Financiering Festivalkalender Amerikaans bioscoopbedrijf verwacht verbetering Bioscoopbezoek in Frankrijk in 1963 verder gedaald Sir Michale Balcon neemt British Lion over De kosten voor verzekering en ver voer van de films naar en van het festi val zullen voor rekening van de pro ducenten komen. De kosten voor vertoning van de films zullen worden gedragen door het inter nationale filmfestival te Locarno. De reis- en verblijfkosten van de leden van de jury zullen worden voldaan uit het voor de prijs door de Raad voor culturele samenwerking gevoteerde kre diet. Tot nu toe heeft ons land twee keer de filmprijs van de Raad van Europa, die in 1957 is ingesteld, gewonnen. In 1962 werd de prijs in Cork toegekend aan „Erasmus, de stem van de rede" van dr J. Hulsker en in 1963 tijdens het filmfestival van San Sebastian kreeg „Maasvaart" van N.V. Profilti de prijs. Eervolle vermeldingen kregen „Prijs de Zee" van Herman van der Horst in 1959 te Edinburgh en „De lage landen" van George Sluizer in 1961 in Arnhem. In aansluiting op de gegevens over de internationale festivals van dit jaar, die zijn gepubliceerd in de vorige editie van het Bondsorgaan, volgen hieronder de data van nog enkele festivals: MILAAN, 15 tot 25 april en 12 tot 21 oktober (MIFED); MONTREUX, 17 tot 25 april (televisie films); MELBOURNE, 29 mei tot 15 juni; VERSAILLES, 2 tot 8 juni (eerste inter nationale festival van de militaire film); SYDNEY, 5 tot 15 juni; BERGAMO, 16 tot 18 juni (films over kunst); BERLIJN, 20 tot 25 juni (televisiefilms); TRIEST, 9 tot 18 juli (sciencefiction films); MONTREAL, 7 tot 14 augustus; EDINBURG, 16 tot 30 augustus; CORK, 11 tot 19 september; TRENTO, 27 september tot 3 oktober (berg- en exploratiefilms); MANNHEIM, 14 tot 19 oktober (docu mentaires). Het Amerikaanse departement van Handel heeft de verwachting uitgespro ken, dat de bruto-ontvangsten van de Amerikaanse bioscopen in 1964 een be drag van anderhalf miljard dollar zullen bereiken. De bruto-ontvangsten hebben in 1963 naar schatting 1.45 miljard dollar bedragen, hetgeen een toeneming van drie procent inhoudt ten opzichte van het voorafgaande jaar, toen een bedrag van 1,405 miljard dollar de kas sa's van de bioscopen binnenvloeide. Het hoogste bedrag aan bruto-recettes, dat de Amerikaanse bioscopen tot nu toe boekten, werd vastgesteld in 1949. toen 1,445 miljard dollar werd ont vangen. De stijging van de bruto-recettes wordt in hoofdzaak toegeschreven aan verho gingen van de entreeprijzen, maar ook het bioscoopbezoek vertoont een duide lijk stijgende lijn. De stijging van het bioscoopbezoek wordt op zijn beurt toegeschreven aan de betere kwaliteit van de Amerikaanse speelfilms van de laatste jaren. Het aantal buitenlandse films, dat in de Verenigde Staten wordt vertoond, is in 1963 verder gestegen. Naar schat ting negentig filmverhuurkantoren hou den zich bezig met de verhuur van bui tenlandse films; er zijn thans 1375 bui tenlandse films beschikbaar tegen 1222 in 1963. De buitenlandse recettes van Ameri kaanse filmproduktiemaatschappijen ste gen in 1963 tot 56,4 procent van hun wereldontvangsten, een nieuw record. De opbrengst over 1963 in het buitenland wordt geschat op 220 tot 225 miljoen dollar, vijf a tien miljoen dollar meer dan in 1962. Gunstige factoren, die in 1964 een verdere toeneming van bioscoopbezoek en recettes kunnen veroorzaken, zijn de voortgezette bouw van nieuwe bioscopen en vernieuwing van bestaande theaters en een grote voorraad films van goede kwaliteit. In Frankrijk heeft het bioscoop bezoek in 1963 289.517.000 bedragen, hetgeen een daling van 6,44 procent betekent in vergelijking met 1962. Ver geleken met 1957, in welk jaar het bioscoopbezoek in Frankrijk een record hoogte bereikte, is er in 1963 sprake van een daling van 29,21 procent. De bruto-ontvangsten bedroegen in 1963 734.939.000 frank, een toeneming van 6,6 procent ten opzichte van 1962. De gemiddelde entreeprijs bedroeg 2,53 frank, 13,95 procent meer dan in 1962. Het Centre National de la Cinémato- graphie Francaise, dat deze cijfers heeft gepubliceerd, wijst erop, dat de daling in het bioscoopbezoek in Frankrijk zich voornamelijk heeft voorgedaan in de eerste twee kwartalen van 1963, toen de weersomstandigheden voor het bioscoop bezoek uitermate ongunstig waren. De cijfers over het vierde kwartaal waren beter dan die over het vierde kwartaal van 1962. Het is opvallend, dat in de zuidelijke delen van Frankrijk de daling van het bioscoopbezoek het geringste is geweest; de achteruitgang bedraagt daar minder dan vier procent. In Noord-Frankrijk daarentegen werd een achteruitgang van tien procent geconstateerd. Voor een deel schrijft men dit verschil toe aan de omstandigheid, dat er in Frankrijk een duidelijke bevolkingsbeweging in zuide lijke richting te bespeuren valt. In 1963 heeft ook de Franse film- produktie nog een daling te zien gege ven, maar die is veel geringer dan een jaar tevoren. In 1963 kwam twee pro cent minder films gereed dan in 1962, maar in laatstgenoemd jaar constateerde men een daling van vijftien procent ten opzichte van 1961. In totaal werden in 1963 88 films geproduceerd, waarvan 42 zuiver Franse films en 46 co- produkties met Franse meerderheidsdeel neming (33 van deze co-produkties wer den met Italiaanse filmproducenten ver vaardigd). Het Centre National de la Cinémato- graphie heeft inmiddels een bureau voor marktonderzoek opdracht gegeven een diepgaand onderzoek in te stellen naar de omstandigheden op de filmmarkt. De resultaten van dit onderzoek zullen mede worden verwerkt in het vijfde econo misch plan voor het bioscoopbedrijf, dat van januari 1966 tot december 1970 zal lopen. De bekende Britse filmproducent sir Michael Balcon heeft de aandelen van British Lion overgenomen. Zoals be kend had de Britse regering besloten de aandelen, die de regering via haar be langen in de National Film Finance Corporation bezat, aan particulieren te verkopen. Dit voornemen van de re gering heeft tot uitvoerige discussies in de Britse pers en in het Lagerhuis aan leiding gegeven. Van de vele gegadigden, die belang stelling voor de aandelen in British Lion hadden, bleven uiteindelijk vijf groepen over. De regering kwam met één van deze groepen, die van sir Michael Bal con, tot overeenstemming. De overdracht van de aandelen is op 1 april een feit geworden. In kringen van de Britse filmindustrie bestond ongerustheid over de mogelijk heid, dat British Lion in de toekomst in handen van één van de grote fimmaat- schappijen zou komen, waardoor de onafhankelijke producenten hun toch al 238

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 16