Situatie in België
De daaruit verkregen gegevens dienen in Europees verband
te worden uitgewisseld. In fiscale faciliteiten zie ik geen
oplossing, omdat allerwege verwacht wordt, dat de uit
zonderlijke belasting op bioscopen niet te handhaven is. Een
afzonderlijk huurpercentage lijkt op grond van de ervaring
en zeer in het bijzonder op grond van de huidige omstan
digheden niet haalbaar. Ideaal zou zijn, indien men de
exploitatie van de korte film geheel zou kunnen losmaken
van de hoofdfilmverhuur, hetzij met inschakeling van ver
huurders, hetzij met inschakeling van een coöperatie van
verhuurders. Dit zou dan langs nationale weg moeten
geschieden, maar realisatie hiervan zie ik vooralsnog niet.
Wij zullen het moeten houden op coördinatie, op een inten
sievere gebruikmaking van de bestaande kanalen, op krach
tige en doelmatige informatie en op een directer contact
met het bedrijfsleven. Wat de non-commerciële verspreiding
aangaat zijn er geen grote moeilijkheden, omdat deze
zich veel meer langs geleide wegen voltrekt.
Mogelijk zou iemand een gooi willen doen naar een stelsel
van bepaalde verplichtingen, tenzij de E.E.G.-verdrags
bepalingen zich hiertegen zouden verzetten. Ik zie namelijk
niet in, dat een producent, die vanuit de fondsen die voor
productie beschikbaar zijn wordt gefinancierd, niet de
conditie kan worden gesteld om een gekwalificeerde short
aan zijn hoofdfilm te verbinden, ook voor de export. Men
moet zich hierbij echter wel realiseren, dat hieraan veel
risico's verbonden zijn, namelijk de mislukking van de
hoofdfilm, het eenrichtingverkeer en de moeilijkheid van
de prijsvorming ingeval van verplichting.
Mijne heren, ik besef volledig de onvolkomenheid van mijn
rapport. Ik heb slechts enkele losse gedachten op tafel willen
werpen in de hoop, dat zij mogen leiden tot bescheiden,
maar practische conclusies.
Op één van de passen die het zuiden van Europa met het
noorden verbindt staat in een steen gehouwen: „Aquas
disjungo populos conjungo". ,,De wateren scheid ik, de
volkeren verbind ik". Ik moest hieraan denken bij de be
ëindiging van mijn rapport. De film zal altijd blijven labo
reren aan bepaalde materiële belemmeringen, ook in haar
verspreiding. Zij vormen een hoge pas, die de loop van de
film schijnt te onderbreken. De film is desondanks groter
geworden. De belemmeringen zullen niet kunnen verhinde
ren, dat de film en in dit geval de korte film de volkeren
verbindt, mits zij beheerst wordt door de geest die levend
maakt, de geest die visueel wordt in de film. Moge dat in
de toekomst meer en meer de geest van Europa zijn.
..Soyons de bons Européens" heeft Anatole France gezegd
en hij heeft er misschien wat gechargeerd aan toegevoegd
„en dehors de la tout est deuil et ruine".
In het Belgische Staatsblad van 3 oktober j.1. is een bekend
making opgenomen van het ministerie van Binnenlandse
Zaken die voor de bioscoopexploitanten hoopgevend is.
Met betrekking tot de gemeentelijke begrotingen wordt
de gemeentebestuurderen, indien zij in de mogelijkheid
verkeren, geadviseerd belastingen te verminderen „welke
economische en handelsactiviteiten ontmoedigen, wanneer
deze met financiële moeilijkheden te worstelen hebben (b.v.
de vermakelijkheidsbelasting die slaat op de thans aan esn
zware crisis onderhevige filmvertoningen".)
Het advies in de Staatscourant betekent voor de bioscoop
exploitanten een morele ruggesteun. De gemeentebesturen
weten v/aar zij aan toe zijn.
De familie Kamphuizen, hun
scheepshond en het motor-
schip „Casa-Nova" spelen de
hoofdrollen in „Oktobervaart"
een kleurenfilm over de Ne
derlandse binnenvaart, van
Charles Huguenot van der
Linden. De 35 minuten duren
de film, een N.F.M.-produktie
in opdracht van Shell Neder
land, zal begin volgend jaar
in première gaan. Eduard van
der Enden voerde de camera.
327