Frankrijk en in Duitsland treft men gelukkig reeds voor beelden aan van bijzondere faciliteiten, waaraan ook de buitenlandse short deel heeft. Ook in Nederland kennen wij zulke faciliteiten, maar zij dragen een beperkt karakter, omdat zij uitsluitend verband houden met de gemeentelijke vermakelijkheidsbelastingpolitiek. Er zijn namelijk diverse gemeenten waar belastingvermindering respectievelijk be lastingontheffing wordt gegeven, wanneer een geheel pro gramma, dus niet de short afzonderlijk, aan bepaalde cul turele voorwaarden voldoet, ongeacht het land van her komst. Het vorengenoemde artikel 5 spreekt van korte films van ledenstaten, dat zijn dus E.E.G.-films. Wat nu de Europese inslag van deze films aangaat, zou ik tot een categorisering willen komen: a. Al moge de Europese gedachte in de artistiek verant woorde shorts van de lid-staten niet expressis verbis, in dit geval expressis imaginibus tot uitdrukking zijn ge bracht, Europa is tenslotte niet een soort niemandsland. Het is niet een fictief terrein. Europa leeft vanuit zijn vitale delen, vanuit zijn onderling verwante culturen en vanuit zijn gemeenschappelijk belang. Shorts die een onderwerp van enig belang, en wat mij betreft ook niet van enig belang, artistiek realiseren, en voorzover het een onderwerp van bijzonder belang betreft op niveau en met intelligentie behandelen ook wanneer het de manier van leven betreft in een bepaald Europees land of een onderdeel van dat Europese land, zijn eo ipso Europese films en de verspreiding daarvan dient krachtig bevorderd te worden in de eerste plaats onderling in Europa, maar ook buiten de Europese levenssfeer. b. Een mogelijkheid tot meer directe benadering van de Europese inslag zie ik in de onderscheiden nationale financieringen. Het lijkt mij niet ondenkbaar, dat jaarlijks een klein gedeelte van het beschikbare budget wordt ge reserveerd voor een gerichte opdracht die dus de ver wantschap van de Europese volkerengemeenschap aan toont vanuit de betrokken nationale cultuur. Wat mijn land betreft, het Paleis op de Dam in Amsterdam en de inrichting van de patriciërshuizen op de grachten zijn niet te verklaren zonder de renaissance, en de renais sance op haar beurt is moeilijk te verklaren zonder Italië en als U wilt ook zonder Griekenland. Omgekeerd bloeit de Nederlandse tulp op alle Europese velden, kunt U Vincent van Gogh tot Fransman en Nederlander bestempelen en de Nederlander Erasmus tot een ware Europeaan. Midden in Amsterdam staat een standbeeld van Descartes, een klein bewijs van de onnoemelijk vele contacten tussen beide landen. Op dit ogenblik is er in Florence een overzichtstentoonstelling van de Neder landse graficus Hubert Superville, die de grote heront dekker was van Giotto. Er liggen duizend en één Euro pese verbindingen en duizend en één Europese banden, die zich lenen voor kunstzinnige visualisering. Waarom zouden ook de contrasten niet de aandacht mogen krij gen, de ware vitaliteit steunt immers op de dynamiek van de contrasten. De opdrachten kunnen zo worden gegeven, dat zij de éénwording der Europese volkeren liefst alleen maar motiveren. Dit is de zuiverste vorm van propaganda. Juist door via de onderscheiden natio nale culturen deze mogelijkheden te geven, komt men tot een veel genuanceerder Europees beeld dan vanuit een centrale instantie, die gedoemd is te verstarren en op te drogen. Niemand gelooft wezenlijk in het Europa ener bureaucratische autocratie, wel in een Europa dat wordt opgebouwd uit de subsidiariteit van zijn onderlinge onafhankelijkheid. Europa verwezenlijken in de ge- dachtenwereld van onze en opvolgende generatie door middel van een filmische visie, is een heel wat brozer aangelegenheid dan de afschaffing van douanerechten, het gladstrijken van economische structuren en het elimi neren van potentiële belemmeringen. Deze films zouden in een wedstrijd met elkaar op de Europese festivals moeten dingen naar een Europese prijs, waardoor ook de betreffende manifestaties veel meer dan tot nu toe dienstbaar kunnen worden ge maakt aan de Europese gedachte. c. De Europese gedachte nog meer centraal benaderd, zou vanuit de Europese fondsen jaarlijks en bij toerbeurt aan een vooraanstaand artist of groep van artisten of een productiemaatschappij die zich op het punt van de short bijzonder verdienstelijk maakt op grond van be paalde adviezen een opdracht kunnen worden verleend tot het vervaardigen van een film met een Europese visie vanuit de gezamenlijke Europese problematiek, zodat onderscheiden facetten daarin een duidelijke Euro pese inslag vertonen: de stromen, de tunnels, de passen en andere verkeersaders en -middelen die onze landen verbinden, het aan elkaar optrekken van de onderlinge levensstandaard, de congruentie van de stadsontwikkeling en de stadsplanning, de congruentie in religies en maat schappelijke tendenties, de congruentie ook in sociaal opzicht en in onderscheiden artistieke uitingen, de grote voordelen van de éénwording voor het geluk en de levensstandaard van de Europese mens en de plaats van Europa temidden der continenten. Maar ook al is de onderlinge uitwisseling aan geen enkele restrictie gebonden, zulks dank zij de eerste richtlijn, de restrictie van de commerciële structuur in de distributie en exploitatie blijft bestaan. De vrije uitwisseling garandeert geen plaats op het witte doek; toch dient men te bedenken, dat ook de korte film pas voltooid is in haar vertoning en wel in een juiste en doelmatige vertoning. Er dienen middelen gevonden te worden om de aandacht van producenten, distributeurs en exploitanten permanent te vestigen op het reservoir van de Europese korte film productie voorzover in eigen land gekwalificeerd of Euro pees gekwalificeerd. De commerciële verspreiding via het normale theaterprogramma is immers het eerste doel van deze productie en beantwoordt het meest aan haar opzet. Hier nu juist doet zich de grootste moeilijkheid voor. Filmfestivals en filmweken spelen in dit verband ongetwij feld een rol, maar zijn onvoldoende, omdat zij het bedrijf niet of weinig bereiken. Informaties behoren de bedrijfs- genoten rechtstreeks en continu te geworden. Hierbij kun nen de nationale bedrijfsorganisaties met wie een veel groter samenwerken op dit stuk nodig is, een belangrijke rol spelen. Een betere informatie zal ongetwijfeld de distri- butiemogelijkheden bevorderen. Betrekt het bedrijf veel meer dan tot nu toe in Uw activi teiten, opdat zijn vertegenwoordigers veel meer dan tot heden Europa gaan betrekken in hun kring en het Euro pese commerciële contact verstevigd wordt. In bedrijfs- circulaires en vakbladen en in het geheel van het onderlinge bedrijfsverkeer dient voortdurend de aandacht gevestigd te worden op wat er aan shorts met een hoge kwaliteit en meer specifiek nog met een Europese kwalificatie wordt vervaardigd. Europees kan men een belangrijke coördine rende taak verrichten. Inventarisatie van mogelijkheden, registratie van de stand der korte filmproductie, registratie van de licentiehouders en uitwisseling van practische ge gevens. Bij de verkoop, meestal ver onder de kostprijs, heeft men het in de hand in dit opzicht condities te stellen. 326

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 18