Tiende Academische Filmstudiedagen
Lichaam en lichamelijkheid in de hedendaagse film
Vier aspecten
Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard, het Hoofdbestuur
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en het ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
De hoofdprijs, bestaande uit een Zilveren Roos, die door
de Nederlandsche Bioscoop-Bond was aangeboden, werd
door de jury toegekend aan de Hongaarse film ,,Het
concert". De ereprijs voor de beste Nederlandse film de
zilveren medaille van Prins Bernhard werd gewonnen
door ,,De kegelbaan". De Tsjechoslowaakse film „Strop"
werd beloond met de prijs van het departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, een prent van H. van
Kruiningen.
Het rapport van de jury, die niet minder dan zestien
Nederlandse critici telde, werd voorgelezen door de Am-
sterdame filmrecensent Jan Blokker, die onder andere op de
moeilijkheid wees om met een zo talrijke jury tot een
verantwoord werkschema te kunnen komen.
Deze kritische opmerking kon men als symptomatisch
voor het hele festival beschouwen, dat mank ging aan een
gebrek aan organisatie, zelfs in zo ernstige vorm, dat men
het met een verwijzing naar het studentikoze element niet
meer kon verontschuldigen. De ontvangst op de openings
middag verliep bijzonder stroef. De technische verzorging
van de voorstellingen voldeed niet aan normaal te stellen
eisen. Met het ingezonden filmmateriaal werd nonchalant
omgesprongen; de onachtzaamheid betekende zelfs het
einde voor één van de films, waarvan slechts één kopie
bestond. Ook tijdens de sluitingsavond werden er vele fouten
gemaakt; de Britse consul-generaal, die was uitgenodigd om
een prijs voor een Engelse film in ontvangst te komen
nemen, ondervond dat aan den lijve: omdat de uitgeloofde
prijs niet aanwezig was werd hem een schamele brochure,
het programma van het zojuist verstreken festival, in de
handen gestopt.
De Amsterdamse burgemeester, mr G. van Hall, de enige
niet bij de organisatie betrokken figuur, die op de sluitings
avond het woord kreeg, was daarom zonder twijfel de tolk
van vele aanwezigen, toen hij in zijn toespraak op niet mis
te verstane wijze zijn ontevredenheid over het gebrek aan
organisatie liet uitkomen.
Het is ten zeerste te betreuren, dat het bestuur van
Cinestud 1963 dit belangrijke evenement niet op een gron
diger wijze heeft voorbereid. Want het gebrek aan orga
nisatie heeft afbreuk gedaan aan de hoge waarde, die een
dergelijk internationaal studentenfestival zou kunnen heb
ben. In ieder geval is tijdens Cinestud 1963 wel gebleken,
dat het medium film een fascinerende invloed heeft op de
jongeren. Het grote aantal door studenten gemaakte films
toont dat duidelijk aan.
Het is te hopen, dat wanneer over enkele jaren in
Amsterdam voor de derde keer een internationaal festival
voor studentenfilms wordt gehouden het bestuur van Cine
stud zich door een goede organisatie en voorbereiding zal
weten te revancheren.
Vroeger dan gewoonlijk, namelijk reeds halverwege sep
tember, zijn dit jaar de Academische Filmstudiedagen ge
houden. De reden daarvoor lag voor de hand: de Stichting
Cinestud organiseerde in deze tijd internationale filmstudie
dagen, in welk kader de Academische Filmstudiedagen
voor de tiende keer dit jaar gehouden naar hun aard
goed pasten.
De opening van de Academische Filmstudiedagen
maandag 16 september in Hypokriterion te Amsterdam
werd verricht door de heer J. G. J. Bosman in zijn kwaliteit
van secretaris-penningmeester van de Raad van Beheer van
het Nederlands Filminstituut. Voor de openingszitting be
stond een grote belangstelling; behalve de deelnemers kon
de heer Bosman leden van het Hoofdbestuur, van de be
sturen van de Afdeling Amsterdam en van de Bedrijfs
afdeling Filmverhuurders van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, van de Universiteit van Amsterdam, van de Rijks
voorlichtingsdienst, van het Nederlands Filmmuseum, van
de Stichting Film en Wetenschap Universitaire Film, van
de Unie van Werknemers in het Film- en Theaterbedrijf, de
Katholieke Filmcentrale, de Nederlandse Filmacademie, de
Stichting Film en Jeugd en van de Christelijke Film Actie
welkom heten.
De heer Bosman bracht in herinnering, dat de Acade
mische Filmstudiedagen thans voor de tiende keer worden
gehouden en één van de vele takken vormen aan de levens
krachtige boom van het Nederlands Filminstituut, naast
de bemiddeling bij het verkrijgen van cultureel waardevolle
films, waardoor in het afgelopen jaar wederom enige dui
zenden voorstellingen mogelijk waren; naast de Nederlandse
Filmacademie in het kader van de N ij verheidsonderwijswet
met zijn tweejarige vakopleiding, die thans alweer vijf jaar
bestaat; naast het werk op het gebied van filmvorming en
filmstudie, de leergangen over het filmwezen, de organisatie
van lezingen en voordrachtenreeksen, de distributie van
filmvormingsmateriaal, het ontwerpen en verspreiden van
filmtentoonstellingen, voorlichting en vorming van het
publiek door middel van publicaties over film.
Wat de tiende Academische Filmstudiedagen betreft wees
de heer Bosman op vier aspecten. In de eerste plaats het
feit van de tweede lustrumviering, hetgeen de continuïteit
aantoont, die deze Filmstudiedagen niet alleen bestaans
recht verleent, maar ook de organisatoren verplichtingen
oplegt. Bezinning op de film is ten zeerste in het belang
van onze filmontwikkeling. De Filmstudiedagen hebben als
zodanig beslist betekenis gehad en vruchten afgeworpen.
In de tweede plaats hebben deze Filmstudiedagen reliëf
door de samenhang met de Internationale Filmstudiedagen.
waarvan ook het Seminar voor filmende studenten en het
Cinestud-festival deel uitmaken.
De derde bijzonderheid is de „location". Na de omzwer
vingen in Utrecht, Leiden, Nijmegen en Groningen zijn
we eindelijk „thuis". Zo deze Filmstudiedagen ergens thuis
horen, behoort dit in Amsterdam het geval te zijn, waar
de polsslag van het nationale filmleven klopt. De hoofdstad
als filmcentrum is de best denkbare klankbodem voor be
nadering van de film op academisch niveau. In Amsterdam
arriveren jaarlijks de honderden films uit alle delen van
de wereld en van hieruit worden zij enkele uitzonde
ringen daargelaten over het land gedistribueerd. Amster
dam telt de meeste bioscooptheaters en heeft de grootste
bezoekfrequentie. In of onder de rook van Amsterdam
149