villfl Medewerking van onder andere Bert Haanstra en Hugo Claus In deel II van „Het Witte Doek" over film en literatuur wordt de droom uit de Nederlandse film „Het Mes" getoond tegenover de zichtbaar gemaakte droom „L'année dernière a Marienbad" van Alain Rohbe-Grillet en Aluin Resnais. Op de zolder van het Prytaneum, waar de Leidse acade mische filmstudiekring zijn voorstellingen en bijeenkomsten houdt, waren we aanwezig bij de opnamen voor het derde filmpje. Eerst konden we deel I en deel II bekijken. Nico Crama heeft Egbert Altena en Alex Boon voor het camerawerk, Max Berg doet het geluid, en de montage is van Hans van der Velden. De teksten in de films worden gesproken door Bert Steinkamp en zijn geschreven door Hans de Witte. Produktie-assistente is Yolanthe Smit. De afwerking gebeurt in de studio en het laboratorium van Haghefilm. Deel I heeft als titel „Wat is film?". In aantrekkelijke beelden wordt de belangstellende leek duidelijk gemaakt hoe een strookje film tot stand komt. We zien een camera ploeg met de regisseur bezig verschillende opnamen te maken. Eerder laat het filmpje iets zien van wat een scenario is en hoe een draaiboek eruit ziet. De geschiedenis van de film en de bioscoop wordt aangestipt, maar voor het merendeel kijken we naar de realiteit, naar de mogelijk heden van beeld, montage en geluid. Deel I neemt niet een bepaalde film onder de loupe, maar behandelt het film- maken in het algemeen. Deel II gaat over film en literatuur en is een inleiding op de film „Verleden jaar in Marienbad". De film die moet worden behandeld is opgegeven door de Sticusa. In de wijze waarop dit gebeurt is Crama vrij. Als hij een bepaalde film moet inleiden zoekt hij hiervoor een thema. Bij „lAnnée dernière a Marienbad" was dit „film en litera- Tijdens de opnamen voor deel III van „Het Witte Doek" moderne Franse film. 320 de tuur". Bij „Het naakte eiland" is het „de mens in de film". Crama zoekt dan iemand in ons land die ook met dit thema-onderwerp te maken heeft gehad. In zijn filmpje zet hij een film uit het buitenland tegenover de ideeën en het werk van Nederlandse filmmakers. Bert Haanstra bijvoor beeld zal meewerken aan de inleiding op de Japanse film „Het naakte eiland". Het commentaar op de vorige pagina is afkomstig uit het deel „Film en literatuur". Het ligt in de bedoeling dat deze films op Suriname en de Nederlandse Antillen worden gedraaid als inleiding op de betreffende hoofdfilms die van Nederlandse verhuurkan toren worden betrokken. Ook zullen ze worden gebruikt voor filmliga's en voor vertoning op de televisie opdat een zo groot mogelijk deel van de bevolking met deze film- inleidende werkstukken in aanraking komt. Indien het publiek door dit soort filmpjes geïnteresseerd raakt za! het uit belangstelling naar de bioscoop komen. Natuurlijk heeft men ook in ons land interesse gekregen voor dit werk van Crama. Filmvormingskringen willen graag gebruik maken van dit oorspronkelijk Nederlandse werk. De Rijks voorlichtingsdienst zal derhalve te zijner tijd 16 mm kopieën distribueren. Voor het maken van de films werd financiële steun ont vangen van het Prins Bernhard Fonds en van het Ministerie van O. K. en W. Crama maakt de films voor opvallend weinig geld. Voor elk filmpje had hij slechts één maand tijd. Low-budget-produktie wil echter niet zeggen dat de makers op een half vuurtje werken. In tegendeel. Gezien de korte tijd werken ze dag en nacht onder hoogspanning. De filmverhuurkantoren hebben hen alle medewerking gege ven wat betreft het gebruiken van filmmateriaal, foto's affiches en documenten. Ook het Filmmuseum heeft hen hulp verstrekt en aan gegevens geholpen. Op de middag dat wij in Leiden de eerste twee filmpjes zagen werd begonnen aan de opnamen voor deel III waarin de moderne Franse film zal worden behandeld. Een eind examen-film van de Nederlandse Filmacademie, de „De

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 13