Commissie van Geschillen OVERWEGENDE: OVERWEGENDE: 32 De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Neder- landsche Bioscoop-Bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: Columbia International Films (Holland) N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende aldaar aan het Achter Oost einde 9-11, eiseres contra M. Desmet, exploitant van het City Theater te Geldrop en wo nende aldaar Bogardeind 51, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Neder- landsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage- Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage college voor de beslechting onder meer van geschillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request dd. 25 januari 1966 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een af schrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 27 april 1966 op het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond te Amsterdam; dat aldaar verschenen is de heer A. G. H. Brouwers, gemach tigde van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen, doch met een brief van 23 april 1966 heeft doen weten, dat hij de juistheid van de ingediende vordering erkent, doch gaarne zou zien dat hem een gemak kelijke manier van betaling zou worden toegestaan; dat de heer Brouwers namens eiseres verklaard heeft, dat ge daagde inmiddels 50,heeft voldaan, zodat te vorderen overblijft een bedrag van 290,02; dat eiseres accoord gaat met een betaling in termijnen van 25,per maand; dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitrage Bondsreglement van de Nederland sche Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden van de Bond onderling met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn on derworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder havige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Nederlandsche Bio scoop-Bond; dat de verschuldigdheid van de ingestelde vordering is erkend en dat deze vordering door de aan de Commissie overgelegde bescheiden wordt gestaafd; dat de vordering derhalve moet worden toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld om het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen te voldoen; dat gedaagde voorts moet worden veroordeeld tot betaling van de geschilkosten, die zijn bepaald op 50, RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIIK- HEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van 290,02, waar van vóór of uiterlijk op 10 mei 1966 25,7 juni 25, 5 juli 25,—, 2 augustus 25,—, 6 september 25,—, 4 ok tober 25,1 november 25,6 december 25, 3 januari 1967 25,—, 7 februari 25,—, 7 maart ƒ25 en 4 april 15,02; VEROORDEELT gedaagde voorts in de geschilkosten bedra gende 50,te voldoen vóór of uiterlijk op 4 oktober 1966. Aldus gewezen te Amsterdam op 27 april 1966 De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Neder landsche Bioscoop-Bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: N.V. Kinotechniek, gevestigd te Amsterdam en kantoorhouden de aldaar aan de Prinsengracht 530 eiseres contra M. Desmet, exploitant van het City Theater te Geldrop en wonende aldaar Bogardeind 51, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Neder landsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitrage- Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage college voor de beslechting van geschillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 21 april 1966 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een af schrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 31 augustus 1966 op het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond te Amsterdam; dat aldaar verschenen is de heer W. J. Lammers, gemachtigde van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen en evenmin de tegen hem inge stelde vordering heeft tegengesproken of zich anderszins heeft verweerd; dat de heer Lammers namens eiseres in hoofdzaak heeft ver klaard, dat gedaagde van het gevorderd bedrag ad 87,05 inmiddels 50,heeft betaald, zodat alsnog te vorderen blijft een bedrag van 37,05; dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop- Bond en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitrage Bondsreglement van de Nederlandsche Bioscoop- Bond alle geschillen tussen leden van de Bond onderling met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder havige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welke beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Nederlandsche Bioscoop- Bond; dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan arbiters niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat gedaagde door een deel van de vordering inmiddels te voldoen de rechtmatigheid dezer vordering heeft erkend; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen met gedaagdes veroordeling in de arbitragekosten, welke zijn be paald op 50, RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJK- HEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen 37,05 (zevenendertig en 5/100 gulden), alsmede in de arbitragekosten bedragende 50, (vijftig gulden). Aldus gewezen te Amsterdam op 31 augustus 1966

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1966 | | pagina 32