Een reclamecampagne is geen rekensom Bioscoopbedrijf en reclame (V) 4 OSCARS Bepaal jaarlijks Uw reclamebudget Bekijk Uw traditonele uitgaven kritisch De uitvoering van Uw reclanieplan Er is een Engelse slagzin, die vertaald als volgt luidt: „Iemand, die met het voeren van reclame ophoudt om geld te besparen, lijkt op iemand, die zijn horloge stilzet om tijd te winnen". Wij willen dit motto gaarne tot het onze maken, omdat de moderne zakenman die met zijn tijd wil meegaan, eenvoudig niet aan het maken van reclame ont komt. Wij nemen zonder meer aan, dat ook de bioscoop exploitant onder deze groep zakenlieden wenst te worden gerangschikt. Daarmede is echter het probleem niet op gelost. Voor het maken van reclame is ten eerste geld nodig en het vraagt tenminste enige vakkennis. BEKROOND MET en door de Nederlandse pers geprezen met woorden als: OVERWELDIGEND, GRANDIOOS, BEZIELD, GROOTS, IMPONEREND, MEESLEPEND en VOORTREFFELIJK EEN BRYNA - PRODUCTIE VAN UNIVERSAL INTERNATIONAL IN TECHNICOLOR ittJJJJJJJ.WJJJJJ f il n f i j i j f 11 h 11 ir r i r nu Globaal genomen mogen wij stellen, dat de gemiddelde exploitant in het bioscoopbedrijf een klein tot heel klein reclamebudget per jaar heeft. Voor ons land geldt een budget onder de 50.000,als klein en onder de 25.000,als heel klein. Dat betekent een zware kosten- last, omdat het reclamebudget soms een onevenredig hoog percentage van de brutowinst gaat vragen. Heeft een reclamecampagne geen of weinig effect, dan komt de adverteerder dikwijls in heel wat groter moeilijkheden dan wanneer het tonnenbudget van de groot-adverteerder zonder succes blijft. De bekende reclame-expert Paul Bauduin geeft in zijn brochure „De kleine budgetten zitten in het verdomhoekje" de volgende gouden regel: Geef nooit meer geld uit dan U kunt missen, maar geef ook nooit minder geld uit dan nodig is om het doel te bereiken, dat U zich gesteld heeft. De exp!oitant-met-het-kleine-budget zal aan de hand van zijn omzetstatistiek en eigen verkoopcijfers al dan niet met hulp van zijn boekhouder of accountant moeten vaststellen, hoeveel geld hij in een bepaalde periode (ten minste een kwartaal, maar bij voorkeur een jaar) aan reclame kan uitgeven. Daarna moet hij bepalen en dat is het moeilijkste hoe dit budget moet worden verdeeld en uitgegeven. Helaas is een reclamecampagne nooit een helemaal uitgekiend rekensommetje, omdat er altijd enkele onbekende factoren zijn. Grotere adverteerders ondervangen dit door een post „Onvoorzien" op te nemen. De man-met- het-kleine-budget kan dit helaas niet doen, ofschoon hij ongetwijfeld ook tegenvallers zal hebben. Daarom dient juist hij zijn doel scherp te formuleren. Er zijn altijd uitgaven die worden gedaan uit traditie, of omdat men er niet af kan, of zomaar zonder bepaalde reden, dan alleen maar dat men lid van een hengelsportvereniging is. Met een klein budget is dit onverantwoord, daar alleen noodzakelijke uitgaven gerechtvaardigd zijn of doordat het geld, dat er aan wordt besteed niet op een andere manier rendabeler is uit te geven. Het verdient ernstige overweging deze traditionele uitgaven zeer kritisch te bekijken op hun nuttig effect. Is het antwoord negatief, dan dienen deze bedragen gereserveerd te blijven voor het zuivere reclame- plan. Zoals wij reeds eerder zeiden, is bij de uitvoering van een reclamecampagne tenminste enige vakkennis nodig. Gezien de beperktheid van de meeste bioscoopbudgetten is het meestal niet mogelijk zich tot een reclamebureau of reclame adviseur te wenden. Zonder in details te treden, zijn het hier de kosten- en tijdfactor, die de hoofdrol spelen. Toch staan voor de bioscoopexploitant enkele mogelijkheden open, die hem op weg naar een verantwoorde reclame kunnen helpen. Allereerst zijn er de filmverhuurkantoren, die onder andere door het verstrekken van goede matrijzen de exploi tant op praktische wijze behulpzaam kunnen zijn. Mede naar aanleiding van een brief van een filmverhuurkantoor 76

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 10