Nieuws uit het Buitenland Amerikaan Jack Valenti: Meer films met grotere opbrengst Jack Valenti, de president van de Amerikaanse Mo- tion Pictures Association heeft enige financiële voorspellingen gedaan voor de komende jaren. Zijns inziens zullen de Amerikaanse bioscopen tegen 1975 aan de kassa's een totaal bedrag ontvangen van één milliard, 600 miljoen dollar. Dit cijfer heeft hij gebaseerd op gegevens van het Amerikaanse De partement van Handel, dat voor 1966 een totaal bedrag voorziet van meer dan één milliard dollar. Als men de huidige groei op de toekomst projekteert, komt het genoemde bedrag voor 1975 voor de dag. Valenti acht het niet onwaarschijnlijk dat dit bedrag hoger zal blijken, omdat in 1975 het jonge bioscoop bezoekende publiek een groter percentage van de bW volking zal uitmaken. Er zijn dan meer jongeren en men voelt zich bovendien lichamelijk en geestelijk langer jong. De komende tien jaren zal de bevolkings groep tussen 15 en 19 jaar groeien tot bijna 50 van het totaal. Bovendien zal dit bioscooppubliek meer met filmkwaliteit vertrouwd zijn dan thans het geval is, zodat excellente films grotere opbrengsten zullen hebben dan nu. Dat het thans in deze richting gaat constateert Valenti aan het feit, dat steeds meer films in de gehele wereld groot kassuccessen blijken. In de periode 1952-1956 waren er vier films die meer dan 25 miljoen dollar opbrachten. Van 1957 tot 1962 waren dit er zeven en van 1962 tot 1966 zijn dit er dertien, waaronder „Thunderball" (United Artists) en „Dr. Zhivago" (M.G.M.) als pas toe gevoegde films aan dit rijtje. Valenti gaf toe, dat hogere toegangsprijzen eveneens invloed hebben op de opbrengst, maar gebleken is, dat deze groei vooral voortkomt uit een vergrote be langstelling onder het publiek voor excellente films. Situatie in Engeland Een vertegenwoordiger van de Bioscoopexploitanten Organisatie in Engeland en Ierland, de heer H. S. Roelich, heeft onlangs voor Amerikaanse collega's een lezing gehouden waaruit in „Variety" de belangrijkste gedeelten werden gepubliceerd. De Britse exploitanten zitten niet met hun armen over elkaar. Men spant zich in, de huidige problemen op te lossen. Onder andere bestudeert men de film- publiciteit en onderzoekt men in hoeverre deze dient te worden aangepast aan de huidige tijd. Het onder zoek heeft men de naam „Uptake" gegeven. Overal in het land worden commissies gevormd die de stand van zaken bestuderen en suggesties doen voor wat betreft de toekomst. In deze nationale en regio nale permanente commissies hebben zitting exploitan ten, vertegenwoordigers van verhuurkantoren, produ centen en filmpubliciteitsmensen, Het doel van de commissies is het verbeteren en aanpassen van de de film- en bioscoop-publiciteit. Rapporten van de plaatselijke en regionale commissies worden nationaal besproken en over het land verspreid. Na publiciteit zullen andere onderwerpen via ronde-tafelconferenties worden onderzocht. Een niet onbelangrijk probleem het Engelse bedrijf ligt op het financiële vlak. Men is er uiteraard van doordrongen dat de theaters in per fecte staat dienen te blijven. Dit betekent niet uitslui tend periodiek onderhoud, maar ook dat van tijd tot tijd veranderingen en moderniseringen dienen te wor den doorgevoerd. Een typisch Engelse aangelegenheid waarmee bios coopeigenaren te maken hebben, betreft de voorstel lingen op zondag. Sinds 1932 moeten bioscopen toe stemming vragen om op zondag een voorstelling te mogen geven. Als dit lukt kan het plaatselijke ge meentebestuur bijdragen eisen voor een charitatief doel. Het gebeurt dat deze bijdrage net zo hoog is als de opbrengst van de zondagvoorstelling, aldus de heer Roelich. Indien er op zondag mag worden gedraaid, wil dit overigens niet zeggen, dat men zelf de tijd en duur mag bepalen. Soms wordt de zondagvoorstelling gelimiteerd tot maximaal 2 uur. Gelukkig heeft de Regering on langs een commissie benoemd, die de zondagskwestie in Engeland zal bestuderen. De Regering wordt aanbevolen de liefdadigheids gelden af te schaffen en bioscopen en theaters vanaf 12 uur 's middags toe te staan openbare voorstellingen te geven. Het rapport zal binnenkort in het parlement worden behandeld. Waarschijnlijk zal daarna een nieuwe wet de oude zondag-verordeningen vervangen. Hoewel in Engeland het bezoekersaantal nog dalen de blijft, nemen de inkomsten toe. De laatste gegevens tonen een gemiddelde inkomstenstijging van 7 Bo vendien zakt het bezoek percentagegewijs niet zoveel als enige jaren geleden. Pas nieuw in Engeland is de belasting op in dienst zijnde personeelsleden voor niet-producerende bedrij ven. Men betaalt voor elk manlijk personeelslid on geveer een tientje per week extra-belasting en voor elke vrouw vijf gulden. Als ernstig ervaart men in bioscoopkringen de actie van de Engelse regering naar aanleiding van opmer kingen over monopolistische tendensen in de filmin dustrie. De regering heeft een commissie ingesteld om dit te onderzoeken. Men hoopt dat eventuele aan bevelingen van deze commissie de filmindustrie niet zullen verzwakken, maar integendeel versterken. Denemarken: Overheidsbemoeienis bij explotatie In Denemarken bepaalt de overheid wie een bios cooptheater mag exploiteren. Het bioscoopbedrijf is daar een staatsaangelegenheid. Als protest hiertegen sloten deze maand in Kopenhagen twee goed lopen de theaters. De exploitant van het Casino-Theater in het centrum trok zich terug, waarop de eigenaar van het gebouw de overheid verzocht de exploitatie-licen tie aan hem persoonlijk over te doen. Toen het Deense Ministerie van Cultuur de zaak op sleeptouw ging ne men en een beslissing uitstelde, verkocht de eigenaar uit protest zijn theater aan een supermarkt-organisatie. Verwacht wordt dat het overheidslicentie-systeem in Denemarken binnenkort zal worden opgeheven of in ieder geval aangepast. De filmverhuurders in Ko- 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1966 | | pagina 15