LEDENRAAD
Op 28 november 1966 is op het Bondsbureau een ver
gadering van de Ledenraad gehouden, waarbij aanwezig
waren de heren Joh. Miedema, Voorzitter; C. S. Roem,
Vice-Voorzitter; E. Alter, H. S. Boekman, E. van Buren,
W. F. Dubbeldeman, R. A. H. Herzet, C. van Liere,
H. Miedema, L. J. Paerl, M. J. W. Peters, J. P. M. A.
Smulders, J. de Wilde, J. van Willigen Jr., H. Zonder
van, leden, alsmede J. G. J. Bosman, Secretaris. Afwe
zig waren de heren C. J. Blad, J. J. L. Gielisse en
L. W. R. Meyer.
Op het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van
artikel 1 van het Algemeen Bedrijfsreglement had de
Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten
een amendement ingediend, dat in enigszins gewijzigde
vorm door het Hoofdbestuur was overgenomen. Het
aldus geamendeerde voorstel, dat een vereenvoudigde en
verduidelijkte omschrijving van de bedrijven van film
fabrikanten en filmproducenten inhoudt, werd na rijp
beraad zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Ook het voorstel tot wijziging van de artikelen 10B en
12A van het Algemeen Bedrijfsreglement, beogende uit
breiding van het aantal plaatsvervangende leden der
Commissie Nieuwe Zaken en Commissie Beroep Nieuwe
Zaken, ontmoette algemene instemming.
Er is uitvoerig van gedachten gewisseld over het voor
gestelde nieuwe Bedrijfsbesluit terzake van de Filmver
toning, speciaal voor wat betreft de daarbij aan het
Hoofdbestuur toegekende bevoegdheid om vervroeging
van het tijdstip van aanvang van nachtvoorstellingen toe
te staan. Ook hierbij bleken de opvattingen van Hoofd
bestuur en Ledenraad parallel te lopen.
Overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur heeft
de Ledenraad voorts vastgesteld een nieuw Bedrijfsbe
sluit inzake de Programmering overeenkomstig de tekst
van het vigerend bedrijfsbesluit van die naam.
Tenslotte kwam aan de orde het voorstel tot vaststelling
van een nieuw Bedrijfsbesluit op de Filmrapporten over
eenkomstig de tekst van het op 29 november 1965 vast
gestelde bedrijfsbesluit van die naam. Nadat enige re
dactieverbeteringen waren aangebracht, werd het voorstel
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij de rondvraag is gesproken over de ongewisse situatie,
welke door het aftreden van de regering-Cals ontstaan
is met betrekking tot de post van anderhalf miljoen
gulden voorkomende op het ontwerp-Rijksbegroting
1967, bestemd voor hulpverlening aan de gezondmaking
van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Daarbij
werd ook veel aandacht geschonken aan de actie, welke
in talrijke gemeenten gevoerd wordt om tot verlaging en
afschaffing der vermakelijkheidsbelasting op bioscoop
voorstellingen te komen.
UIT DE AFDELINGEN
LEDENVERGADERING BEDRIJFSAFDELING
FILMVERHUURDERS
LEDENVERGADERINGEN BEDRIJFSAFDELING
FILMFABRIKANTEN EN FILMPRODUCENTEN
Onder leiding van de Voorzitter, de heer C. S. Roem,
hield de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders op vrijdag
18 november een buitengewone ledenvergadering ter
behandeling van de voorstellen van het Hoofdbestuur
aan de Ledenraad tot wijziging van de artikelen 1, 10 B
en 12 A van het Algemeen Bedrijfsreglement, tot vast
stelling van een nieuw Bedrijfsbesluit ter zake van Film
vertoning, van een nieuwe Bedrijfsbesluit inzake de
Programmering en van een nieuw Bedrijfsbesluit op de
Filmrapporten. Deze werden na een korte toelichting van
bestuurszijde volledig geaccepteerd.
De Administrateur, de heer H. W. Hagenberg, heeft
een toelichting op het nieuwe televisieprogramma „Pre
mière gegeven en enige misverstanden ten aanzien van
de uitzending en toelichting van fragmenten uit nieuwe
filmproducties uit de weg geruimd. Voorts werd
er op gewezen, dat de redactie van het N.T.S.-program
ma de films niet in de showrooms der leden op wille
keurige dagen kan bezichtigen; zulks kan in overleg met
het Secretariaat uitsluitend geschieden des maandags-
morgens in de showroom van Actueel Film N.V., Hemo-
nylaan 21 te Amsterdam.
Het Bestuur deelde voorts mede, dat besprekingen met
de twee fabrikanten van filmtitels over de verhoogde
prijzen voor het betitelen van films nog gaande zijn.
De heer A. M. A. de Haan, hoofd van de recette-con
troledienst van de Bond, hield op verzoek van het
Bestuur een interessante causerie over de praktijk van
de recette-controle.
Op 16 september en 17 oktober 1966 zijn in Amsterdam
buitengewone ledenvergaderingen van de Bedrijfsafde
ling Filmfabrikanten en Filmproducenten gehouden.
Eerstgenoemde vergadering werd ex artikel 13 van het
Afdelingsreglement op verzoek van een aantal leden uit
geschreven en er kwamen daarin een aantal wensen ter
sprake, onder andere voor wat betreft de contributie. De
vergadering nam tenslotte een motie aan, die ten doel
had een en ander op korte termijn ter kennis te brengen
van het Hoofdbestuur.
In de tweede vergadering werden door het Bestuur de
resultaten bekend gemaakt van het gesprek dat naar
aanleiding van vorenbedoelde motie inmiddels met het
Dagelijks Bestuur van de Bond had plaats gevonden. De
Bondsdirecteur woonde deze vergadering bij en gaf in
dit kader een uiteenzetting, onder andere met betrekking
tot de plaats van de Afdeling in het totale Bondsbestel.
Verder kwamen nog een aantal huishoudelijke zaken
aan de orde, waaronder de verlenging van een tweetal
Afdelingsbesluiten, alsmede informaties van de Com
missie ad hoc betreffende Afdelingspubliciteit, respectie
velijk van het Bestuur inzake filmopdrachtcontracten met
de overheid en de gang van zaken op het terrein van de
commerciële televisie.
Tenslotte werd er bij de rondvraag door de vergadering
nogmaals op aangedrongen, het toelatingsbeleid, ook
voor wat betreft de plaatsingen op de Lijst van Geen
Bezwaar, zoveel mogelijk te verscherpen.
1 7