm (zie afbeelding 1), waardoor in combinatie met de hogere belasting een grotere lichtintensiteit ontstaat. Dit Fig. 3. Schematische voorstelling van de afbuiging van het licht van de tweede pulslamp naar het filmbeeld. De spiegelvlinder wordt voorgesteld door de onderbroken lijn en de daarbij getekende as. FILM-PROJEKTIE Fig. 1. Het oude en het nieuwe pulslampje in vergelijking met de grootte van een lucifer of van een sigaret. Het nieuwe lampje bevindt zich rechts en heeft duidelijk een kortere ont ladingsruimte. Ook de gewijzigde spiegelvorm is te zien evenals de veranderde spiegelhouder. leverde vijftig procent lichtwinst op. Daarenboven is door het gebruik van een nieuw en sterker gebogen hulpspiegeltje nog dertig procent lichtwinst ten opzichte van het bestaande systeem geboekt. Daar de uitwendige afmetingen-van het lampje gelijk zijn gebleven kan de 1000 W uitvoering (SPP 1000) ook in be staande 800 W installaties worden gebruikt. Er is dan weliswaar sprake van onderbelasting, doch door de kortere ontladingsruimte en het nieuwe spiegeltje, bereikt men toch nog een lichtwinst van circa 45 procent. Voor 1000 W bedrijf heeft men uiteraard een „zwaar dere" pulsator nodig, daar deze de vereiste grotere stroom- sterkte moet kunnen leveren. De bedoeling van deze verbetering is dat men ook zeer grote filmbeelden naar behoren met flitslicht kan uit lichten. Een lichtstroom van 9000 lumen betekent immers, dat men bij een belichtingssterkte van 100 lux een beeld oppervlak van 90 vierkante meter kan bestrijken in welk geval bij toepassing van bijvoorbeeld een Perlux scherm met een reflectiefactor 1,5, de gereflecteerde helderheid 150 asb zal bedragen, hetgeen dus bijzonder fraai is (zie hiervoor ook onze publicatie in „Film" no. 230, pag 377 onder de titel: doekverlichting). Bij gebruik van diffuse schermen met een reflectiefactor 0,8 en schermafmeting van bijvoorbeeld 5 x 12 m. komt men in dit geval ook nog tot een gereflecteerde helderheid van I 20 asb, dat wil zeggen binnen de vastgestelde tolerantie van 140 20 asb. Om tegemoet te komen aan de grief, dat het pulslicht te sterk in het blauwe gebied is bevoordeeld werd bovendien een correctiefilter vervaardigd, dat een aanpassing aan de Hl lichtkleur bewerkstelligt. Dit Hicor filter werd tijdens de tentoonstelling gedemonstreerd. Men projecteerde daar bij twee dezelfde filmbeelden; het ene met een Hl boog lamp en het andere met gefilterd SPP licht. Naast beide beelden was een kleurenschaal afgedrukt en men kon aldus waarnemen, dat het SPP licht qua kleurweergave zeker niet onderdeed voor het Hl beeld. De flikkervrije projectie, die inhaerent is aan het pulslichtbedrijf met zijn 72 lichtwisse- lingen per seconde, was bij deze vergelijking wederom bij zonder opvallend. 57

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 23