maandag gebonden. Wel zijn weekends en feestdagen uit gesloten. En dat is redelijk. Het is juist de redelijkheid, die als uitgangspunt van het onderling accoord heeft ge golden. Wanneer immers het bedrijf zijn pièces uniques afstaat aan een concurrerend projectiemedium, mag het een zodanige beperking vragen voor de vertoningstijd, dat niet de beste avonden worden geschaad en derhalve de amorti- satiemogelijkheden van het desbetreffende produkt. Ten slotte betaalt de televisie nauwelijks 3 van hetgeen de bioscopen aan vertoningsrechten moeten opbrengen. Zon der deze amortisatie zou de televisievertoning niet mogelijk zijn. Maar dit gaat het voorstellingsvermogen van de Leeuwarder Courant te boven. Hoe het zij. De onderlinge overeenkomst heeft tot heden redelijk en bevredigend gewerkt. Het feit dat de Gemengde Commissie, die voorziet in uitzonderingsgevallen, in al die jaren slechts een enkele keer heeft behoeven te vergaderen, wijst op de wederzijdse loyaliteit. Was het daarom zo vreemd, dat vanuit deze situatie de Bondsvoorzitter zich namens het Hoofdbestuur richtend tot de algemene ver gadering, zulks als gevolg ook van vele klachten van bedrijfszijde, zich beklaagde over de wijze waarop de AVRO de Hermans-uitzending meende te moeten annonceren? Namelijk met een verwijzing naar de schade, die het bioscoopbedrijf hiervan zou ondervinden. En was het dan juist, dat deze schade werd begroot op een door de Bioscoop-Bond nimmer genoemd of gesuggereerd cijfer? (Voor de volle 100 Leeuwarder Courant! Vanwaar Uw wantrouwen?) Voor het overige is het het goed recht van de Bondsvoorzitter om het nadeel van dit soort uit zendingen op avonden, waarvan het bedrijf het hebben moet, te constateren. Tenslotte komt het meer voor dat tijdstippen waarop uitzendingen die het bedrijfsleven zouden kunnen schaden, met omzichtigheid worden vastgesteld. De unieke positie van het televisiemedium, in politicis thans nog eens extra bevestigd en versterkt, legt betrokkenen bij hun beleid een extra verantwoordelijkheid op naar alle kanten. Waarom de gebruikmaking van dit goed recht een in cellophaan verpakt dreigement zou inhouden, is ons, gezien de bestaande verhoudingen, waarlijk niet duidelijk. Niemand heeft het zo geïnterpreteerd, maar Leeuwarden ligt niet zo ver van Sneek. En wanneer het waar is, dat een goede buur beter is dan een verre vriend, dan moge onze Voor zitter behoed worden voor zijn buren. Het is niet de eerste keer, dat zijn Sneker domicilie blijkbaar een bijzondere blikvanger is voor de Leeuwarder focus van dit pro vinciale hoofdblad. Wij zijn zo vrij te zeggen, dat de gestes van deze Voorzitter uit Friesland een andere, meer objectieve benadering verdienen en gelukkig ook erlangen. Charles Huguenot van der Linden maakte „Of durf je niet?", een zwart/wit widescreen film van 23 minuten. Camera Charles Breijer; muziek Gerard Hengeveld en Piet Noordijk naar een verhaal van Toos Staalman. In de hoofdrollen Ilse Zweers en Petra van Dortmont. Produktieleiding Martina Huguenot van der Linden. Regie-assistent Jan Wiertsema. Regie en montage Charles Huguenot van der Linden. 381

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 7