JAARLIJKSE LEDENVERGADERING Op maandag 12 april werd onder grote belangstelling de jaarlijkse ledenvergadering in hotel Krasnapolsky gehouden. Na het welkomstwoord van de Bondsvoorzitter werd de jaarrede uitgesproken waarvan wij een samenvatting hier onder laten volgen. Alvorens in te gaan op de bedrijfsproblemen herdacht de voorzitter de volgende leden die sinds de vorige jaarver gadering het bedrijf zijn ontvallen. Mevr. de weduwe A. Schepel-Bos. firmante van de firma G. Schepel en Co te Delfzijl; de heer M. H. G. Crijns, directeur van de N.V. Bioscoopmaatschappij Palace; de heer B. van Dijk, ex ploitant van de Goorse Bioscoop te Goor; de heer A. C. Ch. Aalderink, directeur van de N.V. Titra Film Laboratorium; de heer J. A. Beskers, firmant van de firma Astoria te Winterswijk; de heer G. W. Schuurman, oprichter van de familiebioscoop te 's-Heerenberg; de heer C. H. de Lange, exploitant van de Harmonie-Bioscoop te Alkmaar; de heer H. S. Kijlstra, exploitant van de Cinema Modern te Drach ten; ere-lid de heer J. L. Paerl, directeur van de N.V. Universal Film Agency; Prof. Mr. G. de Grooth, com missaris van de N.V. Cinecentrum. Polygoon, Profilti. Multifilm en Interfilm. Ter hunner nagedachtenis werd een minuut stilte in acht genomen. praktijk met zich brengt die voor ons ongeschikt is, dan hebben wij dit te onderzoeken. Dan dienen wij, zo nodig, het buitenland duidelijk te maken, dat wat daar kan in veel uitgestrektere gebieden met veel grotere bezoekers frequentie en met veel grotere ontvangst- en distributie- mogelijkheden, hier niet mogelijk is en dat het systeem in kwestie in ieder geval binnen de proporties moet blijven welke de omstandigheden in ons landje toelaten". Wij moeten terdege oppassen, dat ons bedrijf niet al te zeer inkrimpt. Iedere gesloten zaak, hoe klein ook, be tekent vermindering ook van afzetmogelijkheden, en doet het aanzien van onze bedrijfstak schade. Een te lang onttrekken van een film aan het roulement en dat moet men zich goed realiseren heeft een heel ander effect dan vroeger, want in de tijd tussen de pre mière en de vertoningen elders hebben er zoveel gebeur tenissen plaats gevonden op amusementsgebied, vooral via de televisie, dat de actualiteit verloren gaat en de aan drang tot bezoek, welke als een sterk element in onze exploitatie geldt, ten zeerste verminderd of verdwenen is. Spreker drukte de leden op het hart, met alle begrip voor de grote eersteweeksposities, de exploitatie-omstandigheden in ons land meer vanuit de landelijke situatie te bekijken. Bedrijfsproblemen in twee groepen. De voorzitter onderscheidde de bedrijfsproblemen in twee grote groepen. De interne moeilijkheden zoals op het gebied van financiering, exploitatiemethoden en distributiestelsel vormen de ene groep. De externe problemen die enerzijds van doen hebben met de structurele veranderingen in de vrije-tijdsbesteding, de opkomst van nieuwe ontspannings mogelijkheden en met alles wat de huidige welvaartsstaat kenmerkt en anderzijds met de uitzonderlijke positie waarin het bedrijf door verouderde vormen van wetgeving, door achterstelling ten opzichte van nieuwe media en door mis kenning en onderschatting soms ook van onze moeilijk heden, vormen de andere groep. Voor wat betreft interne vraagstukken sloot de voorzitter aan bij de opmerkingen dienaangaande gemaakt in het jaarverslag. Het bioscoopbezoek als gewoonteverschijnsel is voor een belangrijk deel verdwenen. Het bezoek berust thans voornamelijk hetzij op een zekere gerichtheid van programmering, hetzij op speciale attracties die de mensen uit hun huiskamers halen. „Wij komen er niet alleen met onze zaken keurig te onderhouden of ze te vernieuwen. Wij komen er niet alleen met onze reclame en propaganda te verbeteren. Wij hebben in de eerste plaats een produkt nodig, en willen onze zaken wat te betekenen hebben, een bijzonder produkt". „Wanneer het roadshowsysteem, overgewaaid uit grote landen met een heel andere situatie dan in dit kleine land, dat feitelijk als één woongebied kan worden beschouwd, een Het Hoofdbestuur heeft ernstig onderzocht, of oplossingen mogelijk zijn teneinde tot een snellere distributie van films te geraken. Als resultaat van zijn studie is het Hoofd bestuur tot een proeve gekomen, hierin bestaande, dat aan de bepalingen omtrent de leveringsplicht grotere inhoud wordt gegeven. Een desbetreffend voorstel zullen de leden spoedig tegemoet kunnen zien. Verhouding met televisie Bij de behandeling van de externe problemen besprak de voorzitter de verhouding met de televisie. Hij constateerde dat deze verhouding wordt beheerst door een overeenkomst inzake de filmvoorziening van N.T.S. en omroepvereniging. Wat de AVRO-bode echter had gedaan met het Toon Hermans programma dat op een zaterdagavond werd uit gezonden werd door hem bekritiseerd. Dit vond hij een deloyaal gebaar. Men propageert een programma met een beroep op het nadeel dat men ons toebrengt, en men doet dit met een mededeling die op fantasie berust. „Het is bepaald een misstand, als de televisie door enorme investeringen van overheidskapitaal en verplichte kijk gelden in staat wordt gesteld ons, behalve de concurrentie die nu eenmaal aan de visualiteit van het medium vastzit, ook nog een deloyale concurrentie aandoet van com merciële aard. Dit zou men allerminst mogen verwachten van stichtingen zonder winstbejag en algemeen maaaschap- pelijke doeleinden nastrevend. Wij vragen ons af, of bij dit soort op gezag van de overheid werkende monopolies niet 382

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 8