Arbitraal vonnis in hoger beroep Jaarvergadering Bioscoopreclame-Exploitanten Wijzigingen "Vaam- en Acl W* IN AANMERKING NEMENDE VOORTS: Nadat jhr Van Andringa de Kempenaer de prijzen had uit gereikt vond een gezamenlijke koffiemaaltijd plaats. In de middagzitting volgde tenslotte de vertoning van een groot aantal buitenlandse reclamefilms en t.v.-spots, waaronder alle films, die in 1962 op het internationale festival van reclamefilms te Venetië een bekroning hadden gekregen. De Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame- Exploitanten hield op woensdag 29 mei 1963 haar jaar lijkse ledenvergadering in restaurant Seinpost te Scheve- ningen onder leiding van haar voorzitter, de heer Joost Smit. In deze vergadering werden de gebruikelijke jaar stukken goedgekeurd. In de bestuursvacatures, ontstaan door het periodiek af treden van de heer M. Samson en het overlijden van mr J. Derks, werd bij enkele kandidaatstelling voorzien door herbenoeming van de heer M. Samson, respectievelijk be noeming van de heer W. A. Grollenberg. Verder werd op voorstel van het bestuur besloten de tot dusverre als overgangsmaatregel bestaande mogelijkheid tot het boeken van exclusieve vertoning van één reclame film per programma, op te heffen met dien verstande, dat tot dan toe exclusief geboekte vertoningen, mits deze ook exclusief blijven, als zodanig kunnen worden afgewerkt. Op voorstel van het bestuur werden voorts reglements wijzigingen vastgesteld, die beogen per programma geen reclamefilms met een concurrerend karakter te vertonen en een zo groot mogelijke spreiding te verzekeren van opdrachtgevers en artikelen, waarvoor reclamefilms worden gemaakt. Tenslotte wijdde de ledenvergadering aandacht aan de vraag, of het invoeren van nieuwe systemen van diareclame aanbeveling verdient, hetgeen zij vooralsnog afwees, in aanmerking nemende een suggestie van bestuurszijde om een commissie te benoemen, die tot taak zal hebben een studie te maken van de in andere landen in zwang zijnde reclameprojectiesystemen, alsmede de resultaten daarvan en hieromtrent vóór 1 januari 1964 een rapport met een daarop gebaseerd advies uit te brengen. De ledenvergadering besloot overeenkomstig deze suggestie. Opgave no. 6. Pag. 14: Almelo, Palace Schrappen: Jac. Meilink t/m tel. 40 69. In de plaats daarvan toevoegen na Enschede: tel. 0 5420 - 1 25 25. Pag. 15: Amersfoort, Amicitia Schrappen achter de accolade: J. Jogchem, directeur. Pag. 25: Budel, Ontspanningsgebouw Schrappen na directeuren: ,,A. F. M. G. J. en". Pag. 27: Deurne Toevoegen na Deurne: „(N.Br.)". Pag. 33: Enschede, Alhambra Schrappen: Jac. Meilink t/m tel. 40 96. In de plaats daarvan toevoegen: Enschede, tel. 1 25 25. Enschede, Metropole Schrappen: J. Meilink. Pag. 38: 's-Gravenhage, Corso Toevoegen na J. R. Schoonbeek, directeur: (R. J. Schoonbeek, leider/adjunct-directeur). Pag. 45: Hilversum Toevoegen boven Casino de volgende ver melding: Bijou Theater, Luitgardeweg 2, tel. 4 66 30 (A. Renes, leider), Firma Bijou, corr.- adres: Marnixstraat 404, Amsterdam, tel. 0 20 - 23 70 58, firmanten: Mr H. J. Daam en Mr P. A. Meerburg. Pag. 71 Venlo, Royal Theater Schrappen: A. P. H. Roebroek, adj.-directeur. Pag. 82: Actueel Film Schrappen S. Israël als directeur. Pag. 87: Toevoegen tussen City Film en Deltafilm: Colorpress Filmproductie, Duchattelstraat 9, 's-Gravenhage, tel. 0 70-247913, R. J. (de Taunay) Meijer. Pag. 90: G. Dijksman Tel.nr. 6 10 wijzigen in: 16 10. Pag. 94: Bestuur N.V.B. Toevoegen onder A. van Bloemendaal: W. A. Grollenberg, Amsterdam - 1966. De RAAD VAN BEROEP (EERSTE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgende arbitrale von nis in hoger beroep gewezen inzake: SAPPHIRE FILM PRODUCTIE N.V., gevestigd te Amster dam en kantoor houdende aldaar aan de Hobbemastraat 20, appellante, oorspronkelijk gedaagde, contra A. J. L. CATTOIR, exploitant van het Bioscoop- en Concert gebouw te Hulst en het Luxor Theater te Venray, wonende te Hulst en kantoor houdende te Venray aan de Merseloseweg 1, geïntimeerde, oorspronkelijke eiser. De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, ingevolge de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting van geschillen in tweede en hoogste instantie tussen leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; IN AANMERKING NEMENDE: het vonnis in eerste aanleg van de Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, gewezen op 4 maart 1963, van welk vonnis de beslissing luidt: „Verklaart dat eisers bod (als omschreven in zijn tot gedaagde gerichte brief dd. 15 januari 1963) op de film „De overval" voor vertoning in Hulst en Venray redelijk moet worden ge acht; Verklaart de rest van eisers vordering niet ontvankelijk; Veroordeelt gedaagde in de geschilkosten bedragende 50, dat appelante bij request van 22 maart 1963 hoger beroep heeft aangetekend tegen de uitspraak van de Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) dd. 4 maart 1963, van welk stuk afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Raad partijen heeft opgeroepen tot zijn zitting op maandag 6 mei 1963 op het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam, teneinde haar in de gelegenheid te stellen haar wederzijdse standpunten nader mondeling toe te lichten; dat aldaar zijn verschenen de heren mr R. H. Dijkstra, com missaris, en L. W. R. Meyer, directeur van appellante enerzijds, en de heer R. V. C. Cattoir, bedrijfsleider en gemachtigde van geïntimeerde anderzijds; dat mr R. H. Dijkstra namens appellante in hoofdzaak heeft verklaard, dat deze zaak haar als filmproducente bijzonder prin cipieel raakt; dat zij tracht bij te dragen tot een continue film- produktie op gezonde basis, met als uitgangspunt om zowel 88

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 22