M. H. G. Crijns Nakeuring in Nijmegen opgeheven Opbrengst kerstcollecte Bio-vacantieoord Marktstraat te Delfzijl voortzette. Dit City Theater werd in maart 1961 verplaatst naar een nieuw gebouwd bioscoop- pand aan de Molenberg 17, waardoor de groeiende gemeente Delfzijl werd verrijkt met een modern geoutilleerde bio scoop. Mevrouw Schepel liet de exploitatie van de zaak in hoofdzaak over aan haar zoon, de heer G. Schepel. De crematie van haar stoffelijk overschot vond plaats op zaterdag 25 april in het Crematorium te Groningen. Enige bedrijfsgenoten, waaronder Mevrouw F. F. de Vries- Evenhuis, Vice-Voorzitster van de afdeling Het Noorden, bewezen haar de laatste eer door bij deze plechtigheid aanwezig te zijn. Het Hoofdbestuur heeft de familie Schepel schriftelijk van zijn deelneming doen blijken. De 23ste april overleed in de ouderdom van 79 jaar de heer M. H. G. Crijns, directeur van de N.V. Bioscoop Mij Palace te Maastricht, welke N.V. in 1949 de exploitatie van het Palace Theater te Maastricht voortzette. De plechtige uitvaartdienst, welke plaatsvond op maandag 27 april in de Parochiekerk van de H. Martinus te Wijk- Maastricht, werd bijgewoond door verscheidene bedrijfs genoten, waaronder de plaatselijke collega's, het Hoofd bestuurslid, de heer Drs J. A. M. Bouts, alsmede de Voor zitter van de Afdeling Het Zuiden, de heer M. J. W. Peters, die namens deze afdeling een krans aan de baar hechtte. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot geschiedde daarna op het R.K. Kerkhof te Bessenge in België. Het Hoofdbestuur zond een schriftelijke condoleance aan de familie. In Nijmegen is nog sneller dan men misschien had vermoed een einde gekomen aan het plaatselijke insti tuut voor de nakeuring van films. In de vergadering van de Gemeenteraad van 25 maart is een voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd, dat opheffing inhield van de uit 1928 daterende filmkeurings commissie. Voortaan zal in Nijmegen dus nog slechts de keuring door de Centrale Commissie voor de Filmkeu ring gelden. Reeds jarenlang was in Nijmegen van verschillende zijden gepleit voor de opheffing van de filmkeuringscommissie, die nog de enige in den lande is. In 1956 verzochten enkele plaatselijke rooms-katholieke organisaties aan de Raad om de Nijmeegse keuringscommissie op te heffen en de katho lieke nakeuring te aanvaarden, maar hierop werd afwijzend beschikt. De Gemeenteraad was toenmaals van oordeel, dat het onjuist zou zijn om een niet-katholieke minderheid van de Nijmeegse bevolking te binden aan de uitspraken van de Katholieke Film Centrale. Enige tijd geleden hadden Burgemeester en Wethouders reeds aan de Raad medegedeeld opheffing van de plaatse lijke nakeuringscommissie te overwegen. De directies van de Nijmeegse bioscopen hadden zich mondeling tot het college gericht met een daartoe strekkend verzoek. Daar bij werden verscheidene motieven naar voren gebracht. Plaatselijke nakeuring geeft bij voortduring aanleiding tot bedrijfsonzekerheid, omdat de bioscoopexploitanten van te voren niet kunnen weten, of een bepaalde film al dan niet zal worden afgekeurd. Bovendien werd in Nijmegen slechts een deel van de films gekeurd, aangezien bepaalde films (de zogenaamde pedagogische en instructieve) geen na keuring behoeven, terwijl reeds eerder in Nijmegen ver toonde films niet nogmaals gekeurd behoeven te worden. Voorts is er de invloed van de televisie. Films, die de Centrale Commissie voor de Filmkeuring voor achttien jaar en ouder toelaatbaar heeft verklaard, kunnen in de huis kamers door jeugdiger kijkers gezien worden en overigens zijn er nog uitzendingen door buitenlandse televisiestations van speelfilms, die in het geheel niet door de Centrale Commissie gekeurd worden. Burgemeester en Wethouders bleken de bezwaren van de bioscoopexploitanten te delen. Zij zijn van mening, dat de gemeentelijke nakeuring is te beschouwen als een insti tuut, dat mogelijk nog paste in 1926, maar dat al bijzonder weinig zin meer heeft in een tijd, waarin televisie en ver keer (snelle verplaatsing naar Arnhem bijvoorbeeld) een gemeentelijk stelsel van nakeuring van films tot een ana chronisme bestempelen. Op grond van deze overwegingen stelde het college van Burgemeester en Wethouders de Raad voor de plaatselijke nakeuringscommissie op te heffen, waarbij er nog op werd gewezen, dat de plaatselijke com missie van toezicht op de bioscopen moet blijven bestaan. Overigens is de burgemeester, aldus het college, volgens de Bioscoopwet te allen tijde bevoegd openbare vertoningen van een film te verbieden, indien van deze vertoning stoor nis van de openbare orde is te duchten. De Kerstcollecte 1963 van de Stichting Bio-Vacantieoord heeft het prachtige bedrag opgeleverd van ƒ283.190,15. In dit bedrag is begrepen 626,18 aan ingewisseld vreemd geld en ƒ89,25 aan nagekomen gelden. In 1962 bracht de Kerstcollecte in de bioscopen een bedrag van 193.104,33 op. Het verheugende resultaat van de laatst gehouden collecte is voor een deel te danken aan het feit, dat in de theaters, waar de film „Alleman" werd vertoond, zes tot acht weken werd gecollecteerd. Hieronder volgt een overzicht van de opbrengst in de verschillende afdelingen van de Nederlandsche Bioscoop- Bond Kerstcollecte Kerstcollecte 1963 1962 Afdeling Het Centrum 58.309,07 26.347,04 Afdeling Amsterdam 49.154,24 36.172,82 Afdeling Het Oosten 36.960,32 28.907,41 Afdeling Het Westen 31.911,47 16.358,94 Afdeling Rotterdam29.960,22 17.902,31 Afdeling 's-Gravenhage 28.151,50 16.775,33 Afdeling Het Zuiden 26.020,16 23.659,24 Afdeling Het Noorden 22.723,17 26.981,24 Totaal ƒ283.190,15 193.104,33 Het telwerk is ook dit jaar een zeer omvangrijk werk geweest. In de collectebussen trof men 539 stuks papiergeld. 75.031 zilveren munten, 1.191.191 nikkelen munten en 643.125 bronzen munten aan; een totaal van 1.909.886 stuks. (De Kerstcollecte 1962 telde 1.365.168 stuks bank biljetten en geldstukken). Het bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord is uiter aard de bioscoopbezoekers zeer dankbaar, die door in ruime mate de collectebus te gedenken een zo grote op brengst hebben bijeengebracht. Dank is men ook verschul digd aan allen, die zich veel tijd en moeite hebben gegeven om de collecte tot een succes te maken de directies en het personeel van de bioscopen, maar vooral ook de leden van het telcomité, die vele uren hebben besteed aan het sorteren en tellen van de inhoud van de bussen. 232

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 10