Volautomatische soloprojectie
PERIODE
VAN DE
FILM
V«»
V72S
j i
PULS VAN LAMP I
PULS VAN LAMP 2
%2,
FP22S
Fig. 4. Schematische voorstelling van het enkelvoudige en liet
dubbele pulsbedrijf.
voor de hand dat men daarbij ook de voedingsbron, die
hier zeer toepasselijk pulsator wordt genoemd, niet heeft
vergeten. Dit toestel, dat voor de talrijke, snelle en zeer
sterke lichtflitsen moet zorgen is een gecompliceerd en
dus duur onderdeel van de installatie.
In Keulen werd een sterk vereenvoudigde en daardoor
aanzienlijk goedkopere uitvoering ten doop gehouden. Deze
nieuwe, ten opzichte van het bestaande type, gehalveerde
pulsator (zie afbeelding 6) werkt rechtstreeks op de net-
frequentie van 50 Hz, waardoor de mogelijkheid bestaat
om zonder ingewikkelde stuurapparatuur 100 stroompulsen
per seconde af te geven. Daarvan worden er vier per film
beeld gebruikt, hetgeen betekent dat de beeldsnelheid bij
gebruik van deze pulsator 25 b/sec. moet bedragen.
Aangezien in de bestaande normen een tolerantie van één
filmbeeldje per seconde wordt toegestaan is dit geen on
overkomelijk bezwaar.
De projector, waarin de 25 beelden projectie wordt toe
gepast, heeft de type-aanduiding FP25S gekregen. Hij is uit
gevoerd met een 1000 W pulslamp en levert bij 100 licht-
wisselingen per seconde een absoluut flikkervrij beeld. Hoe
de lichtflitsen ten opzichte van de filmbeweging liggen
toont figuur 7.
Tenslotte toonde Philips in Keulen, dat ook bij boog-
lichtprojectie lichtbesparend kan worden gewerkt.
Het wordt immers door eenieder betreurd, dat als ge
volg van de bij deze vorm van projectie noodzakelijke
vlinder vijftig procent van het licht onvermijdelijk ver
loren gaat. Om hieraan tegemoet te komen is een
versneld kruismechanisme ontwikkeld, waardoor de trans
porttijd van de film wordt verkort van 1/96 tot 1/144 sec.
en er dus meer tijd overblijft voor projectie, dat wil zeggen,
belichting van de film. De vleugels van de vlinder kunnen
tot tweederde van hun oorspronkelijke grootte worden ver
kleind en dit alles voert tot een lichtwinst van circa 36
procent.
Deze nieuwe kruismechanismen kunnen op eenvoudige
wijze in de bestaande Philipsprojectoren worden ingebouwd.
Aan de hand van een eenvoudig demonstratie-apparaat
was op de tentoonstelling te zien, wat de versnelling van het
filmtransport lichttechnisch betekent. Bovendien kon men
zien, dat de versnelling zodanig soepel toe- en afneemt, dat
het filmmateriaal bij de versnelde 24 rukken, die het per
seconde te verduren krijgt, toch nog zoveel mogelijk wordt
gespaard.
Voorts was er op de Philipsafdeling van de Photo Kina
nog een geheel nieuw soort projectie installatie te zien welke
door de firma Kinoton te München in samenwerking met
Philips - Duitsland is ontwikkeld. Als uitgangspunt is
daarbij de FP 20S projector gebruikt, doch blijkens de
hierbij afgedrukte foto (afbeelding 8) is deze projector
daaruit niet gemakkelijk meer te herkennen.
De opzet was om met één enkele projector in de cabine
toe te kunnen, met welke projector het gehele programma
automatisch moest kunnen worden afgewikkeld, inclusief
de vertoning van dia-plaatjes. Daartoe had men dus om te
beginnen zeer grote filmspoelen nodig. De keuze viel ten
slotte op een spoel met een doorsnede van 89 cm, die
4000 m 35 mm filmmateriaal zou kunnen bevatten, over
eenkomende met een vertoningsduur van circa 2,5 uur.
Zulk een hoeveelheid film weegt inclusief de zeer stabiel
uitgevoerde spoel circa 35 kg, hetgeen een gewicht is dat
men niet zomaar in een boven de projector geplaatste af wik
keltrommel zou kunnen plaatsen. Vandaar dat zowel de
afwikkel- als de opwikkelspoel hier een plaats aan de
Fig. 5. Op het vliegwiel van het maltheserkruis ziet men de
beide aftastinrichtingen, die via uitsparingen in de rand van
het vliegwiel de pulsatoren dirigeren.
59