O o
Andere fabrikaten
Beeldonscherpte bij Xenonlampen
Operateursexamen 1963
scherpstelling, kadrering e.d. behoort verder tot de
mogelijkheden.
Al met al is hier sprake van een goed doordachte en solide
soloprojectieinstallatie waarvan wij de verrichtingen in de
practijk met grote belangstelling tegemoet zien. Hoewel ons
omtrent de verkoopprijs geen definitieve gegevens konden
worden verstrekt is het waarschijnlijk dat deze enkelvoudige
apparatuur met inbegrip van de automaat niet duurder zal
zijn dan een normale dubbele projectieinrichting zonder
automatiseringen.
Het enige bezwaar dat tegen gebruik in bestaande cabines
mogelijk kan worden aangevoerd is, dat de installatie op
tenminste een meter van de voorwand der cabine moet
worden opgesteld omdat de operateur gemakkelijk tussen
de projector en de voorwand van de cabine moet kunnen
werken bij het controleren, terugspoelen en monteren van
de programma's. Wellicht dat een draaibare voet ook dit
eventuele bezwaar in de toekomst kan ondervangen.
Met het oog op de beschikbare plaatsruimte zullen bij
zonderheden inzake de overige geëxposeerde producten
op cinematografisch gebied in de volgende aflevering van
Film worden behandeld.
Er heeft zich de laatste tijd een enkel geval voorgedaan
van beeldonscherpte, na overgang van koolspitsen op
Xenonlicht. Het betreft hier geen onscherpte, zoals ontstaat
bij een niet goed ingesteld projectie-objectief, doch het
verschijnsel vertoont zich alleen aan de zijkanten van het
beeld en wel in de gedaante van een tweede beeld of reflex,
die iets rechts of links van het eigenlijke beeld kan worden
waargenomen, in het bijzonder bij de projectie van titels.
Het verschijnsel zal praktisch alleen optreden bij gebruik
van objectieven met een zeer korte brandpunts-afstand,
zoals die soms voor wide screenprojectie moeten worden
gebruikt.
De oorzaak moet worden gezocht in de afstelling van de
kleine Xenonhulpspiegel, welke tot taak heeft, de lichtboog
van de lamp omgekeerd op de eigenlijke boog af te beelden,
teneinde een betere egaliteit en een hoger rendement te
bereiken.
Een holle spiegel is in staat een, op een bepaalde plaats
op de optische as aangebracht voorwerp, op deze zelfde
plaats, schijnbaar ruimtelijk, af te beelden. Verplaatst men
het voorwerp, hetwelk ook een lichtbron kan zijn, naar de
spiegel toe, dan verschuift het schijnbeeld in de andere
richting en wordt groter. Omgekeerd, bij verplaatsing van de
spiegel af, beweegt het schijnbeeld zich hier naar toe en
wordt kleiner. Op dit principe berust de werking van de
spiegelbooglamp, waarbij de op enige afstand van de spiegel
geplaatste gloeiende krater, resp. het zich daarin bevindende
gasbolletje, van de positieve kool op een veel grotere af
stand, n.1. op het filmvenster, vergroot wordt afgebeeld.
Verplaatst men de krater b.v. van de spiegel af, dan zal
dus ook de afbeelding zich verplaatsen en wel naar de
spiegel toe. Deze ligt dus nu niet meer op het filmvenster,
maar iets er achter. Wat wel op het venster wordt afgebeeld
is een deel van de vlamboog, welke veel blauwer van kleur
is, vandaar de sterke kleurverandering van het geprojec
teerde beeld.
Denken we ons nu een Xenonlamp met alleen een hoofd-
spiegel, dan is deze opstelling volkomen gelijk aan die, welke
hierboven beschreven werd en gedraagt zich dan ook op
Fig. 9. De filmloop
aan de voorzijde van
de projector bij het
terugspoelen. De
speciale filmplakpers
is midden onder de
verende spanrol ge
plaatst.
2
dezelfde wijze. Aangezien de vlamboog slechts één kleur
bevat, treedt bij verplaatsing geen kleurverandering, doch
alleen lichtvermindering op.
Brengen we nu de hulpspiegel aan, doch plaatsen we deze
zo, dat het door de spiegel ontworpen beeld van de vlam
boog niet precies op deze boog maar iets er voor of er
achter valt, dan „ziet" de hoofdspiegel op de optische as
dus 2 lichtbronnen en zal deze ook op twee plaatsen af
beelden. Hierdoor ontstaan dus twee stralenbundels, die
onder verschillende hoeken het projectie-objectief binnen
treden. Heeft dit nu een kort brandpunt, dus weinig scherpte
diepte, dan kunnen de dubbele beelden op het doek ontstaan.
De juiste afstelling in een dergelijk geval kan het beste
op de volgende wijze geschieden: bij de afstelling van de
Xenonlamp op de bekende wijze wordt de hulpspiegel
to.v. de lamp in de richting van de optische as zodanig
geplaatst, dat maximale helderheid van de bovenste beeld
helft wordt verkregen. Vervolgens wordt een film ingezet
en opent men de kaders van het doek geheel, zodat de uiter
ste zijkanten van het geprojecteerde beeld zichtbaar zijn.
Een kleine verstelling van de hulpspiegel kan nu het dubbele
beeld zowel rechts, als na verplaatsing in de andere richting
links doen verschijnen, hetgeen speciaal aan de beeld-
randen het best waarneembaar is. De juiste plaats van de
spiegel kan op deze wijze nauwkeurig worden bepaald.
Een woord van dank aan de heer D. Swart van de
Maatschappij Tuschinski, die het bovenomschreven merk
waardige verschijnsel signaleerde en de remedie er tegen
vond, is hier wel op zijn plaats.
De jaarlijkse operateursexamens zullen voor wat het
schriftelijke gedeelte betreft plaats vinden op 11 en 12 juni,
waarna het mondelinge examen op 27 en 28 augustus volgt.
Ook het examen ter verkrijging van het Practijk-Certifi-
caat vindt op laatstgenoemde data plaats. Ten aanzien van
dit Certificaat zij nog opgemerkt, dat de geldigheid daar
van, die thans tot de kleinere exploitaties beperkt is, na het
van kracht worden van de in voorbereiding zijnde collec
tieve arbeidsovereenkomst, tot het gehele land zal worden
uitgebreid, zij het onder zekere beperkende voorwaarden.
De inschrijving voor de examens is inmiddels opengesteld
en sluit per 31 mei a.s. Aanmeldingsformulieren kunnen via
het Bondsbureau worden aangevraagd.
61