ming bevoegd in het genot van het onroerende goed te
blijven. Op dit beginsel wordt, zo staat in datzelfde lid
te lezen, slechts uitzondering gemaakt ten aanzien van
de gewezen huurder, die de huurovereenkomst zelf heeft
opgezegd of uitdrukkelijk in de beëindiging daarvan heeft
bewilligd.
Over hetgeen rechtens is na het overlijden van degeen,
die krachtens huurbescherming in het genot van het goed
is, houdt de Huurwet zelf niets in. Moeilijkheden heeft
de praktijk hiervan in het verleden nochtans niet onder
vonden. In de enkele gevallen, dat de rechter werd ge
roepen over deze vraag te oordelen, ging hij ervan uit,
dat de eerderbedoelde bevoegdheid op de erfgenamen
van de gewezen huurder overging. Daarvoor werd mede
een beroep gedaan op het systeem van de Huurwet
blijkende onder meer uit artikel 19 van die wet en
de strekking van artikel 1611 van het Burgerlijk Wet
boek dat bepaalt, dat de huurovereenkomst noch door
de dood van de verhuurder noch door die van de huur
der teniet gaat.
Bij arrest van 13 november 1964, N.J. 1965, nr. 1,
heeft de Hoge Raad echter beslist, dat de bevoegdheid
van de gewezen huurder om in het genot van het onroe
rend goed te blijven, het recht op huurbescherming der
halve, na zijn overlijden niet overgaat op zijn erfgena
men. De Hoge Raad overwoog daartoe onder meer „dat
voorts, voor zover de erfgenamen van de gewezen huur
der ten tijde van zijn overlijden wel reeds tezamen met
hem, als leden van zijn gezin, in het feitelijk genot
waren van het goed, dit was een genot dat zij bezaten
niet als „gewezen huurder", doch dat zij evenals
onderhuurders bezaten als een uit andere hoofde
van hem afgeleid genot; dat daarom de conclusie geen
andere kan zijn dan dat het recht op huurbescherming
van de gewezen huurder is een aan zijn persoon, name
lijk aan zijn hoedanigheid van „gewezen huurder", ge
bonden recht hetwelk bij zijn overlijden niet overgaat
op zijn erfgenamen, en dat, hoezeer een regeling in de
Huurwet, strekkende tot bescherming van de belangen
van de hem overlevende leden van zijn gezin bij voort
zetting van het woongenot, denkbaar en mogelijk zelfs
wenselijk ware geweest, nu de wetgever een zodanige
regeling, met de daarbij onmisbare waarborgen tegen
misbruiken van de zijde van huurders, niet in de Huur
wet heeft opgenomen, bescherming van de belangen dier
gezinsleden, evenals dat met de belangen van onder
huurders het geval is (memorie van antwoord, 15),
slechts mogelijk is langs de weg van de Woonruimtewet,
welke, ook volgens het streven van de Regering (me
morie van antwoord, 14), met de Huurwet een „sluitend
geheel" moeten vormen.".
Deze beslissing heeft verreikende consequenties. Een
daarvan is, dat tot degenen, die zich niet op huurbe
scherming kunnen beroepen, behoren de weduwe en de
kinderen van de gewezen huurder. Verder valt te denken
aan bepaalde bloed- en aanverwanten, die ten tijde van
het overlijden van de gewezen huurder met hem samen
wonen, zoals de broers en zusters die een gemeenschap
pelijke huishouding voeren en van wie de gewezen huur
der komt te overlijden. Deze personen hebben er in
overeenstemming met het algemeen rechtsbewustzijn
recht op en belang bij om niet „het dak boven hun
hoofd" te verliezen. Voorts zal een voorziening moeten
worden getroffen met betrekking tot de situatie, die ont
staat wanneer de gewezen huurder van een bedrijfs
ruimte komt te overlijden. Hier is geen sprake van
woongenot. Het criterium van in gezinsverband of an
derszins „samenwonen" is hier uiteraard niet bruikbaar.
Als ander criterium komt het meest in aanmerking het
vereiste dat degene- die aanspraak maakt op huurbe
scherming, het bedrijf of beroep van de overledene zal
voortzetten, en wel als diens rechtsopvolger onder alge
mene titel. Daarnaast is het wenselijk ook hier de hoe-
danighed van gewezen huurder alleen toe te kennen aan
de echtgenoot en de naaste bloed- en aanverwanten,
alsmede aan degenen over wie de overledene of diens
echtgenoot de voogdij heeft uitgeoefend.
Bij het maken van de nieuwe avond
vullende film van Bert Haanstra „DE
STEM VAN HET WATER" werd het the
ma water vaak diepgaand behandeld,
zoals deze werkfoto duidelijk illustreert.