VERMAKELIJKHEIDSBELASTING
Ons lid, de firma C. J. van Liere Zonen, heeft zich
enige tijd geleden gewend tot Burgemeester en Wethou
ders van Goes met een verzoek om de Raad van deze
gemeente voor te stellen de bioscoopvoorstellingen vrij
te stellen van vermakelijkheidsbelasting. Burgemeester
en Wethouders hebben hierop onlangs gereageerd met
het aanhangig maken bij de Raad van een voorstel om
het hoofdtarief der bioscoopbelasting te verlagen van
207' tot 12/27 der brutorecettes en de voorstellingen
met zogenaamde artikel 1-films, die tot dusver met 15%
waren belast, geheel vrij te stellen.
Op verzoek van ons lid, Bioscooptheater Centraal N.V.,
hebben Burgemeester en Wethouders van Krommenie
de Raad voorgesteld de vermakelijkheidsbelasting op
bioscoopvoorstellingen van 107, te verlagen tot 5%. De
Raad heeft dit voorstel op 17 januari j.1. aangenomen.
De nieuwe verordening treedt in werking op de eerste
dag van de maand, volgende op die, waarin de Konink
lijke goedkeuring dezer verordening ter kennis van het
gemeentebestuur is gekomen.
Eind 1963 besloot de Raad der gemeente Neede de
belasting op bioscoopvoorstellingen te verlagen van 20%
tot 157 (zogenaamde culturele films waren reeds vrij
gesteld). Deze verlaging achtte ons lid, Miedema's Bio
scoop- en Exploitatie Maatschappij, die het Luxor
Theater te Neede exploiteert, volstrekt onvoldoende. Zij
heeft herhaaldelijk op afschaffing der bioscoopbelasting
aangedrongen. Haar inspanning is tenslotte met succes
bekroond. In zijn vergadering van 21 december 1966
heeft de Raad op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten de filmvoorstellingen, welke in het Luxor
Theater te Neede worden gegeven, vrij te stellen van de
vermakelijkheidsbelasting. De verordening is op 1 januari
j.1. in werking getreden.
Ons lid, de firma J. H. Hollemans, heeft zich in het
vorige najaar tot Burgemeester en Wethouders van
Oude Pekela gewend met het verzoek geen vermakelijk
heidsbelasting meer te heffen op de bioscoopvoorstel
lingen in het Lido Theater aldaar, zulks teneinde het
voortbestaan van deze bioscoop mogelijk te maken.
Burgemeester en Wethouders hebben daarop de Raad
voorgesteld gedurende het jaar 1967 geen bioscoopbe
lasting op de voorstellingen in het Lido Theater te
heffen en de aangelegenheid eind 1967 opnieuw te
bezien. Burgemeester en Wethouders hebben daarbij
aangevoerd, dat het Lido Theater de enige accommo
datie ter plaatse is voor het geven van filmvoorstellingen,
muziek- en zanguitvoeringen, toneel, schoolconcerten
en dergelijke en dat het behoud hiervan voor het cultu
rele leven in deze gemeente van grote waarde wordt
geacht. De Raad heeft dit voorstel op 21 december aan
vaard.
In Roermond is ten aanzien van de verlaging der bio
scoopbelasting die 20% bedraagt, nog geen beslissing
genomen, hoewel onze leden aldaar, de CV. Royal
Theater, (beherend vennoot M. H. van Bergen) en P.
Wester, exploitant van het Theater Harmonie reeds lang
voor afschaffing ijveren. Het laatst hebben zij eind
december van het vorig jaar een goed gemotiveerd ver
zoek aan het College van Burgemeester en Wethouders
gericht. Blijkens een bericht in De Nieuwe Limburger
heeft deze aangelegenheid ook de aandacht getrokken
van de Kamer van Koophandel voor Midden Limburg.
De situatie in de bioscoopbedrijven noemt de Kamer
slecht. De dalende lijn, die met de komst der televisie is
begonnen, heeft thans wel haar dieptepunt bereikt. De
bioscoopbedrijven hebben nu al jarenlang gevochten
voor afschaffing der vermakelijkheidsbelasting. „Het
ziet er naar uit, dat deze kwestie automatisch zal wor
den opgelost, wanneer de bioscopen, die zich tot dusver
met grote moeite hebben gehandhaafd, tot sluiting zullen
overgaan", meent de Kamer van Koophandel.
Wij hopen, dat het gemeentebestuur van Roermond het
niet zo ver zal laten komen.
In Veendam is het gemeentebestuur op dit punt meer
bij de tijd. Op een verzoek van ons lid, de heer J. Hol
lemans, exploitant van het City Theater aldaar, heeft de
Raad op voorstel van Burgemeester en Wethouders be
sloten de bioscoopbelasting te verlagen van 20/120 tot
10/110 van de onzuivere opbrengst.
In Goes heeft de gemeenteraad ingevolge een verzoek
van ons lid, de firma C. J. van Liere, besloten het ge
wone tarief der belasting te verlagen van 20% tot
YLVz% en de artikel 1-films, tot dusver belast met 15%,
vrij te stellen.
NATIONALE EN INTERNATIONALE FILMWËDSTRIJD VOOR DE JEUGD
10
Opnieuw zullen in 1967 en 1968 nationale en internationale
filmwedstrijden voor de jeugd worden gehouden. Aan deze wed
strijden, georganiseerd door het Centre International du Film
pour 1'Enfance et la jeunesse te Brussel onder de naam „Con
cours de la Xe Muse", kan worden deelgenomen door jongeren
beneden 20 jaar.
De voorselectie voor beide wedstrijden in Nederland is in han
den van het Instituut Film en Jeugd, de Nederlandse Organisatie
van Amateurfilmclubs (NOVA) en de Stichting ter Bevordering
van de Amateurfotografie. Aan deze voorselectie is een natio
nale filmwedstrijd verbonden. Voor de beste van de voor inzen
ding naar de Internationale Wedstrijd uitgekozen films worden
aantrekkelijke prijzen beschikbaar gesteld. Deze zullen tijdens
het nationale NOVA-festival worden uitgereikt.
De wedstrijd voor 1967 staat in het teken van het twintig-jarig
bestaan van de Unesco dat vorig jaar werd gevierd. Om het
Unesco-ideaal van wederzijds begrip tussen de verschillende
landen ter wereld te propageren wordt de deelnemers gevraagd
in een korte film een beeld te geven van hun land. Het ver
plichte thema voor Nederlandse deelnemers is: Ook dit is Neder
land.
Het verplichte thema voor de wedstrijd 1968 is voor beneden
16-jarigen: „De anderen en ik". Voor boven de 16-jarigen is het
thema, vrij, maar de voorwaarde is dat de film zich moet
afspelen in het milieu van jongeren of een onderwerp moet
behandelen dat te maken heeft met jongeren.
Voor beide wedstrijden kunnen zowel 8 mm als 16 mm films
worden ingezonden. De films mogen zwart/wit zijn of in kleur,
geluids- of stomme films. Films met een losse geluidsband wor
den niet geaccepteerd. Het mogen zowel individuele als groeps-
inzendingen zijn. De maximale lengte is 15 minuten.
Nadere inlichtingen, wedstrijdreglement en deelnameformulieren
zijn verkrijgbaar bij het Instituut Film en Jeugd, Oude Hoog
straat 24, Amsterdam-C, tel. 64917 en 238628. De inzendings
termijn eindigt op 31 augustus 1967 en 31 augustus 1968.
De wedstrijden worden voor de Se en 6e maal gehouden. Reeds
drie maal heeft een Nederlandse inzending in de internationale
wedstrijd een eerste prijs behaalt. In 1966 was dat de film
„Gespleten hemel" gemaakt door leerlingen van de IVO-school
in Amsterdam.