Erasmusprijs 1965 voor Chaplin en Bergman De Erasmusprijs 1965 is toegekend aan de filmkunstenaars Ingmar Bergman en Charles Spencer Chaplin. De twee laureaten, die dit jaar de prijs groot honderdduizend gulden delen, zullen deze op donderdag 24 juni te Amste.dam ontvangen uit handen van Prins Bernhard, Regent van de Stichting Praemium Erasmianum. Op 23 juni 1958 stichtte Z.K.H, de Prins der Nederlanden het Praemium Erasmianum. De Stichting, gevestigd te Am sterdam, wil jaarlijks één of meer geldprijzen verlenen als onderscheiding voor personen of instellingen, die een voor Europa bijzonder belangrijke bijdrage op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk terrein hebben geleverd. Zij bestrijkt dus niet het terrein van de Nobelprijs die, zoals bekend, wordt toegekend aan eminente figuren werk zaam op de terreinen van de geneeskunst, de natuurkunde, de scheikunde, de letterkunde en de bevordering van de vrede. De grootte van de prijs is gesteld op 100.000, Anders dan bij de Nobelprijs echter dient door de bekroonde een nader te bepalen deel van de prijs in overleg met het bestuur, besteed te worden voor culturele, sociale of sociaal-wetenschappelijke projecten, welke de Europese geest en cultuur dienen. De financiering van de prijs ge schiedt uit Nederlandse particuliere bronnen. Aan Charles Chaplin wordt de prijs toegekend voor de unieke wijze waarop hij gedurende tientallen jaren de filmkunst verrijkt heeft en voor de invloed die hij heeft uitgeoefend en nog uitoefent op het werk van jongere Europese filmkunste naars, terwijl in Ingmar Bergman niet slechts een vooraan staand vertegenwoordiger van de hedendaagse filmkunst wordt geëerd, maar tevens de man die op zeer persoonlijke wijze heeft bijgedragen tot de ontwikkeling en hernieuwing van deze kunst. Zowel Bergman als Chaplin hebben de Stichting hun antwoord gezonden waaruit we uittreksels laten volgen: Ingmar Bergman: „I am both greatly honoured and grateful by the distinction, which the Regent and the Board of the Praemium Eras mianum Foundation have decided to confer upon me. It is indeed with great pleasure that I accept this award. It is also a great honour to me that the Foundation have decided that I should share the award with Mr. Charles Chaplin, who is one of the most outstanding men in the history of the cinema. I wish to add that I accept the prize with a special pleasure, because I feel that the Foundation in this way want to honour the youngest of arts, the cinema. This is to me a recognition of the cinema as an art and a medium, which has richly contributed to European culture". Charles Chaplin: „I am indeed honoured by this great tribute and will happily accept the Erasmus Prize which you wish to offer to Mr. Ingmar Bergman and myself, and will abide by the general information which you have enclosed. As stated in your letter, I shall await further details. Any time stated by His Royal Highness, Prince Bernhard, will be perfectly suitable to me". In 1963 werd de Erasmusprijs eveneens te Amsterdam uit gereikt en wel aan de Joodse godsdienstfilosoof Martin Buber. Het vorige jaar viel de bekroning ten deel aan de Union Académique Internationale en geschiedde de uit reiking te Athene. „Even Stilte", een nieuwe film van cineast Joan van der Keuken. 387

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 13