wikkelingen in E.E.G.-verband die regelmatig weer een zeker heroriënteren noodzakelijk maken. Ook speelt hierbij de gemeentelijke autonomie een rol. Mijnheer de Voorzitter, wanneer ik spreek over bepaalde maatregelen ten behoeve van het Nederlands filmjournaal moet ik er toch wel de aandacht op vestigen, dat de vorm daarvan die op korte termijn kan worden gevonden, een tijdelijk karakter zal hebben, daar ook de plaats van het journaal economisch gezien op langere termijn ingepast moet worden in het geheel der ontwikkeling volgens nieuwe grondslagen in dit bedrijf. Ik hoop, mijnheer de Voor zitter, dat deze grondslagen ook op korte termijn zullen kunnen worden gelegd". Nadat de minister-president zijn verklaring had afgelegd werden er door enkele Kamerleden nog aanvullende vragen gesteld. De heer Willems vroeg, of bij de maatregelen op korte termijn niet zozeer de kwantiteit dan wel de kwaliteit bepalend zal zijn. Mevrouw Van Someren-Downer wilde van de minister weten, op welke termijn de aangekondigde onderhandelingen zullen worden gevoerd. De heer Baeten vroeg voorts, of de ministers niet van oordeel zijn, dat het Nederlands filmjournaal op langere termijn gezien ook een vrijwel onmisbare functie vervult bij het visueel registreren van de hedendaagse geschiedenis van ons land en of zij bereid zijn ook aan deze functie aandacht te schenken bij het overwegen van de vraag of en, zo ja, in welk financieel en functioneel kader steun voor de instandhouding van overheidswege kan of wellicht moet worden geboden. In antwoord op deze vragen verklaarde de minister president nog, dat de regering bij het voeren van haar beleid ook op de kwalitatieve aspecten zal letten, evenwel toch met deze restrictie, dat daarbij de redactionele onaf hankelijkheid niet zal mogen worden aangetast. De minister-president zegde voorts toe, dat bij het overleg, dat de regering van plan is met de bedrijfsorganisatie en met het betrokken filmbedrijf nu direct te openen, alle facetten kunnen worden betrokken. Het ligt in de bedoeling om het beraad met de bedrijfsorganisatie en het film bedrijf op korte termijn te voeren om dan te trachten te komen tot het leggen van grondslagen voor een gezond filmbedrijf in Nederland. Tenslotte merkte minister Marijnen nog op, dat zijn waar dering voor het journaal ook gold voor het belangrijke aspect van het vastleggen van belangrijke gebeurtenissen met het oog op de historie. Een gebeurtenis van nationale allure werd de opening van de Euro Cinema aan de Leyweg te 's-Gravenhage door de aan wezigheid van Koningin Juliana en Prins Bernhard, die in gezelschap van vele autoriteiten in de nieuwe bioscoop de Nederlandse première van de film „Lawrence van Arabi'ê" meemaakten. Het was de eerste keer, dat in ons land een bioscoop door een lid van het Koninklijk Huis werd geopend. De Euro Cinema zal ongetwijfeld een belangrijke rol gaan spelen in de ontspanning van de vele duizenden inwoners van Den Haags moderne woonwijk. Op de foto ziet men het aanbieden van een boeket bloemen aan de Koningin door een zoontje van de heer L. van Dommelen, directeur van Jogchem's Theaters N.V. Prins Bernhard en burge meester Kolfschoten van 's-Gravenhage kijken belangstellend toe. 136

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 40