OP AUDIËNTIE
BIJ PAUS PAULUS VI
EEN aantal gedelegeerden van de bedrijfsorganisaties op het gebied van film en bioscoop, aan
gesloten bij de Union Internationale de 1'Exploitation Cinématographique, zijn op vrijdag 23
oktober j.1. na beëindiging van hun jaarlijkse besprekingen te Milaan in het kader van de M.I.F.E.D.
(Mercato Internazionale del Film e del Documentario) door Zijne Heiligheid de Paus in audiëntie
ontvangen. De Nederlandsche Bioscoop-Bond was bij deze gelegenheid vertegenwoordigd door de
Voorzitter, de heer Joh. Miedema, en de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman, die men op bijgaande
foto met Zijne Heiligheid in gesprek ziet.
De ontvangst was om allerlei redenen opmerkelijk en gedenkwaardig. Kort tevoren had de Paus immers
nog vertegenwoordigers uit het internationale filmbedrijf ontvangen, onder meer de producer Sam Spiegel
en de heer J. Levine van Embassy Pictures Corp. Ondanks de uitermate bezette agenda van de Paus was
deze aanstonds bereid aan het verzoek van zijn oude vriend uit Milaan Dr. Franci, de dynamische
directeur van de Milanese foire en oprichter van de M.I.F.E.D., te voldoen. In verband met het Concilie
kon niet aanstonds een uur bepaald worden, zodat wij ons gedurende enige tijd ter beschikking moesten
houden. Volgens insiders is het tijdstip van ontvangst een zeer ongewoon geworden: namelijk 's avonds
te ruim zeven uur, zulks, naar uit mededelingen bleek, in onmiddellijke aansluiting op een voor Zijne
Heiligheid uiterst vermoeiend program.
Een gezelschap van circa 25 dames en heren werd per auto bij de Arco delle Campane links van de Sint
Pieter, waar bewakers in de oude uniformen van Michelangelo de wacht houden, tot Vaticaanstad
toegelaten en achter om de Sint Pieter langs de onderscheiden dienstgebouwen, waaronder het paleis
van de gouverneur en het station, naar de ingang van het Pauselijk paleis gebracht. Hierbij moesten enige
smalle poorten en binnenplaatsen worden gepasseerd, waar aan de dienstdoende wachten telkens het
audiëntieverlof moest worden getoond. Bij de ingang bracht een grote lift ons naar de tweede verdieping;
een indrukwekkende serie gangen en loggia's geeft hier toegang tot de Pauselijke Appartementen. Hier
moest geruime tijd gewacht worden, omdat een audiëntie van Kardinaal Ottaviani die dag was er
een Conciliezitting geweest, die door bepaalde interventies nogal de aandacht getrokken had langer
duurde dan voorzien was. Enige tijd later passeerde ons de hoogbejaarde prelaat, die met veel eerbetoon
uitgeleide werd gedaan. We werden vervolgens binnengelaten in de Sala Clementina, waar een piket
Zwitsers de gasten een saluut bracht. In de daarop volgende Sala Pontificia zorgden in rooddamast geklede
palfreniers voor de vestiaire; in de twee volgende zalen hielden gendarmen en leden van de Palatijnse
Garde in uitzonderlijke uniformen de wacht. Tenslotte passeerden wij twee salons waar officieren dienst
deden. Hier moest opnieuw gewacht worden, omdat inmiddels gehoor werd verleend aan de Spaanse
Ambassadeur met gevolg, die even later eveneens met veel vertoon uitgeleide werd gedaan. Inmiddels
werden wij uitgenodigd plaats te nemen in de kleine troonzaal, waar de sobere in steen gehouwen zetel
en de Weense stoeltjes voor de gasten wel eigenaardig contrasteerden met de omgeving en de luister van
de wereldlijke hofhouding. Hoewel de pracht van het gouden en beschilderde stucwerk, dat indirect
verlicht zich in de gepolijste marmeren vloeren spiegelde, indrukwekkend was, ging er toch een voor
name rust uit van de opeenvolgende appartementen met hun velours wandbekleding in pastel
kleuren, af en toe onderbroken door een religieus reliëf of een kruisbeeld (uitsluitend corpus), de schaarse
meubilering en een smaakvol aangebrachte plantenversiering. Omstreeks kwart over zeven kwam Zijne
Heiligheid zonder nadere aankondiging vanuit zijn particuliere vertrekken naar ons toe, vergezeld van
twee monsignori. Een tengere etherische gestalte met scherpe blik, die ons lachend en met een beweeglijkheid
en charme begroette alsof het die dag zijn eerste ontmoeting was. Een geheim kamerheer met kap en
degen van de Nobelgarde in verblindende uniformen volgden en namen plaats naast de troon. Nadat
de Heilige Vader gezeten was, bood Dr. Franci namens alle aanwezigen een adres van hulde aan, waarop
311