De volautomatische booglamp gevoerd door de heer G. R. Olierhoek van de N.V. Haghe- film, die met behulp van een reeks technische tekeningen een uitleg gaf van de verschillende optische en magnetische modulatiesystemen bij de opname. Hij legde er voorts de nadruk op, dat de taak van de geluidsman veelomvattend is. Hij is verantwoordelijk voor de technische en artistieke kwaliteit van het geluid. De akoestiek in de filmstudio, maar ook die in de bioscoop, is daarbij uiteraard van groot belang. Helaas wordt dit nog maar al te vaak miskend, hetgeen grote schade toebrengt aan de geluidsweergave. Naar zijn mening is bij de opname de microfoonvoering van eminent belang en moet men reeds bij de opbouw van elke set rekening houden met de plaatsingsmogelijkheden van de microfoons. Doet men dit niet dan vervalt men in een statisch geluidsbeeld, hetgeen bijzonder onaangenaam kan zijn. Het valt naar de mening van de heer Olierhoek te betreuren, dat men dikwijls waar neemt dat blijkbaar nog te weinig wordt beseft, dat ook in het geluid de mogelijkheid van de close-up en andere in stellingen aanwezig is, onder andere door een juiste op stelling van de microfoons. Hij lichtte zijn stellingen toe met talrijke praktische voorbeelden, waarin ook de komische noot niet ontbrak. Tenslotte besteedde hij nog de nodige aandacht aan het geluid bij buitenopnamen en aan de problemen, die samen hangen met het nasynchroniseren van films in de oor spronkelijke dan wel in een vreemde taal. De Autoarc automatische spiegelbooglamp met bedienings knoppen. 0 0 0 0'0 0 Geluidsweergave Vervolgens kreeg de heer W. J. M. Jansen van de N.V. Philips andermaal het woord nu over het onderwerp „De geluidsweergave in de bioscopen". Aan de hand van een serie diaplaatjes besprak hij op gedegen wijze de weg, die het geluid in de bioscoop aflegt. Daarbij kwamen achter eenvolgens aan de orde de optische en magnetische geluids- aftastinrichtingen met hun verschillende systemen en moge lijkheden, de versterkerinstallaties met hun schakelmogelijk- heden, filters en dergelijke en de luidsprekercombinaties, al dan niet voor gescheiden weergave. Ook hier kwam wederom duidelijk naar voren, dat in dien in de opnamesector aan de afwerking en vastlegging van het bij de film behorende geluid de noodzakelijke zorg is besteed, met behulp van de tegenwoordig beschikbare optische of magnetische weergave-apparatuur, mits deze op de juiste wijze wordt ingesteld en onderhouden, in de biosco pen niet alleen een perfecte beeldreproductie, doch evenzeer een uitstekende geluidsweergave mogelijk is, zoals overigens in de ochtendzitting overduidelijk was gedemonstreerd. Nadat tenslotte nog een aantal vragen door de onder scheidene sprekers waren beantwoord, begaf het gezelschap zich naar het op het dak van het Groothandelsgebouw ge vestigde Kriterion Theater, alwaar na de vertoning van het journaal het doek werd weggeschoven en men via de grote ramen, die zich achter het projectiescherm bevinden, een prachtig uitzicht had over een groot deel van de verlichte stad Rotterdam. Deze verrassing vormde een bijzonder gewaardeerd slot van een geslaagde dag, die was bedoeld om een gezelschap deskundigen op het gebied van de akoestiek eens te con fronteren met de vele technische complicaties, die zijn verbonden aan de geluidsweergave in bioscopen. Door gron dige technische uiteenzettingen en goede demonstraties van de mogelijkheden in moderne bioscopen is men erin ge slaagd de leden van het Nederlands Akoestisch Genootschap een indruk te geven van de zorg, die in het film- en bioscoopbedrijf onder andere aan het geluid wordt besteed. Op maandag 2 december 1963 werd in het Du Midi Theater in Amsterdam via het technisch bureau Cine Service een demonstratie gegeven met de Autoarc, een geheel geautomatiseerde spiegelbooglamp. De bekende Engelse Morganite Company, die bij de demonstratie was vertegenwoordigd door de heren Kutschera en Greenwall, ontwikkelde deze lamp in samenwerking met de British Are Lamp Carbon Manufacturers Association. Het uitgangspunt was daarbij, dat de automatisering van de projectie in bioscopen slechts zin heeft, indien men beschikt over een lichtbron, die geen constant toezicht be hoeft. Bij de gangbare booglampen is dit wel het geval daar, zoals bekend, de juiste kolenstand voortdurend moet worden bijgesteld, ondanks het elektrische kolentransport. Hoewel er in het buitenland reeds diverse lamptypen bestaan, waarbij het „op maat houden" van de boog langs elektronische weg kan geschieden, is de wijze waarop dit probleem hier is opgelost wel iets bijzonders. De juiste plaatsen van de punt van de negatieve kool en het gasbolletje (Beek-effect) in de krater van de positieve kool, worden namelijk bewaakt door twee kleine prisma's, die het licht van deze twee punten naar twee fotocellen De uitneembare lichtbron met het aandrijfmechanisme van de Autoarc booglamp. 182

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1963 | | pagina 20